Als meneer H op een gegeven moment een schriftelijke verklaring aflegt, die niet gunstig is voor de cliënt van mr. X, schrijft mr. X meneer H een e-mail. Hij wijst er fijntjes op dat meneer H aardige bedragen aan zijn cliënt en de joint venture in rekening heeft gebracht. Kon meneer H eens aangeven wat hij voor die bedragen nou precies had gedaan, en wie opdracht had gegeven?

En waarom, vervolgt mr. X, koos meneer H in de lopende procedure heel uitdrukkelijk voor de wederpartij door een verklaring af te leggen die in strijd was met de feiten? Die feiten kon meneer H nog eens nalezen in de bijgevoegde conclusie van antwoord van mr. X. Meneer H was ‘rijkelijk betaald’ als adviseur van beide partijen en hun joint venture. Het was allemaal ‘buitengewoon bedenkelijk’, en mr. X stelde meneer alvast aansprakelijk voor alle eruit voortvloeiende schade.

Beïnvloeding

De wederpartij klaagt over mr. X. Volgens haar had mr. X in strijd gehandeld met gedragsregel 22, over getuigenbeïnvloeding. Mr. X betwist dat: op het moment dat hij meneer H op uitdrukkelijk verzoek van zijn cliënt aanschreef, was deze nog geen getuige in de zin der wet. Dat iemand in de dagvaarding is voorgedragen, betekent nog niet dat je hem als advocaat van gene zijde niet meer mag aanschrijven, aldus mr. X.

De raad van discipline Amsterdam leidt uit de e-mail met conclusie van antwoord en de verklaringen van mr. X ter zitting af dat mr. X het doel had de heer H te bewegen een andere verklaring af te leggen in een eventueel getuigenverhoor.

Het beroep dat verweerder deed op ‘de beperkte strekking van gedragsregel 22’ kon hem volgens de raad niet baten. Mr. had de grens van de betamelijkheid overschreden, waarbij onder ogen moest worden gezien dat verklaringen van partijen en getuigen wel vaker uiteen lopen, maar dat dat niet per definitie tot aansprakelijkheid leidt.

Excuus

Mr. X had ook de wederpartij rechtstreeks benaderd terwijl hij wist dat die een advocaat had. Dat was in strijd met gedragsregel 25, maar hij had daarvoor zijn excuus aangeboden: gegrondverklaring zonder maatregel.

Voor het benaderen van de potentiële getuige krijgt mr. X een berisping, waarbij zijn tuchtrechtelijk verleden meespeelt, plus het feit dat hij zijn fout niet inziet.

Beroep is nog mogelijk.

Trudeke

Trudeke Sillevis Smitt

Freelance redacteur

Profile page
Advertentie