Het Hof van Discipline kon niet meer achterhalen waarom de zaak tegen mr. X zo lang was blijven liggen. Misschien waren ze al blij dat ze de stukken nog konden vinden: er heerst in tuchtcollegeland hier en daar onduidelijkheid over bewaartermijnen.
Hoe dan ook, na al die jaren ligt er nu een definitief antwoord op de klacht van een Rwandese oud-bisschop die in 2001 gevangen werd genomen omdat hij werd verdacht van medeplichtigheid aan de genocide van 1994. De Anglicaanse bisschop diende bij de griffie van het tribunaal een verzoek in om toewijzing van een advocaat die tot het tribunaal was toegelaten, en voegde een voorkeurslijstje toe. Mr. X stond nummer 3. Op nummer 1 een Canadese advocaat die lid was van dezelfde kerk.
Communicatieproblemen
Mr. X kreeg de zaak toegewezen. Het wilde alleen niet boteren tussen hem en de cliënt. De bisschop vroeg om vervanging bij de griffier van het tribunaal, iets wat alleen in ‘exceptional circumstances’ mogelijk is. Volgens de cliënt was er onder andere sprake van communicatieproblemen en een belangentegenstelling.
In de reactie van mr. X lag de suggestie besloten dat er bij de cliënt sprake was van druk van buitenaf; mr. X zag geen reden hem van de zaak af te halen. De griffier wees het verzoek van de cliënt af.
De cliënt vroeg mr. X vervolgens om zich terug te trekken – tevergeefs. Nu kon je je ook niet zomaar terugtrekken volgens de regels van dat tribunaal, maar je kon wel in ‘very exceptional circumstances’ vragen van je taak te worden ontheven.
Onetisch
De cliënt vond het onethisch en onprofessioneel dat mr. X weigerde zijn werk neer te leggen. Op 22 september 2003 verklaarde de raad van discipline in Amsterdam de klacht van de bisschop – ingediend door de Canadese nummer 1 – gegrond. Mr. X had de wens van zijn cliënt moeten respecteren en ondersteunen in plaats van ondermijnen. De raad wijst erop dat het vertrouwen van de cliënt in zijn advocaat ‘een van de wezenskenmerken’ is van hun relatie. Het werd een gegrondverklaring zonder maatregel.
Mr. X ging in beroep. Volgens hem was sprake van ne bis in idem, omdat in het oordeel van de griffier van het tribunaal ook ‘een tuchtrechtelijke component’ zat. Maar het Hof schuift dat terzijde: doel van de cliënt in die procedure bij de griffier van het tribunaal was geen tuchtrechtelijk oordeel, maar van zijn advocaat afkomen.
Ontheffing
Ook het argument van mr. X dat hij zich helemaal niet terug kón trekken omdat de regels van het tribunaal dat in de weg stonden, vindt bij het Hof geen gehoor. Gezien de ‘moeizame verhouding’ met de cliënt had mr. X meer moeten doen om in het belang van zijn cliënt van zijn taken te worden ontheven. Hij had de cliënt in zijn verzoek kunnen steunen en zelf om ontheffing kunnen vragen.
Ook in appel wordt het een gegrondverklaring zonder oplegging van maatregel. Daarbij laat het hof meewegen dat er buiten de schuld van mr. X om tussen zijn handelen en de beslissing van het hof zeventien jaren zijn verstreken…