Mr. X trad op voor een Braziliaanse mevrouw, die optrad als wettelijk vertegenwoordiger van haar dochter. De dochter had het vermogen van haar vader geërfd. Er was een conflict met de vriendin van wijlen de vader, die nog in zijn huis woonde en in het testament niet was bedacht.
Gaandeweg ging mr. X echter ook dingen doen uit naam van de vereffenaar van de nalatenschap. Hij verkocht de woning die in de nalatenschap zat voor drie ton, terwijl de partner die het huis bewoonde al meer dan vier ton had geboden. Het huis werd (volgens de akte leeg en ontruimd) aan de koper opgeleverd en enige tijd later voor meer dan zes ton doorverkocht.
De auto van de overledene zette mr. X op naam van zijn eigen vrouw, en verkocht hij pas anderhalf jaar later, na aandringen van de vereffenaar, met het onvermijdelijke waardeverlies.
En de kosten van dit al declareerde hij zowel bij de vereffenaar als bij de Braziliaanse mevrouw, die een declaratie van € 92.454 ontving.
Toen de Braziliaanse dame die weinig Nederlands sprak zich ontevreden toonde, kreeg zij een ingewikkelde vaststellingsovereenkomst voorgelegd waarin zij onder meer afzag van klachtrecht jegens de vereffenaar, akkoord ging met verrekening van de nog te ontvangen 50.000 euro uit de nalatenschap met de rekening van mr. X en beloofde te zwijgen over alles wat zij bij de totstandkoming van de overeenkomst had gehoord. Onduidelijk was wat háár belang was bij dit al.
Bij de raad van discipline Den Haag werd mr. X in februari van dit jaar geschrapt – hij had de kernwaarden onafhankelijkheid, partijdigheid en financiële integriteit geschonden en de financiële belangen van zijn cliënte ernstig geschaad.
Je zou zeggen dat het in appel niet erger kon worden, maar dat lukte toch. Tijdens de mondelinge behandeling legde mr. X de schuld bij de stagiair die indertijd ook bij de zaak betrokken was. Hij verbaasde zich erover dat hij en niet zijn toenmalige kantoorgenoot voor de tuchtrechter stond.
Het Hof van Discipline wijst erop dat mr. X de opdracht zelf had aangenomen, en dat de kantoorgenoot op dat moment nog niet eens was beëdigd. Mr. X had hem deugdelijk moeten begeleiden, zeker in zo’n zaak grote en moeilijke zaak met verschillende tegengestelde belangen en discussiepunten. Dat vergt extra aandacht bij de begeleiding, ter bescherming van de cliënt en de stagiair. Dus als het al klopte wat mr. X zei, dan was hem gebrekkige begeleiding te verwijten.
Maar het leek er veel meer op dat mr. X zelf de regie voerde. Dat mr. X zich achter een pas begonnen stagiair verschuilt, vindt het Hof ‘kwalijk en verwijtbaar’.
En dat hij nog even een evaluatie van de inburgeringscursus van mevrouw overlegt waaruit dan kennelijk moest blijken dat zij goed Nederlands sprak, valt ook niet in goede aarde.
Maar goed, qua maatregelen zat mr. X toch al aan de taks. Het blijft dus in appel, in een nette maar wel héél uitvoerig gemotiveerde uitspraak, een schrapping.