De Raad voor Rechtsbijstand (RvR) maakte dinsdag bekend dat de inschrijvingsvoorwaarden zodanig zijn aangepast dat advocaten vanaf volgend jaar ook in toevoegingszaken paralegals kunnen inzetten. Deze inzet vindt altijd plaats onder verantwoordelijkheid van de advocaat volgens gedragsregel 13 van de Voda. Dit betekent dat paralegals alleen na overleg met de cliënt kunnen worden ingeschakeld op een afgebakend terrein, onder de hoede van een gediplomeerd advocaat.
Met deze verruiming naar de toevoegingspraktijk wil de RvR ‘de advocatuur meer mogelijkheden geven om de bedrijfsvoering naar eigen inzicht efficiënt in te richten’. De NOvA vindt dit op zichzelf een positieve ontwikkeling. Alleen verwacht de NOvA dat de maatregel pas kan werken als in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand voldoende perspectief ontstaat voor sociaal advocaten. ‘Zonder herijking van de vergoedingen per zaak is de inzet van een paralegal voor veel kantoren niet haalbaar,’ schrijft de NOvA in een reactie. De NOvA dringt nogmaals aan op een substantiële verhoging van die vergoedingen.
Voorwaarden
Sociaal advocaten kunnen niet op alle rechtsgebieden paralegals inzetten. Bij de specialisaties psychiatrisch patiëntrecht, jeugdstrafrecht, civiel jeugdrecht plus piket- en AC-diensten is dat niet mogelijk. Wanneer een advocaat wel een paralegal inschakelt moet deze een juridische HBO-opleiding hebben gevolgd en in loondienst zijn bij een advocaat op hetzelfde kantoor. Paralegals kunnen zich niet onder eigen naam inschrijven bij de RvR.
Onlangs presenteerde minister Dekker voor Rechtsbescherming een mid term review met zijn visie op de stand van zaken rond de herziening van het stelsel van de gefinancierde rechtsbijstand.