Maarten Russchen (56) is geen doorsnee-advocaat. Hij houdt kantoor op het terrein van de oude Prodentfabriek in Amersfoort, direct aan het riviertje de Eem, tussen filmmakers, vormgevers en decorbouwers. Half advocaat, half muzikant, daar komt het zo’n beetje op neer. Zijn beeldscherm wordt geflankeerd door stevige monitorluidsprekers. En als hij de volumeknop opendraait en zijn eigen muziek door zijn kantoortje laat schallen, beweegt zijn hele lichaam mee.

In mijn schaduw, nog altijd die vent
Die niet wilde deugen
Jaren geleden, maar hij zit er nog steeds
Heel diep vanbinnen, bevreesd
Want je blijft wie je bent 

Het is het refrein van Je blijft wie je bent, over het stigma van de veroordeelde, dat hij torst als een geheim en dat zich laat voelen bij een nieuwe baan, een nieuwe relatie, bij elke stap vooruit eigenlijk. Hoe herkenbaar. Daar hoef je geen strafrechtadvocaat voor te zijn.

FLUOR, het poppodium waar ‘Sad Songs About The Law’ op 9 april zijn première beleeft, ligt om de hoek. Of er die dag publiek zal zijn, is afwachten nu het land op slot zit. Hoe dan ook wordt het optreden gestreamd met vijf camera’s: voor de pauze een set met Nederlandstalige akoestische nummers, vertelt Russchen, ‘na de pauze nog even knallen met de band.’

Muzikaal nest

Hij komt uit een muzikaal nest. Vader was violist, moeder pianiste. Thuis werd vooral veel Bach gedraaid. Aan school – ‘die zesjescultuur’ – had Maarten een broertje dood. Liever speelde hij in bandjes. Van het Zwolse Gymnasium Celeanum, een van de oudste gymnasia van Nederland, werd hij afgetrapt omdat hij niks uitvoerde. Zijn vader zei hem: ‘Jongen, je zorgt maar dat je een diploma haalt, anders betaal ik geen cent meer.’

Het werd het conservatorium in Hilversum. In de jaren tachtig was dat theplace to be in de lichte muziek, met de omroeporkesten om de hoek. Op het conservatorium, in een omgeving die gericht was op het beste, gedijde Maarten. Zo veel mogelijk spelen was het parool. Hij zat in een radio-orkest met de drummer die nog de tune van de Fabeltjeskrant en de zware drumpartij aan het begin van actualiteitenrubriek Brandpunt had ingespeeld. Viel in als gitarist bij het Metropole Orkest van wijlen Rogier van Otterloo. Repeteerde met Lee Towers voor diens eerste Kuipspektakels – maar als het feitelijke optreden daar was, nam de vaste gitarist het over.

Broodmuzikant, was dat het dan? ‘Ik kreeg een dip. Ik zag mezelf niet de rest van mijn leven als sessiemuzikant werken,’ vertelt Russchen. Dus werd het rechten in Utrecht. Verfrissend vond hij het om weer buiten de muziekwereld bezig te zijn. Een tijdje combineerde hij zijn rechtenstudie met het conservatorium, maar dat bleek niet te doen. Hij liet het conservatorium voor wat het was, legde zijn focus op het recht, haalde fluitend al zijn vakken en ging, 27 inmiddels, als stagiair aan de slag bij Korte & De Wit in Bussum. Een paar jaar algemene praktijk, vooral strafrecht, arbeid en piket. Maar hij wilde iets doen met de combinatie van recht en muziek en vertrok naar Van der Kroft aan de Keizersgracht in Amsterdam, het eerste Nederlandse nichekantoor op het gebied van entertainment.

Het was medio jaren negentig. De opkomst van de gabbers, raves in sporthallen. De eerste Nederlandse dj’s stonden op. Russchen ging platendeals doen. Praat hem niet over de muziek, die vond hij soms niet te pruimen. ‘Over smaak valt niet te twisten. In veel van mijn dossiers vond ik de muziek verschrikkelijk, maar dat doet er niet toe. Je bent een radertje in de industrie, sluit deals en sust problemen.’

Drie jaar werkte Russchen in de platenbusiness zelf, als hoofd juridische zaken bij platenmaatschappij CNR/Arcade. Daar kreeg hij meer overzicht over de zakelijke kant van de muziekindustrie en leerde hij deals doorrekenen. Later volgden tien jaren bij Dommerholt Advocaten en verbreedde hij zijn IE-praktijk naar de informatietechnologie. Niet voor niets, want de muziekwereld verandert snel. ‘Sinds twee jaar wordt er meer verdiend in de online-muziekexploitatie dan met cd’s. Dat zie je terug in de dossiers. Op dit moment ben ik bijvoorbeeld bezig met een zaak over de online-exploitatie van een grote muziekcatalogus.’

O zo mooi verwoord, maar ik maak me weer eens schuldig 
Aan drammen en herhaling, ben veel te ongeduldig 
Stilte dwingt de waarheid af van woorden die zijn gesproken 
Ze hangen in de ruimte nog en worden dan gewogen 
(Uit Spreken is zilver 

Akoestisch

Inmiddels is hij alweer negen jaar eenpitter. Al die tijd bleef hij natuurlijk spelen. In 2015 begon Russchen een band onder eigen naam. Daarmee speelde hij vooral in het bluescircuit, maar gaandeweg sloop het recht als thema in de nummers die hij schreef. In zijn creatieve brein vormde zich ‘Sad Songs About The Law’. De volgende stap: schrijven in het Nederlands, zodat de inhoud meer centraal kwam te staan.

De songs gaan over thema’s die elke advocaat vertrouwd in de oren klinken. Over de toegang tot het recht bijvoorbeeld, of beter, het gebrek eraan. Want, ziet Russchen ook in zijn eigen praktijk, ‘de gefinancierde rechtshulp bestaat eigenlijk niet meer. Eén van de drie belangrijke pilaren van onze democratische rechtsstaat functioneert niet goed, want als gewone burger, en ook als klein bedrijf, kun je helemaal niet meer naar de rechter. Het is te duur, en dat geldt helemaal voor de meeste artiesten en muzikanten. Het is al heel moeilijk om geld te verdienen in de muziek en dan krijg je ook nog eens geen toevoeging. In een intellectuele-eigendomszaak is het indicatietarief voor een eenvoudig kort geding 6000 euro en voor een bodemprocedure 25.000. Verlies je de zaak, dan zit je zo op 50.000.’

Niet altijd zijn de songthema’s groot. Vaak zijn ze juist heel klein. Bestemming onbepaald gaat over die mensen die je keer op keer in de wachtruimte van de rechtbank ziet, die het in zich hebben om problemen aan te trekken als een magneet. Te goeder trouw over dat rare verschijnsel dat, als er een keer in je leven iets fout gaat, ineens de missers zich aaneenrijgen, alsof er een natuurwet achter schuilgaat. Reden over het eindeloos aaneenrijgen van argumenten en overwegingen zonder te zeggen waar het echt op staat.

Schrijven in het Nederlands was een grote stap. ‘Zangtechnisch is Nederlands een lastige taal, met al die harde klanken. Probeer jij maar eens goed een G te zingen. Er zijn zelfs componisten die zo proberen te schrijven dat ze die G vermijden. En bijzonder met Nederlands is natuurlijk dat je je publiek veel directer kunt bereiken met de inhoud.’

Een muzikant wil altijd spelen, en dus zag Russchen al een tournee langs de arrondissementen voor zich; in elk arrondissement één optreden. Corona gooide roet in het eten, daarom nu eerst maar dat ene concert. Hij mist het spelen, het contact met de band en met de zaal. ‘Spelen is een ontzettend sociale bezigheid. Ik stond soms drie keer per week op het podium. Maar het einde van de crisis is in zicht, het gaat weer komen.’

Vraag hem niet waarom hij schrijft. Natuurlijk, hij heeft een boodschap, een boodschap waarmee hij een publiek wil bereiken. Maar dat is niet het belangrijkst. ‘Ik moet dat gewoon doen, liedjes schrijven. Ik ben muzikant en ik maak liedjes. Dat is wat ik doe.’

De livestream van Sad Songs About The Law is op 9 april gratis te volgen via witch.tv/fluor033. Op bas is nog een advocaat in actie te zien, huurrechtspecialist Marten Jeths van Tomlow Advocaten.

Lars1

Lars Kuipers

Freelance journalist

Profile page
Advertentie