PGMBM
Wie: drie advocaten, een legal counsel, drie paralegals.
Waar: Amsterdam.
Hoe: ‘Group litigation dedicated to environmental and social justice’.
De entree van het PGMBM-kantoor ziet er niet uit als die van een doorsnee advocatenkantoor. Achter de antieke gevel van het grachtenpand, om de hoek bij de Amsterdamse 9 Straatjes, zit een hip kantoor met dito koffiebar. In de kelder is een gym en er staan elektrische VanMoof-fietsen klaar voor ritjes in de stad.
PGMBM huurt een verdieping in het pand waar ook een gamebouwer en een reclamebureau in zitten. Begin januari werken er drie vaste advocaten, een kantoordirecteur en een aantal paralegals en legal counsels, en er wachten nog zestien werkplekken op nieuwe gebruikers. ‘Er komt dit jaar zeker nog een aantal vaste collega’s bij en we hebben ruimte voor teams van de buitenlandse kantoren,’ verklaart kantoordirecteur Marc Boelens (53) de lege werkplekken. Hij heeft deze eerste maanden veel verschillende klussen op zijn bord, soms ook letterlijk. ‘Nieuwe collega’s werven, een lamp in elkaar sleutelen, computerschermen neerzetten, veilig internet regelen, de administratie opzetten, het kantoor inrichten en zorgen dat iedereen direct aan de slag kan.’ Dat hoort bij de start-up die ze zijn, vertelt hij enthousiast. ‘Ik ga niet voor elke klus een mannetje inschakelen.’
Brazilië
Naast Boelens zijn alleen associate Olga van Erp Taalman Kip en partner Tony Vermeulen aanwezig. De andere partner, Marc Krestin, zit op dit moment in Parijs en twee paralegals en een legal counsel zitten in Brazilië, om ter plaatse mee te werken aan de milieuzaken waarover het kantoor procedeert.
Een van die procedures gaat over schade van een zoutmijn van het petrochemische bedrijf Braskem. De zaak wordt voor de Nederlandse rechter gebracht, omdat het bedrijf ook hier vestigingen heeft. Een andere grote zaak van PGMBM gaat over het instorten van de Marianadam, de grootste milieuramp in Brazilië en de advocaten procederen ook tegen Volkswagen over Dieselgate. Tegen British Airways is recent een zaak over een groot datalek geschikt. Steeds staan ze de eisers bij.
De focus op slachtoffers van een milieuramp, kartelschade of medische fouten moet een omslag zijn voor de Nederlandse advocaten van het kantoor. Zij komen allemaal van grote Zuidas-kantoren en stonden daar meestal voor de rechter gedaagde multinationals bij. Partner Marc Krestin (39) vertelt dat hij juist is overgestapt vanwege de maatschappelijk verantwoorde zaken waarmee het kantoor zich onderscheidt. ‘Dit kantoor wil de goede zaak nastreven en mensen die het nodig hebben toegang tot de rechter geven. Er komen hier mensen werken met een goede opleiding bij grote internationale kantoren, die gaandeweg iets anders willen dan het commerciële werk voor de grote bedrijven, ze zoeken iets extra’s.’ Dat geldt ook voor collega Tony Vermeulen (40), die eerder bij Loyens & Loeff in de commerciële procespraktijk werkte. ‘Ik vind kartelschadezaken en massaclaims juridisch interessant. Als advocaat moet je allebei de kanten kunnen verdedigen, maar als je de eiser bijstaat, moet jij het verhaal maken. Je moet aanwijzen wie jouw schade heeft veroorzaakt, het hard maken en onderbouwen.’
Geduchte speler
Krestin vult hem aan: ‘Als eiser moet je je door de procedurele tactiek van de wederpartij heen worstelen, en de oude hoofdregel gaat nog steeds op: wie stelt, bewijst. Dus het is een uphill battle en de grote bedrijven worden door de meest gerenommeerde advocaten bijgestaan.’ Dus zullen de advocaten van PGMBM regelmatig hun oud-collega’s ontmoeten in de rechtszaal. Prima, stelt Vermeulen: ‘Ik heb echt alleen maar positieve reacties gekregen toen ik deze overstap maakte. Een goede advocaat wil ook dat de wederpartij goed is. Wij willen een geduchte speler worden, waarvan de wederpartij weet dat als wij erbij zitten, dat het dan een serieuze zaak wordt.’
Op de vraag of hun geweten is gaan knagen in hun werk voor de grote corporates vertelt Krestin over zijn fascinatie voor internationaal recht, mensenrechten en klimaatzaken, maar: ‘We zijn ook nu nog zakelijke dienstverleners en als je daarmee ook de wereld net iets schoner, fijner en veiliger kunt maken, geeft dat voldoening. Maar als advocaat blijven we onafhankelijk en moeten we ons niet vereenzelvigen met de cliënt.’ Vermeulen hierover: ‘Goed procederen is onze manier om de wereld iets te verbeteren. Het civiele aspect van handhaving is belangrijk om te zorgen dat bedrijven hun zaakjes op orde hebben.’
Windmolens
Beide partners vertellen hoe een zaak binnenkomt, met als voorbeeld de doorgebroken dam in Brazilië, de zaak achter de internationale groei van het kantoor. Vermeulen: ‘De ramp staat vast, de veroorzaker is bekend, en er is een grote groep eisers. Dan kijken we of de zaak kans van slagen heeft, bij welke rechter dit moet spelen en hoe we het insteken.’ De kritische selectie van zaken is belangrijk, stelt hij, want: ‘Wij zijn een onderneming, dus we houden het niet lang vol om tegen windmolens te vechten.’ Krestin: ‘In Nederland is het voor gedupeerden steeds makkelijker om schade te verhalen dankzij de recent ingevoerde Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA). Onze rechtspraak is van hoog niveau, dus hier procederen is een zinvolle investering. Er zijn steeds meer financiers van massaclaims, denk aan private equity, hedgefunds, dedicated funders of verzekeraars die willen investeren in gerechtelijke procedures.’
Maar werken de advocaten, hoe edel hun doelen wellicht ook zijn, niet mee aan een groeiende claimcultuur? Vermeulen: ‘De realiteit is dat we nodig zijn. Sla de krant maar open en je ziet dat bedrijven toch weer de fout zijn ingegaan. De overheid haalt geen schadevergoeding voor de individuele slachtoffers, dat doen wij wel.’
Geen claimcultuur
Ook associate Olga van Erp Taalman Kip (30), die werd opgeleid bij Baker McKenzie en bewust voor PGMBM’s sociale insteek koos, vindt niet dat het kantoor een claimcultuur voedt. ‘Ik sta juist erg achter de zaken die we voeren. Overheden hebben door de globalisering steeds minder antwoord op wangedrag van grote bedrijven. Sommige bedrijven hebben zoveel omzet en bieden daarmee zoveel belastinginkomen en werkgelegenheid, dat er toch vaker een oogje wordt toegeknepen. En echt niet alleen in arme landen. Met een claim kun je bedrijven ter verantwoording roepen, want ze zien iets pas als een probleem als er financieel iets aan de hand is. Met een massaclaim bereik je in een keer iets voor een grote groep mensen.’