Daar krijgen ze rechtzoekende burgers te zien en doen ze onder begeleiding echte procedures. Voor deze ‘praktijkstage’ wordt betaald en de advocaten kunnen de slimme kostgangers bovendien gratis inzetten. Sympathiek idee. Zolang het maar niet wordt gebruikt als neoliberaal lapmiddel om onderliggende misstanden toe te dekken.
Proceservaring is schaars bij de grote commerciële kantoren. Dat veel van hen een afdeling hebben met de naam litigation – en dan nog alleen corporate litigation – zegt genoeg. De rest van het kantoor bestaat dan uit pseudoadvocaten die met hun vingers van de gereedschapskist af moeten blijven. De veelbelovende stagiairs, soms tijdens hun studie al geworven met luxereisjes, gratis rolkoffers en andere happy hello’s, realiseren zich dat vaak niet. Zo’n kantoor biedt de jonge advocaten wel een riant salaris maar ook een togaloos bestaan. Eenmaal in loondienst blijkt het procesmonopolie een exotisch fabeldier dat zij hoofdzakelijk kennen uit de verhalen van een oudere compagnon aan de bar op vrijdagmiddag.
De orde van advocaten ziet met stijgende zorg dat stagiairs er niet in slagen de verplichte schrapkaart van vijf optredens in rechte en zeven processtukken af te vinken. Dat lukt nu eenmaal niet in een dataroom. Wie boft mag een keer in de faillissementskamer ‘tot persistit’ roepen, pro forma zwaaiend met een leeg dossier. Anderen moeten zelf maar wat verzinnen. Op de website van de orde worden ze gewaarschuwd: ‘Het gaat bij de proceservaring om zaken die buiten de privésfeer liggen van de advocaat-stagiair. Een bezwaar tegen een parkeerboete kan bijvoorbeeld niet meetellen voor de proceservaring.’ Het staat er echt.
Sociale advocatenkantoren hebben daarentegen wél veel proceservaring. Daar krijgen toga’s nog de kans om te slijten. Maar toevoegingsadvocaten verdienen te weinig en steeds meer van deze kantoren sluiten hun deuren. Door de onwil van de overheid om goede rechtsbijstand voor burgers met een krappe beurs te financieren, is er in de sociale advocatuur een structureel tekort van vele miljoenen per jaar. Dat wordt niet opgelost met wat kruisbestuiving binnen de balie.
Toch is het idee van de detachering op zich goed. Maar beperk het dan niet tot de advocaat-stagiairs. Juist ook voor de senior bankjurist of de M&A-specialist, zou een jaarlijkse snuffelstage in een sociale procespraktijk best heilzaam zijn. Het advocatenhart gaat er mogelijk wat sneller van kloppen.
Het lijkt mij heel verfrissend, wanneer je na al die leveraged finance transactions eens een kort geding zou mogen doen. Bijvoorbeeld om uitzetting van een armlastig gezin uit een woning te voorkomen. Je zou er misschien nog geld op toeleggen ook.