De manier waarop de nieuwe nationale veiligheidswet in Hongkong werd ingevoerd, was veelzeggend: buiten de bevolking en de wetgevende raad van Hongkong om. ‘We wisten dat de wet op 1 juli van kracht zou worden. Maar het wetgevingsproces begon pas op 29 juni,’ vertelt Albert Ho, advocaat, oud-politicus en oprichter van de China Human Rights Lawyers Concern Group (CHRLCG). ‘Niemand wist wat er in de wet stond, zelfs chief executive Carrie Lam niet – althans, dat beweerde ze. De hele dag hielden we de tv en internet in de gaten in afwachting van de wettekst. Die kwam pas op 30 juni, een kwartier voor middernacht.’
De autoriteiten lieten er geen gras over groeien. De volgende dag al werd een man, die zwaaiend met een bevrijdingsvlag op de politie was ingereden tijdens een demonstratie, aangeklaagd op grond van de nieuwe wet. Hem werd ‘het oproepen tot afscheiding’ (vanwege die vlag) en ‘terrorisme’ ten laste gelegd. ‘Alsof één motorrijder de staatsveiligheid in gevaar zou brengen,’ schampert Ho. ‘Maar de wet doet wat hij beoogt: iedereen is nu doodsbang.’
Vage gronden
De wet betekent het einde van het ‘één land, twee systemen’-stelsel dat bij de Britse overdracht van Hongkong aan China in 1997 met Beijing was afgesproken. ‘Hij brengt ernstige schade toe aan onze instituties, met name de rechtspraak,’ zegt Ho. ‘We hebben nu drie strafrechtsystemen naast elkaar. Allereerst de al bestaande Hongkongwetgeving waarop de veiligheidswet niet van toepassing is. Door de nieuwe wet ontstaat een tweede stelsel met aparte rechters die door de chief executive, die tevens voorzitter is van het nationale veiligheidscomité, Carrie Lam dus, worden benoemd. Vanuit dit comité worden ook politie-eenheden met bijzondere bevoegdheden gevormd, zoals inbeslagname van documenten, bevriezen van banktegoeden of het opleggen van een reisverbod zonder rechterlijk bevel. De commissaris van politie dreigde vorige week al dat het verspreiden van “fake news over gewelddadig politieoptreden” ook als een misdrijf wordt beschouwd. Hij refereerde aan het bloedbad dat de politie vorig jaar had aangericht onder pro-democratiedemonstranten in een voetbalstadium (het zogenaamde 831-incident, red.).’
Het ergste is het derde systeem, waarbij iemand op bevel van het veiligheidscomité kan worden opgepakt, gedetineerd en naar het vasteland gestuurd. ‘De gronden waarop zijn uiterst vaag geformuleerd dus je kunt er alle kanten mee op. De verdachte valt niet meer onder de Hongkongse rechtsmacht, zelfs al bevindt hij zich nog in Hongkong.’
Sancties
Niet alleen activisten uit de democratiseringsbeweging worden door de wet geraakt, ook bedrijven krijgen ermee te maken door het ‘lange arm’-artikel. Hierin staat dat iedereen die, waar ook ter wereld, de Communistische partij bekritiseert of oproept tot onafhankelijkheid van Hongkong, een misdrijft pleegt. Het maakte mondiaal opererende banken met vestigingen in Hongkong al behoorlijk nerveus. Volgens de Britse krant The Telegraph zouden zij hun klantenbestand al doorzoeken op ‘aan politiek blootgestelde’ klanten. Daarbovenop kwamen de sancties waarmee president Trump op de wet reageerde. Hij trok de speciale status van Hongkong in en bevroor de tegoeden in de VS van een elftal Hongkongse bestuurders, onder wie Carrie Lam en de politiefunctionaris.
Bedrijven zitten dus tussen twee vuren, zegt Ho. ‘Enerzijds mogen ze van de VS geen zakendoen met de regering in Hongkong. Maar als ze zich aan die Amerikaanse regels houden, kunnen ze worden beschuldigd van overtreding van de nieuwe veiligheidswet.’
Of het zover zal komen, valt volgens Ho nog niet te zeggen. Voor hem is er wel één lichtpuntje aan de wet: die geldt niet met terugwerkende kracht. Het betekent dat de twaalf vergrijpen waarvoor hij zelf wordt vervolgd – zoals het jaarlijks organiseren van een wake ter herinnering aan het bloedbad op het Plein van de Hemelse Vrede in 1989 – niet onder de nationale veiligheidswet kunnen worden berecht.