Wie als potentiële cliënt de site van BrandMR bekijkt, zal er weinig van snappen, tenzij hij er hélemaal induikt. Waarom zie ik bij ‘onze mensen’ advocaten met foto en al, terwijl daarboven staat dat ze niet kunnen worden ingezet? Bij ‘team schade en letsel’ staan vier advocaten ‘voor mij klaar’. Wat speelt hier eigenlijk, en wat ik heb ik daar als cliënt mee te maken? En wat maakt het uit of ik met een advocaat of een jurist te maken heb?
De site lijkt meer geschreven voor insiders, om de ontwikkeling rond rechtsbijstand door verzekeraars aan niet-verzekerden een zet te geven, dan om de rechtzoekende goed te bedienen.
De Haagse deken vond de website misleidend en diende een bezwaar in tegen de tien advocaten die zich op de site presenteren.
Mededingingswet
Volgens de verweerders is de Voda-regel dat advocaten in dienst van verzekeraars alleen verzekerden mogen bijstaan in strijd met de Mededingingswet. Verder is hun presentatie op de site een meningsuiting die wordt beschermd door artikel 10 EVRM. BrandMR wil een groep rechtzoekenden bedienen die nu tussen wal en schip valt.
De tuchtrechter wijst erop dat de advocaten hebben erkend dat ze volgens de huidige regels geen niet-verzekerde cliënten mogen bedienen, en hebben toegezegd dit niet te doen zolang die regels niet zijn veranderd of onverbindend zijn verklaard. De raad wijst op artikel 7.4 van de Voda: een advocaat vermijdt onjuiste, misleidende of onvolledige informatie over de manier waarop hij zijn praktijk uitoefent of samenwerkt. De deken had volgens de raad gelijk dat de presentatie van de advocaten een misleidend beeld geeft.
Beweging
Had de deken toch de zaak moeten laten rusten omdat de kwestie zo in beweging is? Immers, de NOvA was al (onder druk van een onder andere een civiele procedure) aan het nadenken of de eigen regels niet moesten worden aangepast.
Nee, zegt de tuchtrechter. De deken kan niet zelfstandig op mogelijke wijziging van de regels vooruitlopen. (Maar is dit wel de juiste vraag? De deken pakte de advocaten niet aan omdat ze ten onrechte diensten verleenden aan niet-verzekerden, maar omdat ze op hun site verwarring zaaien over de vraag of ze dat doen.)
De vrijheid van meningsuiting speelt volgens de tuchtrechter geen rol: BrandMR mag alles vinden en zeggen, maar moet op grond van artikel 7.4 Voda het publiek goed informeren over de praktijkvoering.
Wachten op de uitkomst van de civiele procedure wilde de tuchtrechter niet, dat kan jaren duren. Vlak voor de uitspraak stemde het College van Afgevaardigden van de NOvA in met een tijdelijk experiment om BrandMR-achtige constructies toe te staan per 1 januari 2021. Maar ook dat stond niet aan gegrondverklaring in de weg: in de klacht gaat hoe de advocaten zich hier en nu presenteren.
Geen waarschuwing
De klacht is gegrond verklaard maar de door de deken gevraagde waarschuwing zit er – dan toch (mede) vanwege die ontwikkelingen richting toestaan – niet in.
Appel is nog mogelijk.