De maximale gevangenisstraf voor doodslag gaat omhoog van 15 naar 25 jaar, heeft het kabinet besloten op voorstel van minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid en minister Dekker voor Rechtsbescherming.
Volgens het kabinet komt de straf daarmee meer in de buurt van de maximale straf van 30 jaar voor moord, wat meer recht zou doen aan de ernst van het misdrijf. De ministerraad heeft daarmee ingestemd,
Volgens minister Grapperhaus geeft verhoging van het strafmaximum de rechter de armslag die nodig is om in alle gevallen van doodslag ‘een passende straf’ op te leggen. Minister Dekker stelt dat de straf voor doodslag recht moet doen aan ‘onherstelbaar leed bij nabestaanden van slachtoffers’.
Sinds de invoering van het Wetboek van Strafrecht staat op doodslag maximaal 15 jaar gevangenisstraf. In 2006 is de maximumduur van de gevangenisstraf voor moord verhoogd van 20 naar 30 jaar, als alternatief voor de levenslange gevangenisstraf. Door nu het maximum voor doodslag te verhogen naar 25 jaar, wordt het gat tussen doodslag en moord verkleind.
Het besluit van de ministerraad gaat als wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State. Daarna moet het parlement nog instemmen.