'Mijn doel is om mee te doen in Tokio'
Het was haar patroon bij Victor Advocaten die in de zomer van 2018 aan het einde van haar advocaat-stage opperde: ‘Waarom ga je je niet volledig op het hardlopen richten na je stage?’ Een jaar later stopte atlete Jill Holterman (29) met de advocatuur om zich volledig op een professionele sportcarrière te focussen. ‘Mijn doel is om dit jaar mee te doen met de Olympische Zomerspelen in Tokio op de marathon. Daar ga ik nu 100 procent voor. Al sluit ik een terugkeer naar de advocatuur in de toekomst niet uit.’
‘Op mijn twaalfde riep ik al dat ik advocaat wilde worden. Ik heb destijds heel bewust gekozen om aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) rechten te gaan studeren waarbij ik al snel werd geraakt door het menselijke aspect van het arbeidsrecht en het strafrecht. Eigenlijk was die passie voor de advocatuur er eerder dan de passie voor hardlopen, want daar ben ik op mijn vijftiende serieuzer mee verder gegaan.
In 2015 ben ik als advocaat-stagiair arbeidsrecht gestart bij Victor Advocaten in Alkmaar. Omdat ik ook vlieguren wilde maken in het hardlopen, werkte ik parttime. Dat hield in dat ik elke ochtend trainde, van tien tot vier aan het werk ging en daarna weer trainde. Het was geen uitzondering als ik ’s avonds pas om half negen aan het avondeten zat. Ik ging, en ga nog steeds, bijna niet uit. Maar ik heb dat nooit als offer gevoeld omdat ik het sporten zo leuk vind. Het scheelt dat mijn man Ronald Schröer ook op hoog niveau hardloopt.
In de zomer van 2018 stond ik op een kantelpunt in mijn leven: hoe nu verder? Ik merkte dat de prestaties van het hardlopen niet zo snel vooruitgingen als ik zou willen. Ik had steeds meer hersteltijd nodig dan atleten die wel volledig voor de topsport gingen. Toen mijn Beroepsopleiding Advocatuur was afgerond en het einde van mijn stage in zicht kwam, had ik een gesprek met mijn werkgever over mijn toekomst bij het kantoor. Het was mijn patroon Jocelyne Tophoff die voorstelde mijn baan op te zeggen. Het kantoor bood aan mij een jaar lang te sponsoren. Dat gaf voor mij de doorslag, want financieel is topsport lastig bedruipen.
Terugkijkend heeft deze stap mij alles gebracht wat ik ervan verwachtte. Mijn progressie in het hardlopen is aanzienlijk. Mijn eerste doel was mij te kwalificeren voor het EK halve marathon in Parijs. Dat is gelukt, al ging dat EK niet door vanwege corona. Mijn volgende doel is de Olympische Spelen van 2021. Als ik hiernaast nog als advocaat was blijven werken, was mij dat niet gelukt. Topsport is gewoon een fulltimebaan.
Het leuke aan hardlopen vind ik het gevoel van vrijheid als ik in de natuur ren. Een topatlete zijn, betekent jezelf elke dag uitdagen, veel zelfreflectie en jezelf elke dag proberen te verbeteren. Maar het is ook leren omgaan met tegenslagen als blessures en de druk en hoogspanning van wedstrijden. Topsport is willen winnen. Wat dat betreft lijkt topsport een beetje op de advocatuur, zeker wanneer je op het heetst van de strijd moet procederen. Laatst ben ik als belangstellende gaan kijken bij een rechtszaak waar ik als advocaat nog intensief aan heb meegewerkt. Toen dacht ik wel even: ‘Daar had ik kunnen staan’.
Topsport ga ik natuurlijk niet tot mijn pensioen volhouden, al kun je bij hardlopen en dan met name lange aftanden en marathons tot je veertigste aardig meekomen. Ik heb in het laatste jaar van mijn stage een specialisatie sportrecht gedaan. Ik zou het heel leuk vinden daar ooit nog wat mee te doen. Als jurist of misschien wel als advocaat. Tot die tijd hoop ik dat ik mensen weet te inspireren om voor je droom te gaan.’
'Ik heb geen moment spijt gehad van mijn keuze'
Eigenlijk was het de bedoeling dat Andries Houtakkers (65) 1 januari 2021 van zijn welverdiende pensioen zou gaan genieten. Maar het liep anders. Het CDA in Sittard-Geleen, waar hij al tien jaar fractievoorzitter was in de gemeenteraad, deed een dringend beroep op hem om wethouder te worden. ‘Ik heb geen moment spijt gehad van mijn keuze.’
‘Politiek actief zijn, is mij met de paplepel ingegoten, net als de advocatuur overigens. Mijn vader was advocaat en is daarnaast 25 jaar wethouder in Sittard geweest. Misschien was het destijds niet verstandig om beide functies te combineren, maar het was een heel andere tijd. En mijn vader had niet het gevoel dat het elkaar beet.
Zelf heb ik om de schijn van belangenverstrengeling tegen te gaan nooit de functie van wethouder geambieerd. Sittard-Geleen is met 95.000 inwoners niet zo groot. Er wordt uiteraard gepraat, er was bij mij de misschien niet gerechtvaardigde vrees dat een functie als wethouder zich zou keren tegen het kantoor waar ik partner was: Boels Zanders Advocaten. Of dat mensen ons tegen elkaar uit zouden spelen. Daarom heb ik sinds 2010 alleen maar als gemeenteraadslid gewerkt.
Ik heb nooit eerder overwogen om uit de advocatuur te stappen want ik kon mijn ei altijd goed kwijt in het vak en mijn specialisatie arbeidsrecht. Juist de combinatie advocatuur met het raadswerk lag me goed; ik ben zelf nog een paar jaar deken geweest in het arrondissement Maastricht. Bovendien is het wethouderschap niet zonder risico’s. Als ik al op mijn 55e had besloten om volledig voor de politiek te gaan en er was na nieuwe verkiezingen geen rol voor het CDA weggelegd, dan kon ik niet zomaar terug naar mijn oude maatschappelijke positie. Dat gaf wel enige voorzichtigheid.
Ik heb 37 jaar, zeven dagen per week als advocaat gewerkt en had met de maatschap afgesproken dat ik één jaar voormijn pensioen drie dagen zou gaan werken. Maar het beviel voor geen meter en ik was niet gelukkig met de constructie. Bovendien had ik bij collega’s gezien wat het met hen deed, zo eindigen na een lange carrière. Dus toen het CDA begin 2020 in het in Sittard-Geleen in het college kwam en de partij mij vroeg om wethouder cultuur, wonen, evenementen, P&O en omgevingsbeleid te worden, begon ik toch te twijfelen. Deze kans wilde ik niet aan me voorbij laten gaan. Ik heb na overleg met mijn vrouw en de maatschap ‘ja’ gezegd. Om belangverstrengeling te voorkomen, heb ik mij op de dag dat ik wethouder werd van het tableau laten schrappen en een concurrentiebeding getekend. Ik keer niet meer terug in de advocatuur.
Hoewel het twee totaal verschillende beroepen zijn, is er toch veel overlap tussen het wethouderschap en de advocatuur: veel afwisseling en dynamiek. Geen dag is hetzelfde. Als advocaat was ik gewend om mij snel dossiers eigen te maken en een heldere lijn neer te zetten. Dat helpt mij als wethouder.
Als ik echt een verschil moet opnoemen tussen beide beroepen dan is dat ik als advocaat meer gelijkgestemden om mij heen had. De politiek is een volstrekt andere wereld met soms tegenstrijdige belangen. Maar ik geniet van debatteren. De politiek is een behendigheidsspel en dat ik een achtergrond heb als advocaat is daarbij zeker een voordeel. Ik ben wel erg blij dat ik niet meer druk hoef te voldoen aan een urennorm – al heb ik nu natuurlijk wel te maken met politieke druk.
Ik sta volledig achter de keuze die ik heb gemaakt om eerder uit de advocatuur te vertrekken en mis het vak niet. Ik heb ervan genoten maar je moet niet in deemoed terugkijken. Wat ik nu doe, doe ik met veel plezier. In 2022 zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen. Daarna zien we wel weer verder.’
'Het werk dat ik nu doe, past veel beter bij wie ik ben'
Zestien jaar lang was Chantal van Aarle (43) familierechtadvocaat in Brabant, al had ze soms een haat-liefdeverhouding met het vak. In 2017 besloot ze haar toga aan de wilgen te hangen en een eigen coaching- en mediationpraktijk op te zetten. ‘Ik best lang blijven hangen in de advocatuur omdat ik het lastig vond om het roer om te gooien. Maar het werk dat ik nu doe, past veel beter bij wie ik ben.’
‘Tijdens mijn opleiding tot advocaat bij Banning Advocaten in Den Bosch belandde ik op de zogeheten softe sectie: het personen- en familierecht, een rechtsgebied waar vaak een hoop weerstand tussen mensen hangt. Maar ik vond het een uitdaging om op een constructieve manier tot een oplossing van een geschil te komen: van strijd naar overleg. Als advocaat familierecht was ik soms meer hulpverlener dan juridisch adviseur, maar dat paste ook bij me. Ik wilde mensen verder helpen.
Waar ik meer moeite mee kreeg, was de hoeveelheid energie en stress die de advocatuur mij kostte: het uren schrijven, alle termijnagenda’s. Ik stond altijd ‘aan’. Als advocaat kon ik áltijd worden gebeld: als ik met de kinderen op pad was, of om een brandje te blussen tijdens mijn vakantie. Dat ging knagen, maar voor mijn gevoel kon ik niet stoppen. Dit was mijn gebaande pad: ik had immers een goede baan met status, een hoog inkomen en fijne collega’s. En er was natuurlijk een grote angst voor het onbekende. Dus ging ik maar door met wat ik al jaren deed.
Het keerpunt kwam toen mijn compagnon bij Van Aarle Van Meeteren advocaten en mediators in Den Bosch in 2016 een burn-out kreeg en ik een paar maandenlang alleen het kantoor runde. De situatie ging nog meer wringen. In mijn werk kwam ik regelmatig echtscheidingscoaches tegen. Ik dacht: dat is wat ik eigenlijk ook wil! Al had ik geen idee hoe ik daar moest komen. Nadat mijn compagnon was teruggekeerd heb ik een opleiding Emotional Focussed Therapy (EFT) gevolgd en ben ik twee coachingsopleidingen gaan doen.
Toen kwam ik op het punt: wat nu? Veel mensen zeiden: je kunt toch gaan coachen náást jouw advocaten- en mediationpraktijk, maar dat voelde niet goed. Ik wist niet wat ik moest doen want ik wilde ook de samenwerking met mijn compagnon niet beëindigen. Ik heb in overleg met mijn man een tijdje een sabbatical genomen om afstand van alles nemen. In alle rust heb ik alle alternatieven afgewogen en geprobeerd naar mijn hart te luisteren. Ik vond het een moeilijk proces. Kiezen is ook verliezen. Ik moest afscheid nemen van degene die ik dacht te moeten zijn. Na een half jaar besloot ik te stoppen met de advocatuur en mij op het coachen te gaan richten. Toen ik de knoop had doorgehakt, voelde het vooral heel bevrijdend.
In 2017 ben ik als advocaat gestopt en in april 2018 ben ik gestart met mijn coachingspraktijk. In de kern doe ik grotendeels nog steeds hetzelfde: Ik help mensen door hun scheiding heen. Maar nu niet aan de juridische kant. Ongeveer een derde van mijn praktijk is echtscheidingsmediation, een derde bestaat uit relatie(herstel)gesprekken en de rest is individuele coaching voor mensen die op allerlei manieren vastlopen in het leven.
Ik heb geen seconde spijt van mijn keuze om de advocatuur vaarwel te zeggen. Wat ik nu doe, past veel beter bij me. Ik verdien minder dan in mijn tijd als advocaat, maar het werkend leven gaat zoveel makkelijker. Vroeger had ik op de eerste werkdag na mijn vakantie een steen op mijn maag. Nu heb ik na mijn vakantie weer zin om te gaan werken. Ik ervaar een stuk minder stress.’