Hammerstein heeft gedurende drie maanden Nabil B., kroongetuige in de Marengo-zaak, bijgestaan. Naar aanleiding van bepaalde uitlatingen en handelingen van de advocaat in en na die periode zijn drie klachten en een dekenbezwaar tegen hem ingediend. Het gaat om klachten van een voormalig advocaat, van Peter R. de Vries en van een cliënt van Hammerstein.
Volgens de raad heeft Hammerstein meerdere malen een van de belangrijkste kernwaarden van de advocatuur, de geheimhoudingsplicht, geschonden. ‘Verder heeft hij onvoldoende rekening gehouden met de gerechtvaardigde belangen van derden. Ook heeft hij zich niet welwillend tegenover een mede-advocaat opgesteld. Op de zitting van de raad heeft Hammerstein weinig tot geen blijk gegeven inzicht te hebben in zijn eigen handelen. Integendeel, hij heeft vooral naar anderen gewezen. Dat hij reeds op eigen verzoek van het tableau is geschrapt, doet hieraan niet af.’
Op basis van de drie gegronde klachten over en het gegronde dekenbezwaar tegen Hammerstein heeft de raad de maatregel van schrapping aan hem opgelegd. ‘Gelet op de aard en de ernst van de klachten en het dekenbezwaar is de raad van oordeel dat gelet op het vertrouwen dat in de advocatuur gesteld moet kunnen worden niet met een lichtere sanctie kan worden volstaan.’