De kosten die de rijksoverheid maakt voor de landsadvocaat zijn in 2020 gestegen naar 32,9 miljoen euro, 2,5 miljoen meer dan het jaar daarvoor. Dat schrijft minister Dekker (Rechtsbescherming) aan de Tweede Kamer, in antwoord op vragen van de SP.
Volgens Dekker heeft de stijging van de kosten zowel incidentele als structurele oorzaken. In 2020 voerde de overheid meerdere gerechtelijke procedures over de maatregelen ter bestrijding van COVID19 en de gaswinning in Groningen. ‘Ook worden dossiers omvangrijker en complexer, waardoor er meer werk moet worden verricht om de belangen van de staat te verdedigen.’
De tarieven die de overheid betaalt aan de landsadvocaat lopen uiteen, aldus de minister. ‘In 2021 was het laagste
tarief voor advocaat-stagiairs (tarief II) € 174 en het hoogste uurtarief € 405 (partners). Conform het landscontract worden deze tarieven verhoogd met 4,9% kantoorkosten en BTW.’
Ondanks de stijgende advocaatkosten van de rijksoverheid wordt volgens Dekker ‘kritisch gekeken naar de kosten die gemoeid zijn met het inhuren van de landsadvocaat en andere advocaten of juridische dienstverleners’. De meeste juridische zaken handelen de ministeries zelf af, aldus Dekker, onder meer met behulp van advocaten die bij de diverse ministeries in loondienst zijn.