De advocaten van de slachtoffers proberen een vinger te krijgen achter de door hen veronderstelde radicalisering van Polat, die hij tijdens zijn twee dagen durende relaas ten stelligste ontkend heeft. Polat zegt dat zijn boezemvriend Coulibaly de criminele en jihadistische contacten strikt gescheiden heeft gehouden en niet met hem sprak over diens geloofsbelevenis en contacten met de gebroeders Kouachi en andere jihadisten van weleer, zoals Djamel Beghal. Die laatste zat in de periode 2001-2018 twee gevangenisstraffen van 10 jaar uit in Frankrijk ter zake onder andere het plannen van een aanslag op de Amerikaanse ambassade in Parijs en wordt gezien als mentor van Coulibaly, die met hem vast zat en hem nadien ook bezocht heeft. Polat claimt van die contacten nooit geweten te hebben. Coulibaly sprak daarover niet met hem. Hij wijst op een aantal medeverdachten en getuigen die verklaarden ook niets bijzonders aan Coulibaly gemerkt te hebben.
Antisemitisch
Ondervraagd over zijn positie ten opzichte van de Joodse gemeenschap ontkent Polat antisemitisch te zijn. Hij zegt alle religies en culturen te respecteren. Het strafrecht accepteert hij trouwens ook. Als ik de wet overtreed en gepakt wordt, voor drugshandel en oplichting, dan beken ik ruiterlijk en zit mijn straf zonder morren uit, aldus Polat. Maar ik heb geen bloed aan mijn handen, doe niet aan geweld of terrorisme, het gaat me om het geld.
Polat vindt het een gotspe dat hij als enige op de zitting aanwezige verdachte beschuldigd wordt van medeplichtigheid aan de aanslagen van Coulibaly en de Kouachi’s. Deze beschuldiging is pas in het laatste jaar van het vijfeneenhalf jaar durende gerechtelijk vooronderzoek toegevoegd aan de aanklacht.
Eerder werd Polat, net als zijn aanwezige medeverdachten, louter van deelneming aan een terroristische organisatie beschuldigd. Deze verzwaring van de aanklacht zit ‘m volgens zijn advocate Isabelle Coutant Peyre voornamelijk in de verklaring van een buurtgenoot, die beweert gehoord te hebben dat Polat op zoek was naar wapens en de verklaring van een anonieme getuige. Al haar pogingen meer over de achtergrond van deze persoon te weten te komen zijn op niets uit gelopen.
Polat ontkent wapens te hebben bemiddeld voor Coulibaly. Hij probeerde alleen een gestolen Mini voor hem te verkopen en reisde daarom op en neer tussen Parijs, Noord Frankrijk en België. Claude Hermant, de extreemrechtse wapenhandelaar en politie-informant uit Noord Frankrijk is de schuldige volgens Polat en zijn advocaat, maar hij is niet eens gedagvaard in deze zaak.
Confrontatie
Nadat de advocaten zijn uitgevraagd en Régis de Jorna wat procedurele losse eindjes behandeld heeft, staat de confrontatie ter zitting tussen de aangeklaagden op de rol, dit is een vast onderdeel van het Franse Assisenproces. Daarna zouden de pleidooien van de advocaten van de slachtoffers beginnen.
Maar dat gaat niet door. Polat is onwel geworden. Hoewel hij negatief test op corona en het proces donderdag en vrijdag toch verder gaat, blijkt tijdens het weekend dat hij toch besmet is. De zitting wordt middenin de pleidooien van de slachtofferadvocaten opgeschort. Aanvankelijk met een paar dagen. Alle verdachten worden getest. Als blijkt dat twee medeverdachten eveneens positief zijn op corona wordt de zaak tot (minstens) maandag 16 november stil gelegd.
Over de slotfase van het proces, het pleidooi van Isabelle Coutant Peyre en de uitspraak doe ik verslag in mijn volgende blog.
