Vanaf maart kreeg Youssef Taghi als advocaat toegang tot zijn neef Ridouan Taghi in de EBI. Het OM vermoedde als snel dat de raadsman daarna gevoelige informatie naar buiten smokkelde en plaatste camera’s in de bezoekersruimte om bewijs te vergaren. Dat gebeurde in overleg met de onderzoeksrechter die per bezoek beoordeelde welke informatie mocht worden benut door de politie. Op basis van die informatie kon Youssef Taghi op 8 oktober in het EBI in Vught worden aangehouden.
Na de arrestatie van T. heeft de politie zijn woonadres en Utrechtse kantoor doorzocht. Hiervoor was toestemming van de rechter-commissaris. Bij de doorzoeking zijn spullen in beslag genomen, waaronder gegevensdragers. Volgens Taghi’s advocaat mocht dat niet, omdat de in beslag genomen apparaten onder het zogeheten verschoningsrecht vallen dat Taghi als advocaat toekomt.
Ernstige verdenkingen
Volgens de rechtbank is er geen grond voor die klacht. ‘De omstandigheden waaronder de inbeslagname heeft plaatsgevonden zijn zo uitzonderlijk, dat de inbreuk op het verschoningsrecht gerechtvaardigd is. De verdenkingen die het OM tegen T. koestert, zijn zeer ernstig,’ aldus de rechtbank. Het gaat om ‘verdenkingen die grote schade kunnen berokkenen aan het vertrouwen in de maatschappelijke functie van de advocatuur’.
Taghi zou onder meer betrokken zijn geweest bij plannen voor een gewelddadige uitbraak of bevrijding van Ridouan Taghi uit de EBI. Justitie beschuldigt hem er ook van dat hij tot de veronderstelde misdaadorganisatie van zijn neef Taghi heeft behoord. ‘De verdenking ziet op betrokkenheid bij de voorbereiding en uitlokking van zeer ernstige en gewelddadige strafbare feiten, betrokkenheid bij harddrugshandel op grote schaal, betrokkenheid bij witwassen en op deelneming aan een criminele organisatie die gericht is op het plegen van strafbare feiten’.
Klik hier voor de uitspraak.