Het WODC-rapport, uitgevoerd door bureau Pro Facto en onderzoekers van de universiteit Groningen, speelt een voorname rol bij de evaluatie van de in 2015 aangepaste Advocatenwet (Wpta). Bij die aanpassing besloot de politiek de wet na vijf jaar tegen het licht te houden.
Belangrijk onderdeel van de Advocatenwet is het toezicht op de advocatuur, dat binnen de beroepsgroep is neergelegd. Het WODC-rapport oordeelt daarover op hoofdlijnen positief. ‘Het onderzoek toont aan dat het toezicht en de toezichtscultuur zich in de afgelopen jaren in positieve richting heeft ontwikkeld’, luidt de conclusie. Niettemin zijn verdere verbeteringen ‘mogelijk en noodzakelijk’, aldus de onderzoekers.
Verschillen
Eén van de mogelijke verbeteringen betreft de formele rol van het dekenberaad, waarin de elf lokale dekens periodiek overleggen. Die vergadering heeft zich ontwikkeld tot een belangrijk orgaan, maar ontbeert de wettelijke basis om beleidsregels op te stellen. Die bevoegdheid ligt bij de elf afzonderlijke dekens en bij het College van Toezicht. Dat heeft tot gevolg dat de aanpak niet overal hetzelfde is. De onderzoekers zeggen ‘aanzienlijke verschillen’ te constateren ‘bij de inzet van de instrumenten en de aandacht die aan toezichtspeerpunten besteed wordt’.
Een formele rol voor het dekenberaad heeft vergaande gevolgen in het toezicht op advocaten. Als het dekenberaad wordt aangewezen als wettelijk toezichthouder op de advocatuur in plaats van de dekens, werken de dekens straks onder verantwoordelijkheid van het dekenberaad. De inzet van geld en middelen voor het toezicht wordt dan door het dekenberaad bepaalt.
Draagvlak
Minister Dekker voor Rechtsbescherming schrijft maandag in een brief aan de Tweede Kamer dat hij samen met de NOvA wil bezien hoe het dekenberaad een wettelijke grondslag kan krijgen. De bewindsman benadrukt dat hij ‘draagvlak bij de advocatuur’ gaat zoeken. ‘Het is zaak dat zorgvuldig te werk wordt gegaan zodat de ‘checks and balances’ van het stelsel intact blijven.’
De NOvA zegt zich goed te kunnen vinden in de conclusies van het evaluatierapport en graag het gesprek met de minister aan te willen gaan.
Ook Monique Brink en Jan Frederik Schnitzler, de twee voorzitters van het dekenberaad zeggen blij te zijn dat Dekker overgaat tot het formaliseren van het dekenberaad als bestuursorgaan met toezichtbevoegdheden.