De Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden verklaart het dekenbezwaar grotendeels gegrond. ‘Op basis van de zich in het dossier bevindende stukken staat voor de raad vast dat verweerder als curator de failliete boedel bewust heeft benadeeld door mee te werken aan een verkoop en een doorverkoop van een zich in de failliete boedel bevindend pand waarbij hij zou profiteren van de winst die door de doorverkoop zou worden gemaakt,’ concludeert de raad.
'Grove schending integriteit'
Dat de advocaat valse declaraties heeft opgemaakt waarop de rekeningnummers van zijn eigen vennootschappen waren vermeld en dat deze valse declaraties in totaal een aanzienlijk bedrag betroffen, staat volgens de tuchtrechter eveneens vast.
Hiermee heeft de advocaat volgens de raad de kernwaarde integriteit ‘in grove mate, meerdere malen, gedurende langere tijd geschonden. Voor een advocaat die op een dergelijke manier kernwaarden met voeten treedt, is geen plaats in de advocatuur. De raad is daarom van oordeel dat de meest vergaande maatregel van schrapping van het tableau passend en geboden is.’