Volgens de dekens is de advocatuur in 2020 zakelijk gezien redelijk door de coronapandemie gekomen. Voor zover bekend gingen geen kantoren failliet. Maar de komende periode moet er extra aandacht en tijd geïnvesteerd worden in de begeleiding van stagiairs, waarschuwen de dekens, om opgelopen achterstanden in te halen.
Met name het vele thuiswerken is een probleem, stelt Bas le Large, deken van de orde Midden-Nederland: ‘Thuiswerken werkt, maar voor de stagiairs is deze tijd een ramp, je hebt de dynamiek van het kantoor nodig om het vak te leren, je hoort, ziet en leert meer wanneer je op de werkvloer aanwezig bent.’
Rode vlag
Het jaar 2020 kenmerkte zich niet alleen door corona, maar ook door de grootschalige analyse van de financiële resultaten. Voor het eerst werden in alle arrondissementen de financiële kengetallen van kantoren geanalyseerd, om daarmee tijdig mogelijke probleemgevallen te kunnen opsporen. Kantoren die het financieel moeilijk hebben, lopen een verhoogd risico geen goed werk te leveren, is de gedachte.
In totaal beoordeelde de Unit Financieel Toezicht Advocatuur (FTA), in opdracht van de dekens, 6.122 kantoren. De analyse van de cijfers leidt tot groene, oranje of rode vlaggen, waarbij de laatste twee als risico categorieën worden gezien.
In totaal kregen 1.304 kantoren een oranje of rode vlag, hetgeen leidde tot een bespreking tussen de deken en de unit FTA over een eventuele vervolgactie. Die opvolging bestond uit het opvragen van nadere financiële gegevens, het telefonisch vragen van een toelichting door de deken of het plannen van een kantoorbezoek. In ruim de helft van de gevallen werd geen verdere actie ondernomen.
Door de coronapandemie konden de dekens minder vaak dan gewenst op kantoorbezoek. Als doelstelling geldt dat ze jaarlijks tien procent van de kantoren in hun arrondissement bezoeken. In 2020 lukt dat slechts bij 7,5 procent. In twee derde van de gevallen betrof het een eenmanszaak, rekening houdend met het speerpunt van het dekenberaad om deze categorie extra aandacht te geven.
Wwft
Met het oog op de Wwft besteedden de dekens in 2020 bij het toezicht extra aandacht aan de herkomst van door advocaten van cliënten ontvangen gelden. Ongeveer een kwart van alle kantoren doet Wwft-gerelateerde zaken. In opdracht van de dekens deed de Unit FTA een steekproef bij vijftig kantoren naar de naleving van de regels. Belangrijkste conclusies zijn dat alle onderzochte advocatenkantoren een goed beeld hebben van hun cliënten en wat de aard van de gevraagde diensten is, melden de dekens. ‘De meerderheid van de advocatenkantoren neemt het proces van het onderzoeken van een ongebruikelijke transactie (indien van toepassing) serieus en overweegt zorgvuldig of dit moet worden gemeld aan de FIU of niet. Van alle onderzochte dossiers is slechts in een zeer beperkt aantal dossiers sprake van een mogelijke ongebruikelijke transactie.’
Klachten
Het aantal klachten tegen advocaten nam in 2020 opnieuw toe, tot 2726. Een jaar eerder betrof het 2576 klachten, in 2018 nog 2301 klachten. In de meeste gevallen betrof het een klacht tegen de eigen advocaat.
Omdat de afhandeling van klachten een tijdrovend karwei is, hebben de dekens nader onderzoek laten doen. Ze zijn wettelijk verplicht elke klacht te behandelen, maar menen tegelijkertijd dat een deel van de klachten niet bij hen thuishoort.
Het nader onderzoek bevestigt dat beeld. ‘Uit een eerste analyse van de cijfers kan grofweg gesteld worden dat een derde van alle klachten de raad van discipline bereikt en van dit aantal door de raad van discipline de helft kennelijk ongegrond
wordt verklaard. Dat betekent dat slechts ongeveer een zesde van alle klachten ten volle door de tuchtrechter beoordeeld (kan) wordt(en). Ongeveer de helft van die klachten wordt gegrond verklaard.’
De deken van Noord-Nederland Eef van de Wiel zegt daarover in het jaarverslag: ‘Niet alle cliënten zijn ruziezoekers, maar alle ruziezoekers komen wel bij advocaten terecht en gaan daarna geregeld als klager bij de deken door.’
In 2020 hebben de dekens in 93 zaken een dekenbezwaar ingediend.