Voor advocaat Gijs Smit (38) van het Amsterdamse kantoor van Linklaters was het voor het eerst dat hij direct te maken kreeg met een koper die niet veel meer om het lijf heeft dan een aan de beurs genoteerde zak met geld. Het gaat hier om de snel aan populariteit winnende special purpose acquisition company of spac, waarbij een investeerder eerst een beursfonds opzet, vervolgens andere beleggers uitnodigt om er ook geld in te steken en dan pas op zoek gaat naar een geschikte overnamekandidaat.
In dit geval was het de door de grote Amerikaanse investeerder TPG opgezette spac die in oktober 2020 bij de Franse energiereus Engie aanklopte om een meerderheidsbelang in Engie-dochter EVBox te nemen. Engie stemde in. Zodra aan alle formaliteiten is voldaan, worden de aandelen van EVBox komend voorjaar op Wall Street verhandeld. ‘EVBox heeft behoefte aan groeikapitaal en wil verder groeien op de Amerikaanse markt,’ zegt Smit, die met zijn collega’s verkoper Engie adviseerde. ‘De Amerikaanse kapitaalmarkt is diep en een beursnotering aan Wall Street geeft zichtbaarheid. Met de verkoop van de aandelen van EVBox aan de spac van TPG worden al die doelen in een keer bereikt.’
Bij de transactie kwam voor Linklaters alles samen. Smit: ‘We konden hier goed profiteren van ons internationale netwerk. Voor het Amsterdamse kantoor en onze collega’s in Brussel was dit de eerste spac, maar onze collega’s in de VS hadden er al ervaring mee. We zijn bovendien goed thuis in ondernemingsrecht, kapitaalmarkten en de energietransitie. Bij dat laatste zijn we meer en meer betrokken.’ In 2017 trad Linklaters al op als adviseur van Engie, dat toen EVBox van het Nederlandse Gilde overnam. EVBox startte in 2010 in Almere, verkocht vorig jaar 190.000 laadpalen en wordt inmiddels op bijna 1 miljard dollar gewaardeerd.
Waar vorig jaar ruim 180 ‘lege’ beurshulzen aan Wall Street werden genoteerd, is het aantal spacs op het Europese continent op de vingers van één hand te tellen. ‘In Amsterdam staan nu twee van deze fondsen aan de beurs,’ zegt Smit. ‘Als deze zich succesvol ontwikkelen, volgen er op de Europese markt ongetwijfeld meer.’