Op de vijfde en laatste zittingsdag móét de officier van justitie iets van het hart. ‘De verdediging heeft de afgelopen dagen grote woorden gebruikt. Het OM zou in een andere rechtsstaat leven. De verdediging is misleid. Het hele onderzoek kan zo de prullenbak in. Het zou zelfs gaan om een aanval op de rechtsstaat, van binnenuit.’
Hij pauzeert een moment, zodat zijn woorden kunnen indalen. ‘Tjonge.’
Hij schudt verdrietig zijn hoofd. ‘We kunnen begrip opbrengen voor advocaten die stevig voor hun cliënt strijden, maar vragen ons af of serieus is nagedacht over dit soort uitspraken. Zo ja, misschien moeten de raadslieden dan nog eens nadenken. En nog maar eens. Los van de vraag of de woorden worden waargemaakt; ze passen niet bij een zaak van dit kaliber, van deze ernst, van deze impact en van deze gevolgen.’
Stank voor dank, lijkt hij te willen zeggen. Terwijl het OM zijn best doet om de moord op nota bene een advocaat te vergelden.
Het verwijt van de officier vormt het voorlopig sluitstuk van de zaak-Pulheim, het onderzoek naar de liquidatie van Derk Wiersum. De advocaat wordt op 18 september 2019 om 07.38 doodgeschoten, voor zijn huis in het Amsterdamse Buitenveldert, op weg naar zijn werk. Binnen een week wordt de Almeerder Giërmo B. aangehouden omdat hij rondrijdt in de Opel Combo die bij de aanslag is gebruikt. Vier maanden later volgt de arrestatie van zijn Rotterdamse vriend Moreno B.
Pas in juli van dit jaar is de inhoudelijke behandeling van de strafzaak, in de rechtbank op Schiphol. Er zijn dan al negen pro-formazittingen geweest en de verstandhouding tussen OM en raadslieden is licht verzuurd. De veelvuldige afwijzing van verzoeken om nader onderzoek is de grootste steen des aanstoots gebleken.
Dag 1
De wrevel steekt op de eerste dag van de inhoudelijke behandeling dan ook meteen de kop op, als advocaten Gerald en Machteld Roethof en Jacques Taekema de eerste rij van de rechtszaal inschuiven.
Taekema, raadsman van de 37-jarige Giërmo, steekt van wal met een nieuwe trits aan onderzoekswensen. Het OM moet alle telecomdata en informatie van politie-informanten op tafel leggen. Verder dienen kroongetuige Nabil B., de weduwe Wiersum en Peter R. de Vries als getuige te worden gehoord. Dat laatste ligt gevoelig, want de misdaadjournalist is de week daarvoor neergeschoten en ligt op dat moment nog in het ziekenhuis.
De naam van Peter R. de Vries zal tijdens de vijf zittingsdagen vaker vallen. De aanslag verwordt in de loop van het proces tot moord, net zoals op Derk Wiersum. De twee liquidaties hebben veel gemeen: zowel Wiersum als De Vries stond kroongetuige Nabil B. bij, als advocaat respectievelijk vertrouwensman. Allebei zijn ze om het leven gebracht met schoten op het hoofd, van dichtbij. In beide zaken lijken de schutters in opdracht te hebben gehandeld.
Kroongetuige Nabil B. geldt voor de verdediging als belangrijkste getuige, zowel bij Taekema als bij de Roethofs, raadslieden van de 34-jarige Moreno. Volgens verklaring van de weduwe Wiersum had haar man daags voor de moord ruzie met Nabil B. Het conflict zou draaien om een geheime iPhone van Nabil B. in het bezit van Wiersum.
Taekema en de Roethofs willen daar het fijne van weten, maar het OM ziet de noodzaak niet. De ruzie tussen Wiersum en Nabil B. stelde niets voor en de kroongetuige is medisch niet in staat gehoord te worden, stellen de twee OvJ’s. Hun namen – en die van de rechters – blijven tijdens de strafzaak om veiligheidsredenen achterwege.
De weigering leidt tot wanhoop en boosheid bij Gerald Roethof. ‘Dit is onbestaanbaar,’ briest hij. ‘De belangen in dit proces zijn enorm. Dan kun je toch niet belangrijke getuigen van de lijst halen?’ Pathos is een kenmerk van Roethof. ‘Geef mijn cliënt een eerlijk proces,’ smeekt hij welhaast de drie rechters.
Het mag niet baten. Na beraad wijzen de rechters de verzoeken af.
Roethof doet een nieuwe poging om de inhoudelijke behandeling uit te stellen. Het is hem opgevallen dat het OM de tenlastelegging iets heeft veranderd. Dat is een wijziging in de vordering, doceert Roethof, en de wetgever heeft bepaald dat de verdediging daarmee akkoord moet gaan. ‘Zonder instemming kan de zaak niet worden voortgezet en ik geef geen toestemming.’
Het procedurele slimmigheidje loopt op niets uit. Volgens de rechtbank zegt artikel 314 Sv inderdaad dat de verdediging moet instemmen met een vorderingswijziging, op straffe van schorsing. ‘Maar het is volgens artikel 319 aan de rechter om de schorsing voor bepaalde tijd vast te stellen. Ik schors tot halfdrie.’
De rest van de dag doet de verdediging er meestal het zwijgen toe. Letterlijk. De beide verdachten hebben van hun raadsman kennelijk het advies gekregen gebruik te maken van hun zwijgrecht en volharden daarin. Het OM zal hen later deze proceshouding verwijten en ook de rechter lijkt er weinig begrip voor te hebben. ‘Dit is het moment en de plaats om met overtuiging uit te leggen waarom u hier niets mee te maken heeft,’ probeert hij Moreno over te halen. Raadsman Taekema schiet in actie. ‘Dit geeft wel een beetje aan hoe u tegen de zaak kijkt. Het is niet mijn cliënt die u als rechtbank moet overtuigen, het Openbaar Ministerie moet met sluitend en overtuigend bewijs komen.’ De voorzitter laat zich gewillig corrigeren. ‘Juridisch heeft u volkomen gelijk.’
Dan worden er beelden van de aanslag getoond, van een particuliere camera die op de straat van Wiersum is gericht. Daarop is – van grote afstand – te zien wat er op de ochtend van 18 september gebeurt, op het moment dat Derk in zijn auto stapt. Een in het zwart geklede man loopt naar het chauffeursportier en richt tot twee keer toe een pistool. Het wapen weigert, de man loopt weg. Als Derk Wiersum uit zijn auto stapt en de man achternagaat, draait die zich om en schiet alsnog. Wiersum wordt geraakt door zes kogels. Dat laatste is niet te zien, het openstaande autoportier belemmert het zicht. Het wordt muisstil in de rechtbank. Een mens onder dreiging kiest onbewust uit drie reflexen: bevriezen, vluchten of vechten. Had Derk Wiersum maar een andere reflex gehad.
Dag 2
Op dag 2 heeft de verdediging het relatief rustig. Het is vooral de rechter die in een lange monoloog het dossier oplepelt en pogingen blijft doen de verdachten aan de praat te krijgen. Tevergeefs. ‘Ik ben niet tot antwoorden verplicht,’ luidt de mantra van Moreno.
Opnieuw worden de beelden van de aanslag getoond, nu met het oog op het tengere postuur van de dader en zijn merkwaardige, zwalkende manier van lopen. Taekema grijpt dat moment aan om de rechtbank te vragen een waarneming te doen. Hij gaat staan en vraagt zijn cliënt hetzelfde te doen. ‘Ik ben 1,85 meter, mijn cliënt is een beetje kleiner, zoals u kunt zien.’ De advocaat en Giërmo draaien vervolgens om hun as, zodat de rechters goed kunnen zien dat het postuur van Giërmo niet lijkt op dat van de zwarte gestalte.
Gerald Roethof volgt het voorbeeld van zijn confrère niet, zijn cliënt Moreno mag blijven zitten. Van Moreno is bekend dat hij een afwijking aan een voet heeft.
Zijn cliënt reageert wel nadat advocaat Stijn Franken zich tot de rechtbank heeft gewend. Franken vertegenwoordigt de afwezige nabestaanden. De weduwe van Derk Wiersum, hun kinderen en zijn moeder dienen geen vordering tot schadevergoeding in, ter bescherming van hun persoonlijke levenssfeer. Wiersums vader vordert wel een schadevergoeding, van 20.000 euro, conform artikel 51f Sv, lid2 en artikel 6:108 BW.
De vader maakt ook gebruik van zijn spreekrecht, via een opgenomen videoboodschap. De boodschap maakt indruk, ook omdat hij de verdachten niet als daders aanspreekt. ‘Als bewezen wordt geacht wat u verweten wordt, dan zou u zich moeten schamen. Dan lijkt het erop dat uw moreel kompas totaal op tilt is geslagen. Dat u dat niet in de gaten hebt gehad, is treurig. Voor de maatschappij, maar ook voor uzelf en uw naasten.’
Nu voelen beide verdachten wel behoefte om te praten. Moreno leest een korte verklaring voor, waarin hij vertelt hoe erg hij het vindt. ‘Ik kan u garanderen dat ik Derk Wiersum niet heb doodgeschoten.’ Giërmo noemt het hartverscheurend. ‘Deze vader heeft zijn kind verloren. Ik voel met hem mee. Ik ben zelf ook vader.’
Dag 3
Op dag 3 van het proces is het Openbaar Ministerie aan zet. In een urenlang requisitoir zetten de beide OvJ’s uiteen hoe zij tot de conclusie komen dat Giërmo en Moreno verantwoordelijk zijn voor de moord op Derk Wiersum. Ze tekenen daarbij aan dat het in deze zaak gaat om de beide uitvoerders. Personen die hen hebben geholpen (‘de faciliteerders’) en de opdrachtgevers (‘de groepering rond Ridouan Taghi’) komen, als het aan het OM ligt, later nog voor de rechter. Het onderzoek daarnaar loopt nog.
De bewijzen tegen de twee zijn verzameld gedurende een rechercheonderzoek waarin kosten noch moeite zijn gespaard. De berg informatie is ontzagwekkend, maar vooral technisch van aard. Eventuele getuigen uit de kringen van de verdachten houden hun lippen stijf op elkaar. Getapte telefoongesprekken leveren hooguit verwijzingen op, geen ‘smoking gun’. Het OM pakt uit met een professionele videopresentatie van drie kwartier waarin alle belastende informatie in samenhang wordt getoond. Camerabeelden (plus data uit verkeersregistraties en navigatiesystemen) die laten zien dat Wiersum dagenlang met drie gestolen auto’s werd geobserveerd. Een van de auto’s – de witte Opel Combo – is op de dag zelf gebruikt. Daarnaast beschikt het OM over telecomdata die weergeven op welke momenten bepaalde mobieltjes waar actief waren. Ook deze toestellen koppelt het OM aan de verdachten. Verder is hun DNA aangetroffen in de Opel Combo, alsmede bloedsporen van Wiersum. Giërmo probeerde bovendien te vluchten naar Suriname. Zes dagen na de moord plukte de politie hem op Schiphol uit de rij. Een ander gegeven: waar ze eerst platzak waren, beschikken de verdachten plots over geld. Voor de kijker lijdt het geen twijfel: Moreno en Giërmo waren die zwarte woensdag schutter en chauffeur.
Opvallend is dat het OM geen verdere rolverdeling aanbrengt. Wie de schutter is, blijft in het midden; beide verdachten worden aangemerkt als medepleger. ‘Tussen verdachten is sprake van een bewuste en nauwe samenwerking in de zin van artikel 27 Sv. Het accent ligt op de samenwerking, niet op wie welke feiten heeft gepleegd.’
Dan volgt de strafeis: levenslang. ‘Het is een misvatting dat levenslange gevangenisstraf alleen kan worden opgelegd als sprake is van meerdere moorden of meervoudige doodslag,’ zegt een van de officieren. Levenslang moet nu ook de uitkomst zijn, stelt ze. ‘Het verschil zit ’m niet in de vergelding, maar in de generale preventie die uit moet gaan van de straf.’ Wiersum is gedood omdat hij advocaat was en dat dient de rechtbank mee te wegen.
Ze wijst ook op de aanslag op Peter R. de Vries en de broer van Nabil B., gericht op het zaaien van angst en terreur. ‘Het is van groot belang dat een glashelder signaal wordt afgegeven dat deze gang van zaken op geen enkele wijze wordt geaccepteerd.’
De advocaten Roethof en Taekema maken, zodra de rechter het hen toestaat, een procedureel punt. De videopresentatie mag onder geen beding deel uitmaken van het strafdossier. Vooral Taekema gaat er met gestrekt been in. ‘Het lijkt wel of het OM in een ander rechtssysteem functioneert dan het mijne.’ In de video worden vaak vermoedens en aannames uitgesproken, klaagt hij bij de rechter. ‘Vermoedelijk en aannemelijk past niet in een requisitoir. Het OM moet feiten aandragen op basis waarvan u tot een oordeel kunt komen.’
Het OM presenteert in de video geen wettig en overtuigend bewijs, stelt Taekema, maar een partijstandpunt. ‘Dat past bij het civiele recht, met een lijdelijke rechter. Dat is een heel ander rechtssysteem.’
Het zijn de ‘grote woorden’ waar het OM zich zo aan stoort. Taekema spreekt ze met nadruk uit, zonder stemverheffing, en zet zich schrap voor een discussie met de rechtbank. Dat blijkt tot zijn verrassing niet nodig. De rechtbankvoorzitter is het met hem eens. ‘Ik heb geen verzoek gekregen van het OM om de videopresentatie als processtuk toe te voegen en dus kan de rechtbank daar geen acht op slaan.’
Dag 4
Op zittingsdag 4 is de verdediging aan de beurt. Het is aanmerkelijk minder druk in de rechtszaal. Veel media zijn niet gekomen of met een kleinere equipe. Op de publieke tribune zit familie van de verdachten. Wat een week eerder werd gevreesd, is inmiddels bewaarheid geworden: Peter R. de Vries is aan zijn schotwonden bezweken. Voordat de zaak verder gaat, staan partijen daar bij stil. De dood van De Vries is een verlies voor de samenleving en heeft veel emoties losgemaakt, memoreren ze. Machteld Roethof drukt de rechtbank niettemin op het hart dat de kwestie niet van invloed mag zijn op de zaak-Pulheim. Iedereen moet gewoon zijn werk blijven doen, daar is de rechtsstaat het meest bij gebaat, stelt ze.
Gerald Roethof trapt af. Uiteraard heeft hij een pleitnota, maar eerst wil hij iets zeggen ‘vanuit zijn hart’. Want dat Derk Wiersum letterlijk is weggeschoten, raakt ook hem persoonlijk. Hij kende hem immers. ‘Als we de zaak inhoudelijk gaan bekijken, moeten we proberen los te komen van emoties. Ook ik heb dat moeten doen. Het gaat om een afschuwelijk delict, maar kan de persoon die hier zit daarvoor veroordeeld worden? Nee, dat kan niet. Er zijn te veel onduidelijkheden, te veel onzekerheden. Dus zal hij moeten worden vrijgesproken.’
In het betoog dat volgt probeert Roethof zo veel mogelijk twijfel te zaaien. Natuurlijk, er is belastende informatie tegen zijn cliënt, maar tegelijkertijd ontbreekt hard bewijs, stelt hij. Ondanks alle recherchewerk – ’een van de grootste onderzoeken van het laatste decennium’ – kon zijn cliënt niet rechtstreeks en onomstotelijk worden gekoppeld aan de plaats delict. Evenmin is vast komen te staan wie de opdracht gaven tot de liquidatie. Was het eigenlijk wel een liquidatie, zoals het OM wil doen geloven? Misschien ging het om een overval die uit de hand liep. ‘Derk Wiersum had een kostbare Rolex. In de grote steden zijn er jongens die dit soort personen volgen, vaak meerdere dagen, en uiteindelijk beroven. Op zeer professionele wijze.’
Roethof lijkt af en toe op een predikant. Hij varieert in volume om de aandacht van zijn toehoorders vast te houden en gebruikt retorische stijlfiguren. Hij kent de kracht van herhaling én van overdrijving. Keer op keer benadrukt hij de enorme omvang van het rechercheonderzoek om dat vervolgens af te zetten tegen het – in zijn ogen – uitermate povere resultaat. Hetzelfde doet hij met het signalement van de dader. Volgens getuigen een tengere tiener, met snelle benen en een spits gezicht. Terwijl zijn cliënt een bol gezicht heeft, gespierd is en niet uit de voeten kan. Roethof zegt het wel tien keer.
Gerald Roethof en zijn zus Machteld wisselen elkaar af tijdens hun pleidooi. Machteld pleit minder theatraal, maar presenteert zich inhoudelijk sterker. Waar hij zijn pijlen richt op de inhoudelijke bewijsvoering van het OM, mikt zij ook op procesrechtelijke aspecten. Ze verdedigt het zwijgrecht van de verdachte. ‘Het is een teken van zwakte als je de verklaring van de verdachte nodig hebt in de strafzaak.’ Ze wijst op uitspraken van de Hoge Raad en het Europese Hof waarin stilzwijgen niet als zelfstandig bewijsmiddel mag worden gezien.
Ook trekt de ze rechtmatigheid van de verkregen telecomdata in twijfel. Die gegevens zijn cruciaal voor de bewijsvoering van het OM, maar opgevraagd zonder rechterlijke toestemming vooraf. ‘Dat is een schending van het Unierecht, in het bijzonder artikel 6 en 8 EVRM. Deze gegevens mogen op grond van artikel 349a Sv dus niet bijdragen aan de bewezenverklaring,’ stelt ze.
Niettemin heeft team Roethof de telecomdata grondig geanalyseerd, blijkt uit het pleidooi van Machteld. Nauwgezet doet ze uit de doeken waarom de opgevoerde mobiele nummers niet zomaar aan bepaalde locaties kunnen worden gekoppeld en al helemaal niet aan haar cliënt. Conclusie: ‘Cliënt is dader, medepleger noch medeplichtig.’
Broer Gerald neemt de volgende horde: het DNA. Weliswaar is het DNA van zijn cliënt aangetroffen in de gebruikte bestelauto, maar ook dat van twintig andere personen. En niet op het lichaam van Wiersum, benadrukt hij. Roethof verwijst naar zeven uitspraken waarin de rechtbank tot vrijspraak kwam ondanks DNA-bewijs.
De onderschepte gesprekken via telefoon, de sms’jes en whatsappjes zijn evenmin belastend, aldus Roethof. Ze hebben volgens hem geen direct bewijs opgeleverd. ‘Het OM heeft gigantisch geïnvesteerd in deze zaak, er is een enorme hoeveelheid informatie verwerkt. Al die duizenden gesprekken, sms’jes en whatsappjes resulteren slechts in wat vage roddels, hersenspinsels en verzinsels.’
In zijn requisitoir had het OM geen onderscheid gemaakt tussen de verdachten. Hoewel Giërmo wordt neergezet als de waarschijnlijke chauffeur en Moreno als de vermoedelijke schutter, is dat niet onomstotelijk vastgesteld. Vandaar dat beide verdachten als medepleger worden gezien.
Het is een zwak punt in de zaak van het OM, waar Roethof dankbaar gebruik van maakt. ‘Stel dat mijn cliënt als bijrijder in de auto heeft gezeten. Ben je dan medepleger? Absoluut niet!’ De advocaat haalt diverse uitspraken aan waarbij verdachten werd vrijgesproken van medeplegen, hoewel ze wel op de plaats delict waren. ‘Het OM kan niet eens zeggen wat mijn cliënt precies heeft gedaan. Hoezo dan medeplegen? En dan wel levenslang eisen. Hoort dit bij een rechtsstaat? Er is gesproken van een aanslag op de rechtsstaat. Ik zou bijna zeggen dat de aanslag van binnenuit komt!’
Roethof zet nog eens extra aan: ‘Als vanwege een heel ernstig delict wordt toegestaan dat alle wetgeving overboord wordt gezet, juist bedoeld om onschuldigen te beschermen, dan is dat de echte aanval op de rechtsstaat! Alles wat de cliënt beschermt, dat laagje beschaving, komt weg te vallen omdat een togadrager, zoals ik ook ben, om het leven is gekomen.’
Levenslang bij enkelvoudige moord zou een unicum zijn, zegt Roethof. ‘Hou verhoudt zich dat tot ouders die een kind zijn kwijtgeraakt? Is hun kind minder waard?’
Hoe triest ook, moord op een advocaat is vaker voorgekomen, weet Roethof. De moord op een echtscheidingsadvocaat in 2004 werd bestraft met vijftien jaar. Poging tot moord op een Zoetermeerse advocaat leidde tot negen jaar. ‘Het past niet om in deze zaak levenslang te eisen. Recent is in Frankrijk dertig jaar opgelegd voor een viervoudige koelbloedige moord. En dan zou je in Nederland voor een enkelvoudige moord levenslang moeten opleggen?’
Jacques Taekema krijgt het woord. Zijn pleitstijl is kalm en zakelijk, hij volgt zijn geschreven tekst. Taekema is aanzienlijk korter van stof dan zijn voorgangers, maar ook hij vraagt om vrijspraak.
Puntsgewijs loopt de raadsman het dossier langs, de bewijsvoering van het OM voortdurend ontkrachtend en alternatieve scenario’s presenterend. Hij staat uitgebreid stil bij de ruzie tussen de kroongetuige en Derk Wiersum over een geheime iPhone. Daar kan een motief in schuilen, suggereert hij. Misschien was het de bedoeling Wiersum te ontvoeren. ‘Moest Derk of zijn vrouw mee om zo in het bezit te komen van de iPhone van de kroongetuige?’
Dat zou ook verklaren waarom een bestelwagen werd gebruikt. Voor een liquidatie is een scooter immers veel effectiever, weet Taekema. Je mag een helm op, hoeft alleen maar naast het doelwit te gaan rijden en lost de schoten. ‘Dan denken de mensen waarschijnlijk ook nog dat er iemand met zijn fiets is gevallen, dus je hebt tijd genoeg om weg te komen.’
De raadsman van Giërmo heeft geen goed woord over voor het werk van het OM. In plaats van feiten, komen de aanklagers met aannames, constateert hij. ‘Niet kan worden vastgesteld dat mijn cliënt de schutter was. Niet kan worden vastgesteld dat mijn cliënt de 18de in de Opel Combo zat. Niet kan worden vastgesteld dat hij die ochtend samen met zijn medeverdachte was. En uit niets blijkt dat cliënt is betaald. Dat zijn de vragen die hier beantwoord hadden moeten worden. Maar nee hoor.’
Dat zijn cliënt zich beroept op het zwijgrecht is niet meer dan logisch, stelt Taekema. ‘Als hij zou weten waarom Derk Wiersum niet meer leeft, zou hij daar dan vrijelijk over kunnen spreken? Denkt u dat dat veilig is voor hem?’
Net zoals de Roethofs vindt ook Taekema de eis tot levenslang overtrokken. ‘Als in deze zaak levenslang wordt opgelegd, reserveert het OM geen straf meer voor zwaardere gevallen. Het zou onverstandig zijn als uw rechtbank daarin meegaat. Tevens zou uw rechtbank daarmee de indruk wekken dat het leven van een advocaat meer waard is dan dat van een agent. Ik denk niet dat advocaten op een dergelijke bijzondere positie zitten te wachten.’
Als Taekema zijn pleidooi beëindigt, veren de rechters op. Hun luisterwerk zit er op. Alle argumenten zijn gewisseld. Op de vijfde en laatste dag wordt nog wat gesteggeld tussen OM en verdediging, maar tot nieuwe inzichten leidt dat niet. Stijn Franken meldt zich nog, met het verzoek de uitspraak niet te laten wachten tot 11 oktober. Dan blijven de nabestaanden te lang in onzekerheid, maant hij de voorzitter.