Volgens de NOvA is jaarlijks 150 miljoen euro nodig om te investeren in adequate vergoedingen voor rechtsbijstand ten behoeve van adequate oplossingen voor rechtzoekenden. ‘Breed erkend is inmiddels dat de vergoedingen voor de sociale advocatuur te laag zijn en niet in evenwicht zijn met het aantal uren dat een advocaat nodig heeft voor gedegen rechtsbijstand,’ schrijft de NOvA.
‘De onzekere uitkomsten van een stelselherziening die nog jaren op zich laat wachten en het aflopen van de overbruggingsregeling in 2022 maakt de situatie nog nijpender. Blijft de benodigde financiële injectie uit, dan heeft dit grote gevolgen voor het fundamentele recht op rechtsbijstand en de toegang tot de rechter van de meest kwetsbare groep rechtzoekenden.’
Eerstelijns rechtshulp
Ook wil de NOvA dat wordt geïnvesteerd in nulde- en eerstelijns rechtshulp. ‘De eerstelijns rechtshulp, zoals onder andere gegeven wordt door het Juridisch Loket, levert een noodzakelijke bijdrage aan het zoeken van de beste oplossing voor rechtzoekenden. Waar nodig adviseren zij of verwijzen zij door naar andere instantie(s) of advocaat. In de aansluiting tussen nulde-, eerste- en tweedelijns rechtshulp worden echter nog geregeld leemtes ervaren.’
Volgens de NOvA laat het project Samenwerken in de eerste lijn zien dat investeren in een goede samenwerking tussen de eerste en tweede lijn ertoe leidt dat rechtzoekenden beter en sneller worden geholpen naar een passende oplossing. ‘Deze samenwerking moet ook in de toekomst voortgezet worden.’
Nieuwe aanwas
De NOvA schrijft verder dat in een kleine tien jaar tijd het aandeel sociaal advocaten van 35 jaar en jonger met twaalf procent is afgenomen. De subsidieregeling die in het leven is geroepen om advocatenkantoren te stimuleren stagiaires aan te trekken moet daarom structureel worden. ‘Advocaat-stagiaires zien op dit moment weinig toekomst in de sociale praktijk wegens de lage vergoedingen en de sociale advocatenkantoren hebben onvoldoende middelen om stagiaires in dienst te nemen. In combinatie met de vergrijzing komt hierdoor de toegang tot het recht extra onder druk te staan.’