Onder de collega’s van het Utrechtse Sprengers Advocaten is de 25 jaar geleden ingevoerde Wet op de ondernemingsraden bij de overheid hot. Collega Loe Sprengers presenteert deze middag als coauteur een boek over dit onderwerp, in een webinar. Hij doet dit vanuit het eigen collegezaaltje, een recent gerestylede ruimte in het pand aan de Utrechtse Plompetorengracht. De inrichting zegt iets over het belang dat de advocaten hechten aan hun opleidingen over arbeids- en medezeggenschapsrecht. Het is nogal een contrast met het kruip-door-sluip-door kantoorpand, dat eerder studentikoos aandoet. Medezeggenschap bij de overheid blijkt populair. Vlak voordat hij live gaat, vertelt Sprengers in de keuken, waar hij snel nog iets eet, dat er zevenhonderd inschrijvingen zijn voor het webinar. Meer dan er naar een livebijeenkomst zouden komen, beaamt hij. In de middag klinkt door het hele pand hetzelfde webinar, vrijwel elke aanwezige collega en het secretariaat kijken vanachter zijn computer. Sprengers belicht onder andere jurisprudentie van de Ondernemingskamer en de Hoge Raad. Onbewogen, zakelijk, laat hij zien hoe het primaat van de politiek soms misbruikt wordt als argument om medezeggenschap te passeren. Collega Erica Wits volgt de uitzending in haar kantoor naast het collegezaaltje. Geamuseerd zegt ze: ‘Typisch Loe, om er dan niet even bij te vertellen wat de rol van ons kantoor is bij die procedures.’
Bescheiden zijn alle advocaten van Sprengers wel, als ze vertellen over hun werk. En dat terwijl ze met publicaties, workshops en rechtszaken echt invloed hebben op de ontwikkeling van hun vak.
Jasper de Waard zal zich niet snel op de borst kloppen over zijn eigen zaken, maar desgevraagd beschrijft hij een recente mijlpaal. Hij vocht namens de medezeggenschap de voorgenomen verhuizing van de marinierskazerne van Doorn naar Vlissingen aan, groot nieuws dit jaar. ‘Ik begrijp het belang voor de Zeeuwen, maar dit was in de kern een slecht politiek besluit. De medezeggenschap was er niet goed bij betrokken, vond ook de rechter.’ Het ging in essentie om het terugbrengen van balans in de arbeidsverhoudingen. ‘Maar als je het me eerlijk vraagt, haal ik minstens zo veel voldoening uit een toevoegingszaak voor iemand die onterecht wordt ontslagen.’
De ongelijkheid tussen werkgevers en werknemers drijft alle advocaten bij Sprengers. Advocaat en mediator Gabi Stouthart: ‘Het is goed dat het Burgerlijk Wetboek de positie van werknemers beschermt. Ik kan een ondernemingsraad empoweren als ik ze begeleid of lesgeef over arbeidsrecht. Ze weten beter wat ze kunnen zeggen tegen de bestuurder als ze hun positie kennen.’ Als mediator werkt ze aan een goede relatie tussen or en management. ‘In een moeizaam project, zoals een reorganisatie of sluiting van een fabriek, moet de or adviseren. Als hij wordt gepasseerd, of te laat of verkeerd wordt geïnformeerd, doet dat iets met de relatie, terwijl ook het bedrijf echt baat heeft bij goede medezeggenschap. De or zit er voor de organisatie, de leden zitten dicht op de werkvloer.’
Ongelijkheidscompensatie
De ervaring van de werkvloer is ook volgens advocaat Rudi van der Stege essentieel. ‘Laat ze zo veel mogelijk participeren in het bedrijf. Natuurlijk houd je rekening met wie de aandelen bezit, maar het bedrijf is net zo goed van de mensen die er werken. Uit onderzoek blijkt telkens de economische meerwaarde van een goed functionerende or.’ Al sinds begin jaren negentig van de vorige eeuw is Van der Stege een van ’s lands meest gevraagde stakingsrechtadvocaten. Hij doet een aantal stakingskortgedingen per jaar, zoals de openbaarvervoersstakingen en die van de bagage-afhandelaars op Schiphol. ‘Een collectieve actie heeft altijd enig effect, je krijgt meer dan de andere partij bood. Dat ritueel is blijkbaar nodig.’ Zijn mooiste zaak was er eerder een van lange adem, vertelt Van der Stege. ‘Heineken wilde een werkmaatschappij waarin ze de catering hadden ondergebracht, overdragen aan Albron. De medewerkers gingen mee naar de nieuwe eigenaar. Daardoor gingen de arbeidsvoorwaarden flink achteruit, maar hun werk veranderde niet. Daar hebben we tot aan het Europees Hof voor Justitie over geprocedeerd en na elf jaar kon men met terugwerkende kracht alsnog aanspraak maken op die arbeidsvoorwaarden.’
Waar ze ooit de deur werden gewezen, staan Van der Stege en collega’s inmiddels al lang werkgevers bij. ‘Maar het moet wel fatsoenlijk blijven.’ Dat geldt ook voor Erica Wits en Pauline Burger, die een vrij grote werkgeverspraktijk hebben. Burger: ‘Toen ik hier in 1999 kwam werken, deden we veel socialezekerheidsrecht, de tijd van de WAO-herbeoordelingen, waardoor mensen hun uitkering verloren.’ Ze vond die individuele bijstand best belastend en merkte dat een goed advies voor een werkgever misschien zelfs effectiever is. ‘Wij kunnen werkgevers bijvoorbeeld adviseren over hun re-integratieverplichting bij zieke werknemers, juist dankzij onze kennis over sociale zekerheid en re-integratie.’
Wits is coauteur van het studieboek ‘Arbeidsrecht begrepen’ voor het hbo sociaaljuridische dienstverlening. ‘Daarin staat ook hoe ik denk over arbeidsrecht. Het is ongelijkheidscompensatie, de werknemer verdient bescherming.’ Hoe rijmt ze die overtuiging met het feit dat ze geregeld werkgevers bijstaat? ‘Veel werkgevers willen de wetgeving op een correcte manier uitleggen. Als ze de mazen opzoeken in hun eigen voordeel, moeten ze een andere advocaat zoeken.’
Omzetdruk of niet, zo’n keuze zal niemand betwisten bij het kantoor dat bekend werd onder de naam Advokatenkollektief Utrecht. Het kantoor is de pure toevoegingspraktijk ontgroeid, maar de manier waarop ze samenwerken, is nooit wezenlijk veranderd. Wits: ‘Er is hier geen baas, we zijn nog steeds een collectief. Grote besluiten nemen we met zijn allen.’ Van der Stege, lachend: ‘Wij hebben het polderen lang geleden al uitgevonden.’
Sprengers Advocaten
Wie: Elf partners, twee advocaat-stagiairs.
Hoe: Advocaten arbeidsrecht, medezeggenschapsrecht, socialezekerheidsrecht en ondernemingsrecht.
Waar: Utrecht.