
Op vrijdag 8 oktober meldt het Landelijk Parket van het OM dat de politie die dag een 38-jarige advocaat uit Utrecht heeft aangehouden op verdenking van deelneming aan een criminele organisatie. Volgens het OM had de advocaat langere tijd vrije toegang tot zijn neef Ridouan Taghi, hoofdverdachte in het Marengo-proces. De raadsman – Youssef Taghi – was aangehouden tijdens een bezoek aan Ridouan in de EBI in Vught.
Het OM bestempelt de advocaat, een neef van de gedetineerde, als boodschapper. Dankzij hem kon Ridouan Taghi, die in beperkingen zit, ‘onbelemmerd met de buitenwereld communiceren en behield hij de mogelijkheid criminele activiteiten voort te zetten’.
Uit de onderschepte communicatie zou blijken dat Ridouan bezig was een gewelddadige uitbraak te organiseren. Daarnaast denkt het OM dat de raadsman zocht naar adresgegevens van personeel van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).
De arrestatie van Youssef Taghi veroorzaakt de nodige beroering in de strafrechtketen en de politiek. Misbruik van privileges schaadt het vertrouwen in de beroepsgroep. Een advocaat is de enige die vrij toegang heeft tot een verdachte die in beperkingen zit en vertrouwelijk met hem kan praten, zonder te worden afgeluisterd of gecontroleerd. Daar staat de plicht tot geheimhouding tegenover.
Toezicht
Het incident roept ook vragen op over het toezicht dat de deken heeft uitgeoefend op Youssef. Is dat wel effectief en afdoende geweest? De toelichting van het OM lijkt de zwartepiet in eerste instantie neer te leggen bij de Gelderse deken Maaike Bomers. Aanvankelijk meldde het OM dat Justitie een klacht had ingediend bij de deken in Oost-Nederland, nadat Youssef zich in december 2020 stelde als advocaat van zijn neef. Het vermoeden bestond dat Youssef zijn geheimhoudingsplicht zou schenden.
Toen de deken in maart 2021 liet weten dat het onderzoek naar de veronderstelde schending niets had opgeleverd, kreeg de raadsman toegang tot neef Ridouan, als zijn vierde advocaat. Immers, er bestaat geen regel die bijstand van een advocaat aan een familielid verbiedt.
In tweede instantie nuanceert het OM het feitenrelaas. Er was weliswaar een melding aan de deken gedaan over Youssef, maar dat betrof een andere verdachte in een ander dossier. Het OM zei er zelfs expliciet bij dat de melding niet het contact tussen de twee neven betrof.
Volgens Bomers speelde dat in maart 2020. Toen het OM de deken in december op haar verzoek nadere informatie toestuurde, werd dat nogmaals bevestigd, stelt ze.
Het onderzoek van Bomers richtte zich dan ook uitsluitend op mogelijk misbruik van de geheimhoudertelefoon in relatie tot een bepaalde verdachte, niet zijnde Ridouan Taghi. ‘Ik heb van het OM niets vernomen omtrent vermoedens of aanwijzingen ten aanzien van mogelijk misbruik van privileges door Youssef Taghi in relatie tot Ridouan Taghi. Ik had ook geen enkel ander aanknopingspunt om daar enig onderzoek naar te (kunnen) doen.’
Het betreffende onderzoek leidde tot de conclusie dat ze geen misbruik van de geheimhoudertelefoon heeft kunnen vaststellen, verklaart Bomers. ‘Het onderzoek heeft geduurd van 2 april 2020 tot 4 maart 2021. Bij brief van 11 augustus 2020 heb ik het Openbaar Ministerie verzocht om nadere informatie te verstrekken, opdat ik het onderzoek zo goed mogelijk kon uitvoeren. Over de inhoud en het verloop van het onderzoek kan ik niets zeggen vanwege de op mij rustende geheimhoudingsverplichting op grond van artikel 45a lid 1 van de Advocatenwet, anders dan dat ik het onderzoek grondig heb uitgevoerd. De deken kan aan de advocaat en aan de cliënt weliswaar vragen wat er onderling is besproken maar de deken kan niet controleren wat er feitelijk is besproken tussen de advocaat en de cliënt omdat die contacten per definitie vertrouwelijk zijn. Het vertrouwelijke verkeer tussen advocaat en cliënt is een belangrijk rechtsstatelijk beginsel.’
Familie
Nog voordat Bomers in maart met haar bevindingen komt, meldt Youssef zich in december 2020 bij de DJI als advocaat van Ridouan. De dienst weigert de advocaat aanvankelijk de toegang, maar heft dat verbod op nadat de deken haar bevindingen aan het OM rapporteert. Bomers zegt dat ze met Youssef ‘indringend heeft besproken dat hij zich moest afvragen of het verstandig is om voor Ridouan Taghi te gaan optreden, aangezien hij een neef is. Het is echter niet verboden om als advocaat voor familieleden op te treden. Mr. Youssef Taghi diende hierin zelf een afweging te maken en een beslissing te nemen.’
Op het moment dat Bomers het onderzoek naar misbruik van de geheimhoudertelefoon afrondde, was haar nog niet bekend of Youssef Taghi daadwerkelijk Ridouan zou gaan bijstaan, verklaart ze. Ze wijst erop dat ze geen middelen zou hebben gehad om Youssef volledig te controleren als ze dat wel had geweten. ‘Voor de mogelijkheden om als deken in dit soort gevallen op te treden, is informatie die van het Openbaar Ministerie wordt ontvangen van wezenlijk belang.’
Volgens het OM bracht de advocaat nadat hij in maart toegang kreeg tot de EBI in Vught vele malen urenlange bezoeken aan Ridouan Taghi en had hij tientallen keren telefonisch contact. Pas in de zomer rees vervolgens de verdenking dat hij niet zozeer optrad als advocaat van zijn neef, maar als zijn boodschapper.
In mei 2021 verhuist Youssef van arrondissement. Van het Gelderse Waardenburg verplaatst hij zijn kantoor naar Utrecht. In juli spreekt deken Bomers haar collega Bas Le Large van Midden-Nederland via de telefoon over Youssef Taghi. Aanleiding vormen vragen aan Le Large van dagblad NRC die er lucht van heeft gekregen dat Ridouan Taghi een gelijknamig familielid als raadsman heeft. Op verzoek van Justitie gaat de krant lopende een onderzoek niet tot publicatie over. Le Large verklaart op dat moment van het OM niets te hebben vernomen dat de bijstand van Youssef aan zijn neef ter discussie kon stellen. De orde Midden-Nederland ontvangt van de Gelderse orde nog wel het dossier van het afgeronde onderzoek. Dat gebeurt standaard als een advocaat zijn kantoor naar een ander arrondissement verplaatst, meldt deken Bomers.
Rechter-commissaris
Vanaf het moment dat Youssef Taghi zijn neef Ridouan bijstaat, is er per saldo geen sprake van verscherpt toezicht door een deken. Het Openbaar Ministerie verkiest het de deken Midden-Nederland niet te informeren, omdat het voor Justitie niet langer een tuchtrechtelijke, maar een strafrechtelijke kwestie betreft. De Landelijke Recherche was al in februari een strafrechtelijk onderzoek gestart naar mogelijkheden van Ridouan Taghi om te communiceren met de buitenwereld. Door onder meer onderschepte PGP-berichten van SKY ECC ontstond de verdenking dat hij vanuit de EBI criminele handelingen voortzette. Neef Youssef komt in de zomer in beeld.
Met toestemming van de rechter-commissaris worden ‘bijzondere opsporingsbevoegdheden’ ingezet, waarbij het OM naar eigen zeggen zeer omzichtig te werk gaat. De raadsman komt onder observatie te staan en er worden geluids- en beeldopnames gemaakt van zijn bezoeken aan zijn cliënt. ‘De rechter-commissaris heeft steeds de resultaten van de ingezette opsporingsbevoegdheden en dwangmiddelen beoordeeld, voordat hij een selectie daarvan vrijgaf voor het onderzoek.’
Als het OM begin oktober genoeg bewijs denkt te hebben, wordt Youssef Taghi gearresteerd, in de bezoekersruimte van de EBI, in bijzijn van neef Ridouan. Die ochtend wordt ook deken Bas Le Large geïnformeerd. Le Large is er ook bij als het kantoor van de advocaat wordt doorzocht en beslag wordt gelegd op digitale gegevensdragers. ‘De dag van de arrestatie en doorzoeking werd ik voor het eerst geïnformeerd door het OM. Voor dat moment heb ik geen enkele melding gehad, ik was niet op de hoogte van het strafrechtelijk onderzoek.’
Dat zit Le Large niet lekker. ‘Ik ga daarover nog in gesprek met het OM. De rechter-commissaris is weliswaar niet verplicht de deken te informeren bij een strafrechtelijk onderzoek naar een advocaat, maar het is wel gebruikelijk.’
Privileges
Het incident met Youssef Taghi komt uiterst ongelegen, net op het moment dat de politiek zich buigt over de kwaliteit van het toezicht op de advocatuur. De beroepsgroep betaalt en regelt de controle op de eigen vakgenoten. Mag die situatie in stand blijven? Dat is de vraag die het kabinet en de Tweede Kamer ruim vijf jaar na de vernieuwing van de Advocatenwet in 2015 moeten beantwoorden. De vooruitzichten waren gunstig. Het WODC oordeelt overwegend positief in een rapport, met enkele aanpassingen kan de advocatuur weer jarenlang vooruit.
De zaak-Youssef Taghi gooit roet in het eten. Minister Sander Dekker is duidelijk ‘not amused’. Op 11 oktober schrijft hij de Tweede Kamer dat ‘deze casus voor mij aanleiding is om te onderzoeken of de bevoegdheden van de instanties om, preventief dan wel repressief, op te treden tegen (voortgezet) crimineel handelen door of via geprivilegieerde personen, nog voldoen in het licht van de praktijken waarvan de zware georganiseerde criminele organisaties zich bedienen’.
Op 29 oktober voegt hij daar aan toe ook na te willen denken over het toezicht op de advocatuur. Het dekenberaad neemt de eindverantwoordelijkheid voor het toezicht over van de lokale dekens. De laatste blijft het toezicht vooralsnog wel uitvoeren, maar Dekker vraagt zich hardop af ‘of het niet verstandiger is om het toezicht wat verder weg van de deken te organiseren’.
Op 4 november herhaalt hij dat nog eens mondeling, in een debat met de Tweede Kamer. Volgens de minister vereist de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit extra maatregelen. ‘Die jongens zijn niet dom. De rechten die bestaan in onze rechtsstaat worden misbruikt om diezelfde rechtsstaat te ondermijnen. Wat er in de EBI is gebeurd, is echt vreselijk.’
Het college van toezicht, dat beoordeelt of de dekens als toezichthouder hun werk goed doen, laat zich niet uit over de kwestie. Volgens een woordvoerder houdt het CvT systeemtoezicht en mengt het zich niet in individuele gevallen, in ieder geval niet openlijk. ‘Het CvT laat zich informeren door de betrokken dekens en doet daar verder geen mededelingen over.’
De DJI heeft advocaten inmiddels verboden een laptop mee te nemen als ze in de EBI een cliënt bezoeken. Diverse advocaten zijn tegen de maatregel in het geweer gekomen.
Op 4 november oordeelt de rechtbank Amsterdam dat het OM het recht had digitale apparatuur van Youssef Taghi in beslag te nemen. Volgens Taghi’s advocaat mocht dat niet, omdat de in beslag genomen apparaten onder het verschoningsrecht vallen. De rechtbank verklaart de klacht ongegrond. ‘De omstandigheden waaronder de inbeslagname heeft plaatsgevonden zijn zo uitzonderlijk, dat de inbreuk op het verschoningsrecht gerechtvaardigd is. De verdenkingen die het OM tegen T. koestert, zijn zeer ernstig,’ aldus de rechtbank. Het gaat om ‘verdenkingen die grote schade kunnen berokkenen aan het vertrouwen in de maatschappelijke functie van de advocatuur’.