Door de uitbraak van het coronavirus konden veel fysieke zittingen tussen 17 maart en 11 mei 2020 niet plaatsvinden. Ongeveer veertienduizend misdrijfzaken bij de rechtbanken en ruim drieduizend strafzaken bij de gerechtshoven konden niet door de rechter worden behandeld.

De daaruit voortvloeiende achterstanden in misdrijfzaken worden in samenspraak met het OM weggewerkt, meldt de Rechtspraak. Onder andere met behulp van avondzittingen, het behandelen van meer zaken door één rechter in plaats van drie en meer OM-strafbeschikkingen voor lichte zaken. Ook zijn er rechters ingezet die met pensioen zouden gaan of dat al waren. De door de coronacrisis ontstane achterstanden in misdrijfzaken waren volgens de Rechtspraak in februari 2021 voor zeventig procent ingelopen. De raad verwacht dat de achterstand uiterlijk eind 2021 volledig is weggewerkt.

Civiele zaken

Ruim driekwart (76 procent) van de in 2020 afgehandelde zaken waren civielrechtelijke handelsgeschillen en familiezaken (rechtbank, hof en kanton). Zeventien procent van de zaken was een strafzaak, de resterende zeven procent bestond uit bestuursrechtzaken, vreemdelingenzaken en belastingzaken. Het aandeel strafzaken nam iets af en het aandeel civiele zaken nam iets toe in 2020 vergeleken met de verdeling in 2019.

In 2020 werden er 675 wrakingsverzoeken ingediend, waarvan 549 bij de rechtbanken, 111 bij de gerechtshoven, 12 bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB) en 3 bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). In totaal werden 17 wrakingsverzoeken gegrond verklaard.

Zorgen

In het bijgaande jaarbericht uit Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, zijn zorgen over de coronasteunwetgeving en de Jeugdwet. In beide gevallen ligt onrecht op de loer, zegt hij. Zo zijn er zorgen over de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) en de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW), bedoeld om financiële steun te verlenen aan bedrijven en ondernemers die zijn getroffen door de coronacrisis. ‘De expliciete datum die bepaalt of wel of geen steun kan worden verleend, kan onrecht in de hand werken en het is maar de vraag of de rechter ruimte heeft om dit onrecht in de zittingszaal te corrigeren.’ Wat betreft het jeugdrecht is volgens Naves aanpassing van het stelsel is nodig, ‘zodat kinderen en ouders niet meer zo lang op hulp hoeven te wachten’.

Naves blikt verder terug op een jaar dat werd gedomineerd door de coronacrisis, maar ook door de toeslagenaffaire. ‘Voor duizenden was 2020 het jaar waarin hun leed eindelijk erkenning kreeg.’ De Rechtspraak moet daarop haar verantwoordelijkheid nemen en bijdragen aan verbetering, stelt Naves. ‘Naar aanleiding van de toeslagenaffaire probeert de Rechtspraak in kaart te brengen of er op meer plekken vergelijkbare problemen spelen. Of jurisprudentie te knellend is, wetten te rigide zijn of de uitwerking daarvan schrijnend.’

Klik hier om naar het jaarverslag te gaan.

Redactie Advocatenblad

Profile page
Advertentie