De rechtbank Noord-Holland heeft vrijdag het eerste zogeheten WHOA-akkoord goedgekeurd. Dankzij het akkoord, mogelijk dankzij een recente wetswijziging, is het faillissement van een evenementenbedrijf in Haarlem afgewend.

Het bedrijf, dat 25 mensen in dienst had en een omzet van circa €5 miljoen kende, was in maart 2020 door de coronacrisis volledig stilgevallen. Na ontslag van de meeste medewerkers en beëindiging van de diverse huur- en leaseovereenkomsten, resteerde een schuld van circa €1,5 miljoen. Een betalingsregeling met de schuldeisers kwam vorig jaar zomer niet van de grond, omdat een deel van de schuldeisers tegenstemde.

Sinds 1 januari geldt echter de Wet Homologatie Onderhands Akkoord. Die maakt het mogelijk een bindend akkoord te sluiten met schuldeisers, zelfs als een minderheid tegen is. In het geval van het Haarlems bedrijf is dat nu gebeurd. Ruim 90 procent van de schuldeisers, waaronder de bank en de Belastingdienst, stemde in met een regeling. Het bedrijf wordt opnieuw gefinancierd en kan na de coronacrisis weer verder.

Het akkoord is tot stand gekomen dankzij advocaten Christiaan Mensink en Martijn Dellebeke van GMW Advocaten in Den Haag. Op hun kantoorwebsite zegt Mensink: ‘Met deze bekrachtiging is het faillissement van de onderneming daadwerkelijk voorkomen en kan de ondernemer verder met een financieel gezond bedrijf. Tegelijkertijd zijn ook de betrokken schuldeisers beter af dan bij een faillissement. Een win-win situatie, precies waarvoor de WHOA bedoeld is.’

Advertentie