‘Advocaten VW hadden moeten ingrijpen’
Viola Lam (24) onderzocht de rol van advocaten bij het ‘dieselgate-schandaal’. Die hadden de kernwaarde partijdigheid volgens haar ook anders kunnen uitleggen.
Waarom volgde je het vak advocatuur en beroepsethiek?
‘Door mijn studentenstage bij NautaDutilh was ik benieuwd naar de achterliggende beroepsregels. Ik vond het heel interessant om te leren dat er meerdere rollen goed zijn: de Adversarial Advocate, de Responsible Lawyer, de Moral Activist en Relational Lawyering.’
Wat voor advocaat zou je zelf willen zijn?
‘Een combinatie: het is heel belangrijk dat je je cliënt goed verdedigt, met een procedure als uiterste redmiddel. Maar het is ook belangrijk om aandacht te hebben voor de maatschappij. Als je je cliënt bewust maakt dat hij, naast het ethische argument, ook reputatie- en economische schade kan lijden als hij geen rekening houdt met het maatschappelijk belang, hoop ik dat hij toch een stapje terugneemt.’
Je schreef in je essay dat advocaten van Volkswagen die wisten van de sjoemelsoftware hadden moeten ingrijpen.
‘Ja, elf miljoen auto’s! Zo grootschalig, daar kun je echt niet omheen qua milieuschade.’
Hoe zou jij dan ‘ingrijpen’?
‘Ik zou van tevoren het gesprek aangaan, uitgebreid adviseren en daarbij dan vooral de gevolgen benadrukken. Ik kan me niet voorstellen dat ze er dan mee door zouden gaan.’
Maar als dat niet helpt?
‘Als jonge advocaat bij een groot kantoor kun je denk ik niet zomaar zelf de knoop doorhakken. En je wilt de band met de cliënt zo goed mogelijk houden, zeker bij een langdurige relatie. Ik zou het met kantoorgenoten bespreken en de minst ingrijpende oplossing kiezen. Ik geloof niet dat ik naar het OM zou stappen. Misschien zou je met de deken moeten praten en in het uiterste geval de cliënt moeten laten vallen.’
Wat zijn je plannen?
‘Mijn scriptie is bijna af, die gaat over restitutiebeleid voor koloniale cultuurgoederen – dat is er nog niet. Ik heb onderzocht of het restitutiebeleid voor nazi-roofkunst als model zou kunnen dienen. Daarna wil ik mijn master kunstgeschiedenis afmaken en dan advocaat worden in de procespraktijk. Dat iemand naar je toestapt met een groot probleem, en dat jij diegene mag beschermen, dat is iets heel moois.’
Het essay in honderd woorden
Je vertegenwoordigt al geruime tijd een groot bedrijf. Nu komt aan het licht dat deze cliënt opzettelijk grootschalige milieuschade wil veroorzaken voor eigen gewin. Wat doe je als advocaat? Door je terughoudend op te stellen, kun je voldoen aan je geheimhoudingsplicht en de advocatuurlijke kernwaarde partijdigheid dienen.
Toch zijn er zwaarwegende redenen om wél in te grijpen. Zo wordt er ernstige schade toegebracht aan het milieu. Bovendien is de geheimhoudingsplicht niet ongelimiteerd. Daarnaast kun je zo ook de kernwaarde partijdigheid dienen, omdat je grote reputatie- en economische schade voor jouw cliënt kunt afwenden. Dus, advocaten, grijp in bij klimaatschade en voorkom de blamage!
‘Procederen blijft mensenwerk’
Nadine Stel (28) bestudeerde de opkomst van artificial intelligence in de advocatuur. De grote uitdaging in haar ogen is ervoor te zorgen dat automatische systemen zich aan ethische normen en waarden houden.
Waarom koos je het vak advocatuur en beroepsethiek?
‘Tijdens een toga-minor volgde ik al het vak Recht en Ethiek en ik vond dat heel interessant, niet zo juridisch en regelachtig als de andere vakken. Wouter Veraart kwam een keer vertellen over ethische kwesties in de Tweede Wereldoorlog. Een andere gastdocent zei: jullie worden allemaal overbodig, de technologie neemt het over. Dat was ook een van de redenen om mijn essay over artificial intelligence te schrijven. En het feit dat het in de colleges niet werd behandeld. In mijn hele studie is legal tech trouwens niet aan de orde gekomen.
Advocatuur en beroepsethiek was een interessant vak, al maakte corona het minder leuk. Je kon niet altijd discussiëren omdat er dan geen goede verbinding was. Ook bij andere vakken was het soms wat chaotisch, er was een docent die haar slides open had staan op haar eigen scherm en dacht dat wij die vanzelf dan ook wel konden zien. Dan denk je wel even huh…?’
Wat heb je over je onderwerp gevonden?
‘De schrijvers over dit onderwerp waren óf heel enthousiast, óf heel negatief. Natuurlijk is het zo dat als zo’n systeem gehackt wordt alles op straat ligt. Dat lijkt me supergevaarlijk, maar ik ben geen IT’er. Advocaten hebben de plicht om te kijken of het veilig is – je bent verantwoordelijk zonder dat je het goed begrijpt. Dat moet je dus uitbesteden.
Een heel fundamenteel probleem is dat je als gebruiker het recept van de makers niet kent. Met AI kun je verbanden leggen, conclusies trekken. Maar die kunnen beïnvloed zijn door vooroordelen die erin verborgen zitten – dingen waar je als advocaat misschien juist tegen strijdt. Je hebt legal technicians nodig. Een nieuwe tak van sport; zij sturen de IT’ers aan bij de inrichting van de systemen.’
En worden advocaten inderdaad overbodig?
‘In de eerste standaardstappen van een zaak zal er denk ik in de toekomst minder werk voor advocaten zijn. Het onderzoek doen, jurisprudentie doorspitten. Ik denk niet dat robots gaan procederen, zo ver zal het niet gaan. Als persoon zou ik ook willen dat een mens naar mijn zaak kijkt.’
Het essay in honderd woorden
Wordt de klassieke uitoefening van de advocatuur ‘bedreigd’ vanuit technologische hoek? De opmars van legal tech maakt dat in de nabije toekomst de hoofdrolspelers van ons juridisch systeem mogelijk niet meer alleen bestaan uit advocaten: supercomputers en (door AI gedreven) virtuele assistenten gaan er ook hun stempel op drukken. Hoe kunnen de huidige gedragsregels, nu alleen geschreven voor advocaten van vlees en bloed, op deze systemen worden toegepast? Hoe kan de vertrouwelijkheid gegarandeerd worden wanneer hackers op de loer liggen en hoe passen de regels over het verschoningsrecht op AI-systemen? Het essay beschrijft de verschillende ethische pijnpunten van het gebruik van legal tech.
‘Misschien overschatten advocaten zich’
Jules de Bont (25) richtte zich op het verschoningsrecht voor advocaten die corporates bijstaan. Die is niet vanzelfsprekend, meent hij. Immers, bedrijven zijn geen autonome personen.
Waarom koos je voor het vak advocatuur en beroepsethiek?
‘Bij de oefenrechtbank in de master strafrecht kreeg je één college beroepsethiek en dat vond ik interessant. Het vak zat eigenlijk vol, maar ik mocht er nog bij.’
In je essay heb je het over vergaande beperking van het verschoningsrecht…
‘Een belangrijk argument in de literatuur voor het verschoningsrecht en, breder, het niet rekening houden met belangen van derden, is de autonomie van de cliënt. De autonomie van een persoon heeft een eigen waarde, logisch dat een advocaat zich vol inzet om die te beschermen. Maar ik vind het niet goed passen bij een rechtspersoon. Ik dacht: ik ga kijken of de argumenten die worden aangevoerd voor het verschoningsrecht wel logisch zijn bij een rechtspersoon.’
En?
‘Het kan best zijn dat er ándere argumenten zijn voor het verschoningsrecht bij rechtspersonen, maar je kunt niet copy-paste dezelfde argumenten gebruiken als bij natuurlijke personen. Het viel me op dat er in Nederland weinig over geschreven is. In de Amerikaanse literatuur veel meer. Het Nederlandse publiek is ook niet zo bezig met corporate scandals. De schikking met ING in de witwasaffaire bijvoorbeeld: het is nou niet zo dat iedereen daarover praat.’
Jij wel?
‘Ik ben altijd wel bezig met de verhouding bedrijven, individu en staat. Internationale bedrijven krijgen steeds meer invloed. Als de winstbelasting bijvoorbeeld één procent omhooggaat, kunnen ze dreigen naar een ander land te gaan. Ze handelen volledig rationeel – als het personen waren zouden ze een soort sociopaat zijn. Ik vind het dan raar om te spreken over autonomie alsof je het over zielige personen hebt die overgeleverd zijn aan de wil van anderen.
Ik zou wel graag willen weten hoe het in praktijk precies gaat: wordt er misbruik van de geheimhouding gemaakt? Het OM heeft natuurlijk belang bij het afzwakken van het verschoningsrecht, maar de reactie van de advocatuur is altijd verontwaardigd: schande, dat tast de rechtsstaat aan! Dat klinkt dogmatisch, alsof machtige bedrijven die zonder controle kunnen opereren de rechtsstaat niet zouden aantasten. Misschien overschatten advocaten zichzelf ook wel, in het idee dat ze een heel belangrijke rol spelen van “speaking truth to power”. Met die houding ben je niet zo kritisch ten opzichte van je eigen optreden.’
Wil je advocaat worden?
‘Ik heb net stage gelopen op een klein strafrechtkantoor en dat vond ik heel leuk. Ik denk dat ik goed ben in het aanwijzen van fouten in argumenten. Als officier en zeker als rechter moet je ergens voor kiezen, dat lijkt me moeilijker. Bijvoorbeeld: is dit voorbereiding van terrorisme? Ga ik hiervoor iemand tien jaar naar de cel sturen? Op dit moment zeg ik eerder advocaat dan OM of rechter, maar dat kan veranderen. En misschien komt er wel iets heel anders op mijn pad.’
Het essay in honderd woorden
Het verschoningsrecht en de daarmee samenhangende geheimhoudingsplicht van advocaten staan de laatste jaren ter discussie. Het OM en de FIOD stellen dat grote ondernemingen het verschoningsrecht inzetten als procedureel wapen. Strafzaken lopen hierdoor jaren vertraging op en het OM is niet meer in staat om grote bedrijven effectief te controleren. Wat is precies de ratio achter de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van advocaten? Is het te rechtvaardigen dat advocaten die machtige rechtspersonen bijstaan hier een beroep op kunnen doen? De redenen die in de literatuur voor de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht worden aangevoerd passen niet goed bij deze groep advocaten.
‘Echte onafhankelijkheid bestaat niet’
Iris van den Oord (25) boog zich over de onafhankelijkheid van advocaten in dienstbetrekking. Voorwaarde is dat ze daadwerkelijk onafhankelijke beslissingen kunnen nemen. Advocaten moeten dat zelf bewerkstelligen.
Waarom koos je voor het vak advocatuur en beroepsethiek?
‘Ik dacht er al over de advocatuur in te gaan, na studentenstages bij de advocatuur en het OM. Alles juridisch uitpluizen, één voor één de pijnpunten aanstippen, daar gaat mijn hart sneller van kloppen. Ik vond het essay over beroepsethiek schrijven ook heel leuk. De studie bestaat nu voornamelijk uit tentamens. Het is goed dat ze dat veranderen, bij een juridische opleiding is schrijven een kerncompetentie.’
In je essay bekijk je de positie van de advocaat in dienstbetrekking aan de hand van vier soorten onafhankelijkheid, geformuleerd door de Australische rechtswetenschapper Suzanne le Mire.
‘Ja, het was wel eventjes lastig om uit te vogelen wat Le Mire precies bedoelde, maar het was een goede manier om ernaar te kijken. Interessant dat het Europees Hof van Justitie zegt: door de arbeidsrelatie kun je nooit onafhankelijk genoeg zijn, terwijl de Hoge Raad zegt: er is een personeel statuut, klaar. Door die vier aspecten te bespreken, verdiep je je visie.
Het belangrijkst is dat de advocaat de capaciteit heeft om daadwerkelijk onafhankelijke beslissingen te nemen. Het meetpunt daarvoor is moeilijk van buitenaf vast te stellen. Je kunt als legal department in een ander gebouw zitten dan de directie, maar wat zegt dat? Als een advocaat naar eer en geweten vindt dat hij onafhankelijk kan handelen, heeft hij wat mij betreft recht op het geheimhoudingsprivilege.’
Je noemt in je essay als voorbeeld van independence as power dat een advocaat de vrijheid heeft een cliënt niet langer bij te staan. Maar die vrijheid heeft een advocaat-werknemer toch juist niet?
‘Je bent niet zo vrij als een onafhankelijk advocaat. Maar als je werkgever een geschil aanhangig wil maken waarvan jij denkt: dit slaat nergens op, moet je kunnen zeggen: vraag het maar aan een ander. Het belangrijkste is dat je niet ontslagen kunt worden, ook al is je werkgever het niet met je advies eens. Daarmee wordt macht bij je werkgever weggehaald.’
Als strafadvocaat bij een groot kantoor zul je vast ook gaan meewerken aan interne onderzoeken bij bedrijven die van fraude worden verdacht. Wat vind je daarvan?
‘Ik ben heel benieuwd wat er uit het onderzoek komt waar de Tweede Kamer om heeft gevraagd. Is het wenselijk dat zo’n onderzoek binnen de vertrouwelijkheid valt? Ik begrijp die vraag wel. Het is aan de politiek om erover te beslissen. Ik denk wel dat het netjes gaat, in de praktijk.’
Hebben advocaten een voldoende ethisch kompas?
‘Dat vind ik nu nog moeilijk te beoordelen, maar vergeleken met de VS, waar ik ook een tijdje heb gestudeerd, houdt men hier meer afstand tot de cliënt. Het is belangrijk het er niet alleen in de opleiding, maar ook op kantoor over te blijven hebben.’
Het essay in honderd woorden
De onafhankelijkheid van advocaten in dienstbetrekking kent verschillende facetten. Het label zelf zorgt ervoor dat de advocaat-werknemer independence as status heeft. Het professioneel statuut helpt bij independence as power: de macht van de werkgever om de advocaat te ontslaan wordt deels weggenomen. Veel kritiek ziet op relational independence: door de werkgeversrelatie zou er nooit echte onafhankelijkheid zijn. Perfecte onafhankelijkheid bestaat echter überhaupt niet. Externe advocaten zijn ook (deels) financieel afhankelijk van hun cliënten. Het gaat erom dat de advocaat (in dienstbetrekking) daadwerkelijk onafhankelijke beslissingen moet kunnen nemen: independence as capacity. Advocaten moeten dit zelf bewerkstelligen. Zo zijn ze ook het meest waardevol voor hun werkgevers-cliënten.