‘Spelregel 2: (…) Het is óók in uw belang dat wij in staat worden gesteld ons werk te doen. Hiervan is geen sprake als u: (…) de incasso-opdracht tussentijds beëindigd [sic] zonder onze instemming.’

Maar de sanctie op overtreding van de spelregel was niet kinderachtig. Bij overtreding mocht het kantoor volgens de voorwaarden afrekenen als ware de vordering volledig betaald. Daarnaast gold in zo’n geval een ‘incassoprovisie’ in de vorm van een percentage van de hoofdsom: vijftien procent over de eerste € 25.000, tien procent over het meerdere tot € 100.000 en vijf procent over het meerdere daarboven, met een minimum van € 350.

Een cliënt klaagde onder andere hierover, maar mr. X trof een regeling met hem en de cliënt trok de klacht in. Helaas voor mr. X wilde de raad van discipline in Den Haag toch wel graag zijn zegje over die ‘incassoprovisie’ doen en zette de behandeling voort, ‘om redenen van algemeen belang’ (artikel 47a Advocatenwet).

Duidelijkheid

Die ‘incassoprovisie’ was feitelijk een boete, daarover was men het wel eens, want daarnáást moest de cliënt immers betalen alsof de opdracht goed was afgerond.

De deken, vanwege de voortzetting als klager fungerend, vond de clausule ongeoorloofd. Maar volgens mr. X was het nodig om ongewenst gedrag van cliënten te voorkomen – zij wilden nog wel eens de opdracht intrekken als de debiteur op het punt stond te gaan betalen.

Maar de tuchtrechter is het met de deken eens. Advocaat en cliënt hebben een bijzondere vertrouwensrelatie, waarbij geheimhouding en vertrouwelijkheid de essentie vormen. De advocaat mag niets doen tegen de wil van de cliënt en de cliënt mag zonder opgaaf van reden van advocaat wisselen, daar moet de advocaat dan aan meewerken. Een sanctie op het beëindigen van de relatie, naast de plicht om op uurbasis af te rekenen, is een niet gerechtvaardigde en onbetamelijke beperking van de keuzevrijheid die een cliënt heeft, aldus de tuchtrechter.

Het bezwaar is gegrond, maar mr. X krijgt geen maatregel opgelegd. De regelgeving en de gedragsregels bieden volgens de tuchtrechter weinig concrete handvatten voor de vraag of een boetebeding als dat van mr. X geoorloofd is. Het ging erom duidelijkheid te krijgen over deze kwestie en niet zozeer om het gedrag van deze specifieke mr. X.

Beroep staat nog open.

Trudeke

Trudeke Sillevis Smitt

Freelance redacteur

Profile page
Advertentie