De advocaat had al een uitgebreid tuchtrechtelijk verleden, dat in april uitmondde in een onherroepelijke schrapping door het Hof van Discipline.
In maart werd hij in Rotterdam aangehouden en in verzekering gesteld. Hij was toen onder invloed, had enkele grammen cocaïne op zak en verklaarde dagelijks cocaïne te gebruiken. Volgens het proces-verbaal maakte hij een verwarde indruk, schreeuwde hij tegen de agenten en zwaaide hij met zijn armen.
Na enkele dagen in de cel te hebben doorgebracht, werd de voormalige advocaat korte tijd opgenomen in een gesloten inrichting. In een gesprek met de deken eind maart, maakte hij opnieuw een verwarde indruk. De deken had op dat moment al de zoveelste zaak bij de tuchtrechter lopen tegen de man, deze keer omdat hij zijn financiële bijdrage niet had betaald en weigerde zijn boeken te overleggen. De recente gebeurtenissen deden de deken besluiten zijn klacht uit te breiden.
De Raad van Discipline verklaarde het dekenbezwaar deze week op alle punten gegrond. Volgens de raad is voldoende gebleken dat het gedrag van de man absoluut ontoelaatbaar en een advocaat onwaardig is en dat hij het vertrouwen in de advocatuur en in zijn eigen beroepsuitoefening schaadt.
Met de dubbele schrapping is het nagenoeg uitgesloten dat de voormalige advocaat ooit nog zijn oude beroep kan oppakken. Voor de jongste schrapping is nog wel beroep mogelijk.