De nieuwe Europese richtlijn moet er toe leiden dat alle EU-lidstaten een geharmoniseerd model voor representatieve vorderingen invoeren. Elke lidstaat moet ten minste één doeltreffend procedureel mechanisme instellen dat de bevoegde instanties (bijv. consumentenorganisaties of overheidsinstanties) in staat stelt een zaak voor de rechtbank te brengen met het oog op een gerechtelijk bevel (tot staking of verbod) of verhaal (schadeloosstelling).
In de richtlijn staat expliciet vermeld dat procedures zijn voorbehouden aan bevoegde instanties, die het collectieve belang van consumenten behartigen, zoals in Nederland de Consumentenbond. Deze partijen mogen geen winstoogmerk hebben.
De Nederlandse Europarlementariër en voormalig advocaat Liesje Schreinemacher was namens de Europese liberalen betrokken bij de nieuwe richtlijn. Zij spreekt van een win-winsituatie. ‘Nu we steeds meer online en over de grens kopen, is het belangrijk voor consumenten dat zij overal in Europa hun recht kunnen halen en dat ze er bovendien niet alleen voor staan wanneer hun rechten geschonden worden. Tegelijkertijd brengen deze regels meer rechtszekerheid voor onze bedrijven en voorkomen ze oneerlijke concurrentie door scheve verhoudingen in het naleven van consumentenregels recht te trekken.’
Nederland kent sinds 2019 de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie, gericht op claims binnen de landsgrenzen. In Europees verband is er een aantal initiatieven, zoals The Privacy Collection, dat procedures beoogt tegen internationale techreuzen voor schending van de AVG. De Consumentenbond is partij in zaken tegen Facebook en Airbnb (onterechte servicekosten).
Lidstaten hebben twee jaar om de Europese richtlijn om te zetten in nationale wetgeving.