Dat Taghi zich heeft laten schrappen bleek donderdag uit een brief van minister Weerwind voor Rechtsbescherming aan de Tweede Kamer. Enkele fracties hadden hem onlangs gevraagd wat de stand van zaken is ten aanzien van Taghi en wat er vanuit de advocatuur zelf tegen hem is ondernomen. De voormalige strafrechtadvocaat zit sinds 8 oktober in voorarrest, omdat hij als boodschapper zou hebben gefungeerd voor zijn criminele neef, Ridouan Taghi. Die zat op dat moment vast in de EBI in Vught.
Weerwind wijst de Kamer in zijn brief op het feit dat Taghi pas nu formeel op non-actief staat als advocaat. ‘Op grond van artikel 60ab, tweede lid, van de Advocatenwet kan een advocaat, op verzoek van de toezichthouder, met onmiddellijke ingang worden geschorst in de praktijkuitoefening wanneer de advocaat zich in voorlopige hechtenis bevindt. De duur van de schorsing is gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis. Voor zover mij bekend is geen verzoek ingediend.’
Klacht
Volgens de NOvA kwam Taghi tot zijn besluit nadat de landelijke beroepsorganisatie bij de deken Midden-Nederland een klacht indiende op grond van artikel 46c van de Advocatenwet. In het belang van een goed functionerende balie en het publieke vertrouwen in de advocatuur is het niet toelaatbaar dat Taghi advocaat kon blijven terwijl hij in hechtenis zat, meent de NOvA. ‘In de samenleving maar ook binnen de beroepsgroep zelf, is met ontzetting en verontwaardiging gereageerd op de handelwijze van T. zoals die onder meer blijkt uit zijn eigen verklaring. Onze beroepsgroep is van maatschappelijke betekenis. Vanwege die maatschappelijke betekenis is de wetgever destijds overgegaan tot het regelen van tuchtrecht bij de advocatuur. In het belang van de beroepsgroep en in het bijzonder gelet op de bredere maatschappelijke impact van deze misstand, is de NOvA overgegaan tot het indienen van een klacht.’
Bas le Large, deken van de Orde van Advocaten Midden-Nederland, was woensdag niet voor commentaar bereikbaar.