‘Mijn schoonmaakster is afgelopen week positief getest voor corona en vandaag ben ik met hoofd- en keelpijn wakker geworden.’ Dat schreef de advocaat van klaagster op 28 mei om 07.58 uur. Diezelfde dag zou het Hof van Discipline om 13.30 uur het hoger beroep in haar zaak behandelen. De gemachtigde suggereerde een aanhouding maar had op dat moment geen andere gezondheidsklachten. Mocht de zitting doorgaan dan zou hij aanwezig kunnen zijn.
Mr. X, de voorzitter van het Hof van Discipline, schreef om 9.09 uur dat de behandeling door zou gaan via Skype. Tien minuten later antwoordde de gemachtigde dat zijn toestand achteruit was gegaan en meldde hij zich ziek.
Om 12.06 uur schreef de voorzitter de zieke gemachtigde dat er toch een Skype-zitting kwam, maar dat hij in plaats van deelnemen ook aantekeningen mocht inzenden.
Dertien minuten later diende de zieke gemachtigde namens klaagster een wrakingsverzoek in: kennelijk vond de voorzitter het niet van belang dat de gemachtigde de klacht ter zitting zou toelichten en nam hij de ziekmelding niet serieus.
Motieven
De voorzitter verweert zich tegen de wraking: klaagster was een onderneming en had iemand anders kunnen sturen. De gemachtigde had een kantoorgenoot kunnen sturen. Hij had ook geen bewijs overgelegd van zijn ziekte of de verergering van de klachten. De gemachtigde was ook niet op de Skype-zitting verschenen om zijn verzoek om aanhouding toe te lichten. En de gemachtigde was wél in staat om in diezelfde uren een wrakingsverzoek op te stellen.
Tja, of de voorzitter zichzelf met dat laatste verweer een dienst bewezen heeft….
Hij heeft in elk geval de wrakingskamer niet van zijn gelijk overtuigd.
Volgens de wrakingskamer bleek uit alles dat de voorzitter ervan uitging dat de gemachtigde zich ten onrechte op verergerende gezondheidsklachten beriep om de zitting geen doorgang te laten vinden. Maar welke oneigenlijke motieven zou de gemachtigde dan hebben? Hij had toch eerder nog aangegeven wel te kunnen komen als de zitting door zou gaan? En klachten kunnen toch toenemen?
Realistisch
Het is dan in de eerste plaats aan de gemachtigde zelf om te bepalen wat realistisch is. Aantekeningen inleveren is wel iets anders dan ter zitting kunnen reageren. Om een medische verklaring was niet gevraagd en die zou ook moeilijk te krijgen zijn op zo korte termijn – net als vervanging.
En wat betreft de wraking: dat moet heel snel en is ook niet vergelijkbaar met een zitting.
Kortom: de voorzitter had de ziekmelding onvoldoende serieus genomen en ten onrechte verondersteld dat de belangen van klaagster wel afdoende zouden zijn gewaarborgd met wat aantekeningen. Het wrakingsverzoek is gegrond.
Er was trouwens diezelfde 28e mei nog een zitting gepland die na een geweigerde aanhouding leidde tot een wraking. Maar dat wrakingsverzoek werd afgewezen.