Het Nederlandse stelsel

Elise Korbee 2
Elise Korbee

In het huidige stelsel krijgt in beginsel de advocaat niet de daadwerkelijke uren vergoed, maar een vast aantal uren per zaak (het forfait). Daarnaast kent Nederland een beperkt contractmodel, waarbij de Raad voor Rechtsbijstand afwijkende vergoedingen mag afspreken met een advocatenkantoor. Dit past de Raad echter nauwelijks toe.

De commissie Van der Meer constateerde dat het huidige stelsel op twee punten verbetering behoeft, namelijk kwaliteit en vergoedingen. Er zijn bijvoorbeeld éénpitters die opereren als generalisten in plaats van specialisten en structurele feedback van hun collega’s missen. Daarnaast voldoet in 87% van de gevallen het forfait niet meer.

Na jarenlange bezuinigingen, besloot minister Dekker tot een ingrijpende herziening wegens met name financiële argumenten. Met uitzondering van het jaar 2015, lijken echter sinds 2011 zowel de kosten en het aantal zaken te dalen. Dit roept de vraag op of de maatregelen van de minister geen toegestane beheersmaatregelen zijn, maar bezuinigingsmaatregelen.

Daarnaast betreft een van de verbeterpunten kwaliteitsborging: waarschijnlijk hoeven marktpartijen zich niet direct aan de kwaliteitseisen te houden en vallen ze niet onder het tuchtrecht. Daarnaast is de nieuwe rol van het Juridisch Loket tegenstrijdig: het krijgt er weer een triagetaak bij, terwijl deze aanvankelijk nadrukkelijk was neergelegd bij een aparte instantie.

De minister ledigt ook niet de acute nood. De respondenten geven aan dat zij bibliotheken en ondersteunend personeel hebben moeten wegbezuinigen. Doordat veel zaken in weinig tijd moeten worden gedaan, vermindert de kwaliteit en het werkplezier. Sommigen mijden tijdrovende en weinig opleverende zaken. Enkelen overwegen serieus om te stoppen.

Het Zweedse stelsel

In het Zweedse stelsel hebben private rechtsbijstandsverleners een prominente rol. Oorspronkelijk kende Zweden Rechtsbijstandscentra, waar overheidsjuristen bijstand en advies verleenden. In de jaren 90 werden de centra wegbezuinigd en werd een rechtsbijstandsverzekering voor iedereen verplicht. Voor civiele zaken die onverzekerbaar zijn, kent Zweden een publiek vangnet. Dit publieke vangnet kent grote gaten:

  1. familiezaken vallen er niet onder
  2. mensen die volgens de wetgever een rechtsbijstandsverzekering kunnen betalen maar er geen hebben, krijgen geen hulp
  3. juridisch advies is zowel vanuit de rechtsbijstandsverzekering als het publieke vangnet vaak onbereikbaar.

Het strafrecht en bestuursrecht zijn publiek gefinancierd gebleven, omdat het ongeschikt werd geacht voor een rechtsbijstandsverzekering. In het strafrecht kun je in de meeste gevallen een beroep doen op een publieke strafraadsman of slachtofferraadsman. Het meest prominente gat is er in het bestuursrecht: alleen in heel specifieke gevallen (bijvoorbeeld asielzaken), kun je aanspraak maken op een publieke raadsman.

In het algemeen geldt dat Zweedse advokater die werkzaam zijn in het stelsel voor gefinancierde rechtsbijstand, per uur kunnen declareren. Er bestaat een uniform urenplafond van 100 uur per zaak. Bovendien kennen de Zweden een opvallend middel om de materiële kwaliteit te stimuleren: de zaaksrechters beslissen over de hoogte van de vergoeding. Als een advokat meer uren vraagt dan redelijk is, krijgt hij minder uren vergoed. Daarnaast kunnen rechters een gedeclareerde kwaliteitstoeslag toekennen en een disfunctionerende rechtsbijstandsverlener van een zaak af halen.

Het Ierse stelsel

Het stelsel van overheidsrechtsbijstandsverleners dat Zweden oorspronkelijk kende voor civiele zaken, geldt in Ierland grotendeels nog steeds.

In Ierland nemen overheidsrechtsbijstandsverleners een prominente rol in: vanuit Law Centres verlenen solicitors juridisch advies en bijstand in civiele zaken. In 80% van de gevallen zijn dit familiezaken. Private rechtsbijstandsverleners krijgen echter een steeds grotere rol: vanwege de lange wachttijden bij de Law Centres (in het ergste geval één jaar), worden sommige zaken doorgestuurd naar specialistische panels met private solicitors en barristers. Van oudsher geven zij bijstand in strafzaken. Net als in Zweden, vallen de meeste bestuursrechtzaken buiten het stelsel. Daarnaast heeft Ierland met Zweden gemeen, dat de rechter een grote rol speelt bij het toekennen van de rechtsbijstand.

Vijf toekomstscenario’s

Op basis van de opgedane kennis en de afgenomen interviews zijn in de scriptie vijf toekomstscenario’s voor de sociale advocatuur in Nederland opgesteld: het Zweedse huis, het Ierse huis, het Huis voor Consultatie, het Huis voor Rechtshulp en het IKEA-huis.[4]

Het Zweedse stelsel, waarbij rechtsbijstand vooral wordt geregeld via een volksverzekering, en het Ierse stelsel, waarbij de rechtsbijstand met name wordt verleend door advocaten en juristen in loondienst van de overheid, zijn verwerkt in twee scenario’s: het Zweedse en het Ierse huis. Als je deze twee huizen vergelijkt, gaat het in essentie om de vraag hoe groot de rol van de overheid aan de ene kant en de private rechtsbijstandsverleners aan de andere kant moet zijn.

Het – op de interviews met de respondenten gebaseerde – IKEA-huis[5] houdt in dat het huidige stelsel op specifieke punten wordt verbeterd, maar het fundament in stand blijft.

Het abc ter verbetering

Bovendien is een abc met concrete verbeteringen opgesteld op grond van de interviews en oplossingen uit Zweden en Ierland, die met elk huis gecombineerd kunnen worden.

Interessante oplossingen uit andere landen zijn bijvoorbeeld:

–  het Schotse peerreviewsysteem met als doel dat alleen op de prijs geconcurreerd wordt en dat het kwaliteitsniveau verzekerd is. De peerreviewer krijgt evenveel betaald als de advocaat en mag er niet zijn werk van maken;

–  de Zweedse kwaliteitstoeslag en het urenplafond, omdat dit een simpeler systeem zou zijn met een financiële kwaliteitsprikkel om de materiële kwaliteit te verhogen;

– de Ierse en Zweedse rechterlijke discretie bij toevoegingsverzoeken en toekennen van vergoedingen, omdat dit ruimte laat tot maatwerk door een objectieve en deskundige partij.

Waardevolle oplossingen van Nederlandse ervaringsdeskundigen zijn bijvoorbeeld:

– een periodiek of flexibel correctiemechanisme voor het urenaantal per zaak (zoals de commissie-Maan bij de oprichting van dit stelsel voorstelde), om toekomstige problemen te voorkomen;

– een speciale maatschappelijk werker voor gefinancierde rechtsbijstand, die juridische kennis heeft en van A tot Z hulp kan verlenen (ook met de vuilniszak met brieven), vergelijkbaar met een medewerker van Slachtofferhulp;

– het versimpelen van huidige (en toekomstige) wetgeving door een commissie voor probleemgerichtere en eenvoudigere wetgeving en een zelfredzamere rechtszoekende;

– een comeback van de reclassering, omdat door bezuinigingen er nu onvoldoende kwalitatief maatschappelijk werk is voor hulp bij terugkeer van een gedetineerde en bij verwerken voor diens familie.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat we meer gebaat zijn met het implementeren van oplossingen uit Zweden, Ierland en de praktijk, dan met de ingrijpende herziening die minister Dekker voor ogen heeft.

Het wijzigen van het huidige stelsel conform het IKEA-huis zou leiden tot minder grote financiële risico’s, minder rechtsonzekerheid voor de rechtzoekende, minder risico op stoppende sociaal advocaten en minder risico op het beperken van de toegang tot het recht voor de meest kwetsbare groepen in onze samenleving. Bovendien dient ervoor gewaakt te worden dat het fundamentele recht op toegang tot de rechter niet ondersneeuwt door efficiëntie- en financiële argumenten.[6]

Noten

[1] Elise Korbee heeft deze afstudeerscriptie over gefinancierde rechtsbijstand als student geschreven (Erasmus Universiteit Rotterdam 2020, onder begeleiding van mr.dr. J.S. Nan en dr. J.W. Hiah). Ze is per 1 januari 2021 werkzaam als beleidsmedewerker bij de NOvA.
[2] Elise Korbee, De (on)mogelijke toekomst van de sociale advocatuur | Een abc ter verbetering van het huidige stelsel, Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam 2020, https://www.njb.nl/media/4081/togascriptie-sociale-advocatuur-elise-korbee-kopiedocx.pdf.
[3] Er is gesproken met Phon van den Biesen, Theda Boersema, Peter Hanenberg, Leo Spigt, Gerard Spong, Mischa Wladimiroff en anderen, en andere relevante gesprekspartners zoals de oud-programmadirecteur stelselvernieuwing rechtsbijstand bij het ministerie van Justitie en Veiligheid, Henrike Karreman en de Zweedse rechtsgeleerde Sebastian Wejedal.
[4] Omdat minister Dekker het huidige stelsel vergelijkt met een huis met een lekkend dak, is voor deze benaming gekozen.
[5] Met slimme IKEA-oplossingen blijf je wonen in hetzelfde huis, maar is het efficiënter ingericht.
[6] https://www.njb.nl/media/4081/togascriptie-sociale-advocatuur-elise-korbee-kopiedocx.pdf.

Advertentie