Milieudefensie e.a. vs Shell
‘Wat een megadoorbraak. Zowel op nationaal als internationaal niveau. Niet alleen oordeelde de rechtbank dat Shell zijn CO2-uitstoot wereldwijd in 2030 met 45% moet hebben gereduceerd ten opzichte van 2019, ook moet Shell zich verplicht inspannen om de CO2-uitstoot van toeleveranciers en afnemers met 45% te verminderen. De rechter oordeelde daarnaast dat bedrijven verantwoordelijk zijn voor het beschermen van de mensenrechten en gevaarlijke klimaatverandering moeten helpen voorkomen. Dat is voor het eerst. Klimaatrechtspraak komt hiermee in een stroomversnelling. Wereldwijd worden soortgelijke zaken opgestart naar ons voorbeeld. Dat is goed, want de aankomende tien jaar zijn cruciaal. Als we nu niets aan de klimaatverandering doen dan is de schade onomkeerbaar. Met deze uitspraak schrijven we geschiedenis.
In december 2020 waren er vier zittingsdagen. Samen met Roger Cox en een team van advocaten hebben we ons twee keer één week opgesloten in een hotel. Totale focus, van ’s morgens vroeg tot ’s nachts werkten we door. Een paar uurtjes slapen en dan weer verder. Het was enorm intensief, maar de onderlinge band werd ook hecht. Toen ik bij Paulussen Advocaten kwam werken, was Roger mijn patroon. Ik heb enorm veel van hem geleerd. Hij is gedisciplineerd, perfectionistisch en haalt het onderste uit de kan. In mijn begintijd heb ik vaak ’s avonds en in de weekenden door moeten werken. Dat was wennen, maar je bereikt daarmee wel een bepaald niveau. Roger is professioneel en staat altijd klaar om advies te geven. Ook op persoonlijk vlak. Als je bijna 24/7 met elkaar aan het werk bent – zoals toen tijdens die zittingsdagen – dan lach je samen ook heel wat af.
Het was een unieke ervaring. Ik zal waarschijnlijk nooit meer aan zo’n megazaak werken. Vijf jaar heeft het in totaal geduurd. Het begon met de klimaatzaak tegen de Nederlandse overheid, die we ook wonnen. Dat was een soort opstapje naar de zaak tegen Shell. Shell is in hoger beroep gegaan, dus deze zaak is nog niet definitief ten einde. Maar we gaan door.
In de voorbereidingstijd, in 2018, ben ik moeder geworden. Mijn zoontje was de grootste drijfveer om deze zaak tot een goed einde te brengen. Het is zo belangrijk dat de volgende generatie dezelfde kansen en mogelijkheden krijgt als wij. Dat ze niet in angst hoeven op te groeien. Want wat hangt hen boven het hoofd als we niets doen? Afgelopen zomer heb ik met eigen ogen gezien wat klimaatverandering teweeg kan brengen. In Limburg hadden we te maken met enorme overstromingen. Mijn persoonlijke gedrevenheid geeft me nóg meer energie om keihard te werken.
Er is één moment dat me vooral bijgebleven is. Dat was tijdens het slotpleidooi. Ons team besloot – na overleg – van het slotpleidooi af te zien. Alles was al gezegd. In plaats daarvan hebben we een jongere, Anne Chatrou, voorzitter van Jongeren Milieu Actief, de gelegenheid gegeven het laatste woord tot de rechtbank te richten. Zij heeft een prachtige speech namens de jeugd gehouden. Tranen stonden in mijn ogen. Ik zag dat haar woorden bij iedereen in de zaal impact hadden. Na haar speech was het oorverdovend stil. Het was een prachtig moment toen ook Shell besloot van het slotpleidooi af te zien. Iedereen zag in dat er nu écht wat moet gebeuren. Voordat het te laat is.’
H&M vs Adidas
Na ruim 24 jaar procederen kwam op 8 oktober dit jaar het verlossende woord via de Hoge Raad: H&M heeft geen inbreuk gemaakt op het driestrepenmerk van Adidas door in 1997 sportkleding met twee strepen te verkopen. Een enorme overwinning voor advocaat Gino van Roeyen (58). ‘Ik heb al die jaren met hart en ziel aan deze zaak gewerkt.’
‘Toen het arrest binnenkwam, sprong ik een gat in de lucht. Een emotionele ontlading ook: 24 jaar kwam in een flits voorbij. Na een omweg was ik in 1997 eindelijk als advocaat beëdigd toen deze zaak op mijn pad kwam. Geen moment had ik kunnen vermoeden dat het zó lang zou gaan duren. Sterker nog, dat ik mijn hele carrière aan deze zaak zou werken. Soms nachtenlang. De verwerping door de Hoge Raad van Adidas’ cassatieberoep, nota bene op grond van artikel 81 lid 1 RO, streelt mijn rechtvaardigheidsgevoel. Het zegt dat het hof Den Haag het goed heeft gezien. Bergen werk zijn in deze zaak verzet. Iemand zei: je gaat deze zaak nog missen. Klopt: het is een onderdeel van mijn leven geworden.
Ron Crombaghs – een collega van een ander kantoor – vroeg mij bij een cursus Intellectueel Eigendom of ik met hem voor H&M wilde optreden. H&M verkocht in 1997 een ‘Work Out’-collectie, aerobic kleding voor dames in pastelkleuren en voorzien van twee strepen. Adidas vond dat inbreuk op haar driestrepenmerk. H&M – net begonnen aan expansie in Europa, met Pamela Anderson als boegbeeld – was van meet af aan vasthoudend dat er geen merkinbreuk was en is.
Ik heb diep in het strepenverleden gegraven. Toen ik op de lagere school zat, wilde ik archeoloog worden. Dat graven, dat past wel bij mij. Al snel kwam Johan Cruijff in beeld die ik bewonder sinds mijn vroegste jeugd. Op het WK 1974 – ik was toen elf – speelde Cruijff in het Nederlands elftal, niet met Adidas kleding met drie strepen, maar een tenue met twee strepen. Hoe dat zat? Concurrent Puma – opgezet door Horst Dassler, de broer van Adi Dassler – sponsorde destijds Cruijff. Dat lag gevoelig. Ook Willy en René van de Kerkhof – geboren en getogen in Helmond waar ik woon – droegen net als Cruijff tweestrepentenues.
In 1997 deed het HvJ EU uitspraak in de zaak-SABEL/Puma. Die uitspraak zette het merkenrecht op zijn kop: voor merkinbreuk was verwarringsgevaar vereist en associatiegevaar onvoldoende. Maar gold dat ook voor bekende merken? Omdat duidelijkheid daarover uitbleef, moest H&M tot 2005 wachten tot het hof Den Bosch in kort geding defenitief oordeelde dat er geen merkinbreuk was, nadat het in 1999 al een voor H&M gunstig tussenarrest had gewezen. Adidas ging in cassatie en de HR stelde het HvJ EU vragen van uitleg.
De mondelinge behandeling in de grote zaal in Luxemburg in december 2007 was indrukwekkend. De H&M kleding werd overigens nauwelijks bekeken, wat ik ook deed om die goed te laten zien. In 2008 oordeelde het HvJ EU dat vrijhoudingsbehoefte de beschermingsomvang van merken niet kan beperken. De Hoge Raad wees in 2009 eindarrest en het hof Arnhem concludeerde na verwijzing in 2015 dat wél sprake was van merkinbreuk.
Adidas begon daarna een bodemprocedure bij de rechtbank Den Haag. Gek, want die was in 1998 al aanhangig gemaakt bij de rechtbank Breda, waar de zaak in 1997 in kort geding was gestart. De rechtbank Den Haag nam bij vonnis van 8 november 2018 merkinbreuk aan en er volgde een hoger beroep van H&M bij het hof Den Haag. Op 28 januari 2020 oordeelde het hof Den Haag – na een enerverend cruciaal pleidooi op 14 februari 2019 – dat van merkinbreuk geen sprake was. En door het arrest van de Hoge Raad van 8 oktober staat dat nu vast.
Mijn in 1994 te vroeg overleden vader zei tijdens mijn studie gekscherend wel eens: “Word geen advocaat, het is nooit goed en je bent nooit klaar.” Maar ik weet zeker dat hij geniet, ook over wat er allemaal is gebeurd in deze zaak. Ik heb zijn foto in mijn werkkamer achter me staan en steeds voelde het alsof hij over mijn schouder meekeek. Goed gedaan jongen, zegt hij nu.’
Vrouw in bijstand vs gemeente Wijdemeren
Melike Pinarci Cinar (33) stond de bijstandsgerechtigde vrouw uit Wijdemeren bij die verdacht werd van fraude doordat ze boodschappen aannam van haar moeder. Het leidde tot veel commotie in de samenleving. ‘Alle bekende media wilden me plotseling spreken.’
‘Vorig jaar, tijdens de kerstvakantie, besloot ik een paar dagen bij mijn ouders te verblijven om bij te tanken. Mijn praktijk was de maanden daarvoor erg druk geweest. Op tweede kerstdag begon mijn telefoon te rinkelen. Het hield niet meer op. Anderhalf jaar daarvoor had ik een bijstandsvrouw bijgestaan die werd beschuldigd van fraude doordat ze boodschappen had aangenomen van haar moeder. De gemeente vorderde € 7.000 van haar terug. In eerste aanleg hadden we verloren en we waren in hoger beroep gegaan. Maar omdat dat op zich liet wachten was de zaak voor mij al wat naar de achtergrond geraakt. Alle bekende media – van NOS en Op1 tot Humberto – wilden me plotseling spreken. Het bleek dat André Moerman, van schuldinfo.nl, een stukje had geschreven over deze zaak op zijn platform. Dat leidde tot veel commotie op Twitter en de zaak werd opgepikt door de media. Later zijn er nog Kamervragen over gesteld.
Enfin, van een rustige kerstvakantie kwam het niet. Na overleg met mijn cliënte, die anoniem wilde blijven, kreeg ik schriftelijk toestemming om namens haar het woord te voeren. Ze was aangenaam verrast door alle steun die ze ontving via sociale media. Voor mij was het voor het eerst dat ik met zoveel media-aandacht te maken kreeg en interviews moest doen. Maar de publieke opinie gaf ook mij een enorme boost.
Soms zijn er van die zaken waar je met éxtra veel passie aan werkt door het onrecht dat iemand wordt aangedaan. Ik houd altijd professionele afstand, neem de zaak niet mee naar huis, maar het doet mij als advocaat ook iets als de situatie van een cliënte uitermate schrijnend is. In het geval van de bijstandsvrouw zat ’m dat vooral in de manier waarop ze werd behandeld door de gemeente. Alsof ze een fraudeur was. Mijn cliënte ontving boodschappen van haar moeder terwijl ze in de bijstand zat. Geen halszaak, lijkt me.
In 2015 was mijn cliënte in aanmerking gekomen voor een bijstandsuitkering en in 2018 is de gemeente een onderzoek gestart naar de rechtmatigheid van deze uitkering. Cliënte moest haar bankrekeningafschriften tonen van de drie maanden daarvoor en daaruit bleek dat ze weinig uitgegeven had aan boodschappen. En dat was verdacht. Toen is het balletje gaan rollen. Op grond van artikel 17 van de Participatiewet is er een inlichtingenplicht. Als bijstandsgerechtigde moet je het melden als je van een derde een gift krijgt. Maar de maníér waarop mijn cliënt is behandeld, is buiten alle proportie. Ze heeft – onder dwang, anders werd haar uitkering stopgezet – mee moeten werken aan lange verhoren en huisbezoeken. In de media werd bewust een bepaald beeld van haar geschetst dat niet klopte. Weet je, als je niet rond kunt komen van de bijstand – wat zeer voorspelbaar is – dan is de les van deze zaak dat je beter naar de voedselbank kunt gaan, dan dat je je wendt tot je eigen sociale kring.
Samen met een collega, Rudolf van der Ham, heb ik het hoger beroep tot in alle finesses voorbereid. Op 23 augustus oordeelde de Centrale Raad van Beroep dat de gemeente onzorgvuldig is geweest richting cliënte in het onderzoek. Daardoor hoeft cliënte nog maar € 2.800 terug te betalen. De gemeente werd ook veroordeeld in de proceskosten én tot het betalen van een schadevergoeding aan cliënte vanwege huisvredebreuk. Maar waar ze nog het meest blij mee was, was dat de uitspraak expliciet aangaf dat zij géén fraudeur is. Cliënte wist niet dat ze de booschappen moest melden en ze heeft het niet opzettelijk achtergehouden. Nu begrijpt ze dat ze een meldingsplicht had. Al met al een prachtige overwinning. Zeker omdat gemeenten in grote steden op basis van deze zaak hun beleid hebben gewijzigd. Het heeft heel wat teweeggebracht. Het is mooi dat ik daar onderdeel van heb kunnen zijn.’
Kinderen vs Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting
Tim Bueters (44) stond afgelopen jaar vier moeders en vijf donorkinderen bij in de zaak tegen Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting (SDKB). Zijn cliënten eisten bekendmaking van de identiteit van hun donor en rechtbank Den Haag gaf hen op 2 juni 2021 daarin grotendeels gelijk. ‘Dit is een zaak die impact heeft op heel veel kinderen.’
‘Ik werd benaderd omdat ik in 2019 de zaak tegen spermadokter Jan Karbaat heb gedaan. De voormalig directeur van een spermadonorkliniek in Barendrecht had zelf – tegen de regels in – tientallen kinderen verwekt met zijn eigen zaad. Ik stond een groep ouders en kinderen bij die DNA-afgifte eisten, omdat Karbaat ervan verdacht werd zijn sperma te hebben gebruikt. Die zaak won ik en in 2020 werd ik benaderd door Stichting Donorkind. Of ik vier moeders en vijf donorkinderen wilde bijstaan die wilden weten wat de identiteit van hun donor was.
Ik twijfelde geen moment. Door de Karbaat-zaak had ik gezien wat voor impact het heeft als je niet weet wie je biologische vader is. Of als je veel meer broers en zussen blijkt te hebben dan je aanvankelijk dacht. Je afkomst gaat over je persoonlijke identiteit, dat realiseer ik me nu veel meer. Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Vreselijk als je daar geen antwoord op krijgt. In de Karbaat-zaak bleken er uiteindelijk 86 mensen verwekt door één en dezelfde donor. Neem al die broers en zussen maar eens liefdevol op in je groep. Want die groep, die was er: mensen organiseerden bijeenkomsten in cafés. En daar kwam steeds iemand bij. En nog eentje. Enfin, door de Karbaat-zaak was ik extra gedreven in deze zaak.
Vier moeders en vijf kinderen spanden een procedure aan tegen SDKB, omdat SDKB weigerde de identiteit van hun biologische vader kenbaar te maken. De kinderen waren allemaal verwekt tussen 1997 en 2000, door dezelfde donor. Indertijd hadden de moeders er bewust voor gekozen om zaad te gebruiken van een donor van wie de identiteit bekend zou worden gemaakt. Met de kliniek – Stichting Medisch Centrum Kinderwens te Leiderdorp – werd de afspraak gemaakt dat de kinderen vanaf hun zestiende via SDKB de indentiteit van hun donor mochten opvragen. De donor mocht daar alleen nog van afzien als hij zwaarwegende belangen had.
In 2004 trad de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting in werking, de Wdkb.
Deze wet maakt het niet langer mogelijk om anoniem zaad te doneren. Er kwam een overgangsregeling voor donoren die vóór 2004 hadden gedoneerd. Zij mochten zonder opgave van reden weigeren dat hun identiteit bekend werd gemaakt. Er werd geen verschil gemaakt tussen donoren die anoniem hadden gedoneerd of een donor die er eerder mee had ingestemd dat zijn identiteit bekend zou worden. In de praktijk kwam het erop neer dat elke donor een standaardformulier kreeg met de vraag of hij alsnog wilde switchen. In het geval van deze zaak besloot de donor dat hij bij nader inzien toch anoniem wilde blijven.
Tijdens de rechtszaak sprak één van de donorkinderen. Ze vertelde wat het met haar deed dat haar biologische vader anoniem wilde blijven. Haar hele leven was haar verteld dat ze vanaf haar zestiende zou weten wie haar vader was. Als die afspraak dan niet wordt nagekomen, sterker nog: wordt tegengewerkt door SDKB, dan doet dat iets met je. Haar woorden maakten diepe indruk. De rechtbank viel helemaal stil. Ik kende haar verhaal al, maar ook bij mij kwam het op dat moment enorm binnen.
Op 2 juni 2021 oordeelde rechtbank Den Haag dat SDKB de uitzonderingsregel van de nieuwe wet (Wdkb) niet mag toepassen, omdat dit in strijd is met het recht van kinderen om te weten van wie zij afstammen, zoals vastgelegd in internationale verdragen als het EVRM en het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Alleen als er zwaarwegende belangen zijn voor de donor om anoniem te blijven dan hoeft de kliniek de gegevens niet te verstrekken. Een overwinning die impact heeft op het leven van veel donorkinderen. Alleen zijn we er nog niet. Want wie toetst of de belangen zwaarwegend genoeg zijn? Tot op de dag van vandaag maakt de donor in deze zaak bezwaar tegen bekendmaking. En daarom zet ik nog altijd mijn tanden in deze zaak.’