De justitieministers Grapperhaus en Dekker hebben het rapport van de commissie donderdag naar de Tweede Kamer gestuurd. De commissie wijst erop dat voor een goed werkend stelsel de ‘checks and balances’ in orde moeten zijn. ‘Hiervoor moet de advocatuur in staat zijn om de intensievere en actievere rol die het nieuwe wetboek voorziet voor de advocaat, in het bijzonder in de ‘beweging naar voren’, adequaat te vervullen. Omdat een belangrijk deel van de verdachten afhankelijk is van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand zullen de daarin geboden vergoedingen moeten worden toegesneden op de nieuwe taken van de advocatuur in het strafrecht’, aldus de commissie.
In hun reactie op het rapport van de commissie zeggen de ministers Grapperhaus en Dekker dat de NOvA hen al had gevraagd de effecten van invoering van het nieuwe wetboek op het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand te onderzoeken. Dat onderzoek is inmiddels gestart, aldus de bewindslieden.
Eigen verantwoordelijkheid
In totaal vergt het nieuwe wetboek over een periode van vijf tot zes jaar 366 tot 458 miljoen euro, aan eenmalige kosten. Dat bedrag is omgeven met veel onzekerheden en zal nog vaak moeten worden aangepast. Alleen al voor de aanpassing van ICT is bij de diverse overheidsdiensten een slordige 80 miljoen nodig. Voor de advocatuur geldt dat elk advocatenkantoor zijn eigen IT-aanpassingen moet financieren, en dat dit sterk varieert per kantoor. De commissie zegt dat het niet mogelijk is gebleken daar een raming van op te stellen. Datzelfde geldt voor de extra menskracht die nodig is om organisaties aan te passen aan het nieuwe wetboek en mensen op te leiden, met name bij de politie. Dat gaat om honderden miljoenen. De kosten die advocatenkantoren moeten maken zijn niet meegerekend, omdat dat geldt als eigen verantwoordelijkheid. De commissie doet wel de suggestie dat overheid en advocatuur daarover in gesprek gaan.
De ministers Grapperhaus en Dekker nemen de rekensom van de commissie voor kennisgeving aan. Verdere beslissingen over de invoering nieuwe Wetboek van Strafvordering zijn aan het volgend kabinet, schrijven ze. Dat krijgt dan meteen een financieel probleem op zijn bord. Op de meerjarenbegroting van het ministerie van JenV is het benodigde geld op dit moment niet voorhanden.
werkprocessen
De commissie-Letschert maant de diverse ketenpartners tot doelmatiger en meer uniforme werkprocessen in de aanloop naar het nieuwe wetboek. Tot nu toe is daar
nog onvoldoende naar gekeken, stelt ze. Ketenpartners dienen aan de hand van concrete voorbeelden en casuïstiek, de uitgangspunten en daarna de werkprocessen te bespreken en opnieuw te ontwerpen. ‘Van belang is dat ook de advocatuur betrokken wordt bij dit proces.’