De rechter-commissaris oordeelde in een tussenbeslissing in december 2019 dat vijftien in-house advocaten van Shell geen beroep kunnen doen op het verschoningsrecht. Volgens de rechter kunnen zij niet onafhankelijk opereren als ‘bezoekende advocaten’.

Shell wordt door het Openbaar Ministerie verdacht van corruptie in Nigeria. In 2016 zijn in het opsporingsonderzoek voorwerpen in beslag genomen in Den Haag. Zo werden een aantal documenten, van in-house advocaten van Shell, ingenomen. Op basis van het verschoningsrecht van de buitenlandse advocaten hebben zij en Shell gesteld dat deze stukken moeten worden teruggegeven.

De buitenlandse advocaten die werkzaam zijn bij Shell, in dat buitenland een verschoningsrecht hebben en in de periode dat het opsporingsonderzoek plaatsvond niet in Nederland hebben gewerkt, kunnen zich toch op dat verschoningsrecht beroepen, oordeelde de raadkamer van de rechtbank donderdag. Dat geldt niet voor de buitenlandse advocaten die in die periode wel in Nederland hebben gewerkt.

Onafhankelijkheid

Om de onafhankelijkheid van een in-house advocaat te waarborgen, moeten het bedrijf en de advocaat in loondienst in Nederland en naar Nederlands recht een professioneel statuut ondertekenen. ‘Shell heeft dat ook met zijn Nederlandse advocaten gedaan. Tussen Shell en de buitenlandse advocaten die in Nederland voor Shell hun werkzaamheden hebben uitgeoefend is, in de periode waarover het opsporingsonderzoek zich uitstrekt, geen professioneel statuut ondertekend,’ overwoog de raadkamer van de rechtbank.

Een advocaat kan pas als geheimhouder worden aangemerkt als zo’n statuut is ondertekend en zo onderdeel is van het dienstverband. Het tekenen van een professioneel statuut kan niet als eis worden gesteld aan advocaten die in het buitenland een verschoningsrecht hebben en verder niet in Nederland hebben gewerkt, oordeelde de rechter. ‘De binding met de Nederlandse rechtsorde bestaat dan slechts uit een dienstverband met (een dochteronderneming) van Shell en dat is onvoldoende om een dergelijke eis te mogen stellen.’

De advocaat die in eigen land geen verschoningsrecht heeft, kan zich daar in deze zaak niet op beroepen.

De dag na de uitspraak van de Raadkamer van rechtbank in Rotterdam oordeelde het Gerechtshof in Den Haag vrijdag dat een Nigeriaanse dochteronderneming van Shell aansprakelijk is voor de gevolgen van twee olielekkages in Nigeria.

Redactie Advocatenblad

Profile page
Advertentie