De promovenda onderzocht op welke wijze het aanbieden van excuses door een juridische procedure kan worden belemmerd of juist gestimuleerd. Ze richtte zich op de civiele procedure en de medische tuchtprocedure. Het onderzoek bestond uit sociaal-psychologisch en juridisch literatuuronderzoek, een analyse van 3938 uitspraken, een observatieonderzoek en een interviewstudie.
Slechts onder zeer specifieke omstandigheden en in zeer zeldzame gevallen gelden excuses als een erkenning van civielrechtelijke aansprakelijkheid, blijkt uit het onderzoek. Excuses kunnen weliswaar als bewijs gebruikt worden in een procedure, maar rechters gaan daar heel genuanceerd mee om. Zij kennen aan excuses geen doorslaggevende betekenis toe. Sterker nog: het aanbieden van excuses wordt op verschillende manieren juist gestimuleerd, concludeert Wijntjens. Het aanbieden van excuses wordt beloond, terwijl het uitblijven van excuses wordt afgestraft.
Uitlegregel
Volgens Wijntjens hebben slachtoffers behoefte hebben aan excuses. Ze kunnen het herstelproces bevorderen en het conflict de-escaleren. Als voorbeeld noemt ze onder meer de wintersporters die begin maart in Oostenrijk besmet raakten met het coronavirus. De mannen verweten de Oostenrijkse overheid dat de pistes en de bars niet op tijd op slot gingen. In de media gaven zij aan dat het hun gaat om excuses en niet om geld.
De juridische risico’s van het aanbieden van excuses, vallen in het niet bij de positieve effecten ervan, meent de promovenda. Om degenen die toch alle juridische risico’s willen uitsluiten tegemoet te komen, bepleit Wijntjens de introductie van een ‘uitlegregel’. Deze uitlegregel zou inhouden dat excuses door de ontvanger niet mogen worden opgevat als een erkenning van aansprakelijkheid.