Dekker zei dat woensdag in de Tweede Kamer tijdens een debat over de gefinancierde rechtsbijstand. De bewindsman maakte daarbij geen geheim van zijn teleurstelling over ‘het gebrek aan solidariteit’ binnen de advocatuur. ‘Ik heb wel eens vaker een oproep gedaan aan de sector. Dat heeft tot dusver niet tot veel initiatieven geleid. Het is niet de oplossing voor het hele probleem, maar het kan wel een steentje bijdragen.’
Dekker bestempelde de ‘hele harde knip tussen commerciële en sociale advocatuur’ als ‘een zorgelijke en kwalijke ontwikkeling’. Volgens Dekker is de gemengde praktijk van weleer nagenoeg verdwenen, waarbij hij toegaf dat ook de overheid daar een rol in heeft gespeeld. ‘Voor een deel reken ik me dat ook zelf aan, dat is echt niet de schuld van de commerciële advocatuur. De tarifering binnen de gesubsidieerde rechtsbijstand behoeft echt verbetering.’
Samenwerking
Minister Dekker zei sporadisch wel goede voorbeelden te zien van samenwerking tussen commerciële kantoren en sociale praktijken. Zo werkt Houthoff in Rotterdam samen met Meesters aan de Maas. Dergelijke initiatieven zouden op grotere schaal moeten ontstaan, meent de bewindsman. ‘Moet het volledig op vrijwillige basis gebeuren? Je zou in theorie best kunnen nadenken om dat iets dwingender te doen, vanuit het idee dat je iedereen vraagt om naast de uren die je draait een deel binnen het gesubsidieerde kader te doen.’
Het VVD-Kamerlid Jeroen van Wijngaarden suggereerde woensdag niet alleen dwang, maar vooral stimulans toe te passen. Hij denkt daarbij aan keurmerken of zaken als preferred supplier. ‘Ik ben benieuwd naar de mogelijkheden. Stimulans en dwang voor de kantoren die niet leveren, maar er wel veel over zeggen. Die solidariteit mis ik gewoon.’
Dekker beloofde daarover in gesprek te gaan met de NOvA.