De aanpassing werd in 2020 al geopperd door Pro Facto, dat in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid de vernieuwde Advocatenwet (Wpta) evalueerde. Volgens dat advies kan verkiezing door de eigen achterban de onafhankelijkheid van de deken aantasten.
Overleg tussen algemene raad, dekenberaad en het college van toezicht heeft inmiddels de contouren opgeleverd van een nieuwe governance voor het toezicht op de advocatuur, meldt het CvT in een recent voortgangsrapport over de versterking van het toezicht.
Zo wordt de huidige ‘afhankelijkheid van het dekentoezicht ten opzichte van onder toezicht gestelde advocaten en advocatenkantoren’ beëindigd. De lokale deken wordt niet langer door de lokale orde benoemd, de financiering niet langer door de lokale orde bepaald.
Dekenberaad
Deze rol is voortaan weggelegd voor het dekenberaad. Dat vereist nog wel formele inbedding in de Advocatenwet. ‘Het dekenberaad wordt omgevormd tot een nieuw, landelijk bestuursorgaan binnen de constellatie van de NOvA dat eindverantwoordelijk is voor de uitoefening van het toezicht op advocaten en advocatenkantoren in alle arrondissementen.’ Per saldo zullen de dekens voortaan namens het dekenberaad het toezicht in de arrondissementen uitvoeren. ‘Deze rolverdeling betreft het integrale toezicht, dat wil zeggen gebruikmakend van het volledige arsenaal aan bestuursrechtelijke, tuchtrechtelijke en strafrechtelijke instrumenten dat daarvoor beschikbaar is.’
Voor de deken verandert de taak om toezicht uit te oefenen in het arrondissement op zichzelf niet, constateert het CvT. ‘De context zal echter een wezenlijk andere zijn.’ Op dit moment fungeert het dekenberaad vooral als een soort intervisiegroep, waar de dekens hun beleid vrijwillig op elkaar kunnen afstemmen. Straks draagt het dekenberaad de eindverantwoordelijkheid voor het toezicht. ‘Dit beoogt de onafhankelijkheid, transparantie, uniformiteit en effectiviteit duurzaam te borgen. Voor de deken ontstaan zo nieuwe kansen: rugdekking door het landelijk bestuursorgaan, mogelijkheid tot vervanging door of samenwerking met een collega-toezichthouder, professionele ondersteuning daar waar landelijke specialisatie meerwaarde biedt, slagvaardigheid om te kunnen investeren in innovatie en professionalisering.’
Schandalen
Al met al wordt het voor de deken beter mogelijk om in het toezicht waar nodig door te pakken, stelt het CvT. Het college benadrukt dat er haast is geboden met de versterking van het toezicht. De publieke druk op de advocatuur neemt toe, constateert het CvT. ‘Debet daaraan zijn enkele in het oog springende schandalen en de maatschappelijke zorg over ondermijning, waarbij de vraag zich voordoet of het toezicht op de advocatuur voldoende bijdraagt aan de bestrijding daarvan.’
Volgens het CvT moet nog wel eerst de financiering van het toezicht goed worden geregeld. Het mag immers niet zo zijn dat het dekenberaad voor zijn financiering afhankelijk wordt van de advocatuur. Nu is dat op lokaal niveau nog wel het geval, landelijk moet dat anders worden ingericht, aldus het college.