
‘Wat doen we hier nog!’ verzuchtte strafrechtadvocaat Gitte Stevens in oktober 2020 bij de rechter-commissaris. Haar cliënt K. werd verdacht van grootschalige heling van auto’s en deelname aan een criminele organisatie in onderzoek Hermelijn. Het inmiddels stokoude dossier (de feiten dateerden uit 2011 en 2012) sudderde maar door. Moesten na al die jaren nog steeds getuigen worden gehoord van wie de betrouwbaarheid vanwege het tijdsverloop twijfelachtig zou kunnen zijn? Getuigenverhoren zouden de zaak nog langer vertragen. Stevens opperde bij de rechter-commissaris om met de andere advocaten in het proces en de officier van justitie rond de tafel te gaan zitten. Wellicht konden zij samen tot afspraken komen over de bewijslast en een passende straf.

Op 30 december 2020 vond een bijzonder gesprek plaats op het kantoor van Gitte Stevens in Roermond. Aanwezig waren strafrechtadvocaat Bo Maenen uit Maastricht, die een medeverdachte bijstond, en openbaar aanklager David van Kuppeveld, overigens al de vierde OvJ in het proces. Er ging wat tijd overheen, maar op 25 november 2021 legden de OvJ en de advocaten de procesafspraken in zogeheten afdoeningsvoorstellen voor aan de rechtbank Limburg.
Hoewel de rechtbank nergens aan was gebonden, werden de afdoeningsvoorstellen bekrachtigd. De zitting duurde, in plaats van meerdere procesdagen, amper een kwartier. De cliënten van Stevens en Maenen werden beiden veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden. Maenens cliënt M. moet ook nog 100.000 euro terugbetalen aan de Staat. Partijen spraken af geen hoger beroep in te stellen.
Dun IJs
Vooraf had Stevens de mogelijke uitkomsten uitgebreid besproken met haar cliënt. ‘Hij was blij dat de zaak na tien jaar eindelijk werd afgedaan. Voor hem voelde het als het zwaard van Damocles dat steeds boven zijn hoofd bleef hangen.’ Ook M., de cliënt van Bo Maenen, stond open voor procesafspraken. ‘De onderhandelingen met de OvJ waren stevig. Het was zeker geen handjeklap. Het OM wilde hem “plukken” en er zijn flinke standpunten uitgewisseld. Mijn cliënt was tevreden met de uitspraak. Hij wilde een streep onder het dossier zetten.’

Volgens Maenen heeft iedere strafrechtadvocaat wel een aantal langlopende zaken op de plank liggen die zich lenen voor dergelijke procesafspraken. ‘Het is in deze zaak gelukt, al was er geen juichmoment op ons kantoor. Het blijft natuurlijk dun ijs waar iedereen zich op begeeft en het voelt onnatuurlijk: een take it or leave it-deal. Ons strafrecht is niet ingericht op afdoeningsvoorstellen. Er bestaat nog geen wetgeving. Daarom moet je als advocaat duidelijk de belangen van je cliënt voor ogen houden en eruit halen wat erin zit.’
Een jaar later, op 9 december, werden in nog twee zaken bij de rechtbank Limburg afdoeningsvoorstellen gevolgd. Toen advocaat Gitte Stevens met het voorstel voor procesafspraken kwam, bekeek het OM ook of het Kolibrie-onderzoek in een afdoeningsvoorstel kon worden meegenomen. In die zaak werden twee mannen, Van de H. en B., verdacht van onder meer brandstichting in 2012 in een massagesalon in Susteren. Ook zij werden conform het voorstel veroordeeld tot gevangenisstraffen van ongeveer vijf maanden. B. moet bovendien een schadevergoeding van ruim 48.000 euro betalen.
De advocaat van het slachtoffer wil niet in dit artikel worden genoemd, maar stemde in met het voorstel, evenals Van de H.’s advocaat Peer Szymkowiak. Advocaat Arthur Vonken die B. bijstond, is blij met de uitkomst. ‘B. had al in voorlopige hechtenis gezeten en die tijd kwam in voldoende mate overeen met het voorstel van de OvJ. Het was een passende straf en voor mijn cliënt was er weinig te verliezen. Als vrijspraak erin had gezeten, was ik namens mijn cliënt natuurlijk niet voor een afdoeningsvoorstel gegaan.’
PGP-zaken
De rechtspraak piept en kraakt. Grote rechtszaken worden talrijker, omvangrijker en tijdrovender. Met name de zaken die voortvloeien uit de gekraakte PGP-servers (PGP is een softwareprogramma voor het versleutelen van digitale berichten met bijvoorbeeld Sky of EncroChat) leggen een groot beslag op de strafketen en dus ook op de verdeling van de schaarse zittingstijd bij de rechtbanken en gerechtshoven. De gekraakte data zorgen voor veel extra werk, omdat advocaten de rechtmatigheid van het met hacks verkregen bewijs betwisten.
Mede door de corona-epidemie daalde het aantal strafzaken dat door de rechter werd behandeld in 2020 naar 66.000. Een jaar eerder waren dat er nog 85.000 (ter vergelijking: in 2010 kwamen nog 114.000 strafzaken op zitting). Het vastlopen van de rechtspraak kan op gespannen voet komen te staan met het recht van de verdachte op behandeling van zijn strafzaak binnen een redelijke termijn. Dat kan leiden tot strafkorting en dat gaat mogelijk weer wringen met genoegdoening aan de slachtoffers of maatschappelijke gevoelens.
Procesafspraken zouden dé oplossing kunnen zijn voor het vlottrekken van dit stuwmeer aan zaken en het verkorten van de doorlooptijden. Het arrondissementsparket Limburg staat in elk geval positief tegenover afdoeningsvoorstellen. ‘Het kan voor veel winst in de strafrechtketen zorgen,’ licht OvJ David van Kuppeveld toe. ‘Daarbij hoeven we niet per definitie te denken aan oude zaken die op de plank liggen. Ook in actuele zaken is het niet uitgesloten dat jarenlang aanvullend onderzoek of getuigenverhoren voorkomen kunnen worden. Dat zou niet alleen het systeem ontlasten, maar ook de slachtoffers, die jaren na dato niet nog eens het hele trauma hoeven te herbeleven.’
125 pagina’s
In oktober vorig jaar slaakte de Rotterdamse rechter Jacco Janssen vermoedelijk een diepe zucht bij het openen van de mail met 125 pagina’s aan onderzoekswensen rond de strafzaak tegen de Albanese verdachte M. De onderzoekswensen over inbeslagname van versleutelde telefoondata waren ingediend door de verdediging. In april van 2020 was M. in een vrachtwagen naar de Rotterdamse haven gereden om daar een container met bijna duizend kilo cocaïne op te halen. De gedetailleerde foto’s die hij maakte van dit drugstransport en van zijn vuurwapen, verstuurde M. via zijn beveiligde cryptotelefoon naar Albanië. Justitie kwam hem op het spoor dankzij de kraak van de versleutelde chatdienst SKY ECC. ‘Gelet op de omvang van het dossier had dit een proces met een gigantische doorlooptijd kunnen worden. In het ergste geval had deze zaak jarenlang geduurd. Daar was mijn cliënt niet bij gebaat en de maatschappij uiteindelijk ook niet,’ stelt M.’s advocaat Haroon Raza uit Rotterdam.

Dit constateerde Janssen blijkbaar ook, want tijdens de regiezitting was híj degene die aan het OM en de verdediging voorstelde om tot procesafspraken te komen – nog een primeur in Nederland. M. werd uiteindelijk conform het afdoeningsvoorstel op 24 december veroordeeld tot vier jaar cel waarvan een jaar voorwaardelijk. Er is afgesproken dat er geen hoger beroep komt en er werd afstand gedaan van de onderzoekswensen. M. is tijdens de inhoudelijke zitting uitgebreid ondervraagd of hij zich realiseerde wat het allemaal inhield.
Haroon Raza en zijn cliënt kijken tevreden terug op de zitting en de uitspraak, al constateert Raza dat het maken van procesafspraken wel wat vergt van een advocaat. ‘Je moet heel goed en soms hard kunnen onderhandelen. Officieren van justitie zijn namelijk geen markthandelaren. Ze zijn veel koppiger en halsstarriger. In de Rotterdamse zaak wist ik wat het strafplafond zou zijn, ik had mijn cliënt daarop voorbereid. Hij is tevreden met het uiteindelijke vonnis en heeft gekregen wat hij wilde. We moeten uiteraard blijven waken voor de belangen van de verdachten, maar een verdachte kan altijd en op elk moment gedurende het proces op de resetknop drukken en zeggen: dit wil ik niet.’
Volgens OvJ Van Kuppeveld, die niets van doen heeft met deze Rotterdamse zaak, beginnen procesafspraken met overleg tussen OM en de verdediging. ‘Als het OM en de verdediging – al dan niet in samenspraak met een benadeelde partij – tot overeenstemming zijn gekomen, wordt alles op schrift gesteld en in een afdoeningsvoorstel voorgelegd aan de rechtbank. Belangrijk daarbij is dat het geen schuldbekentenis is. Zou de rechtbank toch vinden dat hij niet conform het afdoeningsvoorstel kan vonnissen, dan zou hij de zaak moeten heropenen en zou het proces alsnog gewoon vanaf het begin af aan kunnen plaatsvinden.’
Pionieren
Niet iedereen is even enthousiast over de manier waarop de praktijk rond de afdoeningsvoorstellen zich ontwikkelt. Belangrijkste struikelblok: er is (nog) geen wetgeving. ‘We vormen daarmee een uitzondering in Europa, vertelt universitair docent strafrecht Laura Peters van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Zij doet al vijftien jaar onderzoek naar procesafspraken in binnen- en buitenland. ‘In veel van de ons omringende landen zijn procesafspraken verankerd in de wet. Maar in Duitsland is dat bijvoorbeeld misgegaan. Daar ontwikkelde zich jarenlang een verborgen praktijk van informele en schimmige deals in achterkamertjes die voor niemand transparant waren. Daarmee werd de openbare zitting een theater, omdat de uitkomst in elke zaak van tevoren al vaststond. Toen er uiteindelijk in 2009 wetgeving kwam, was dat te laat. De ontstane praktijk laat zich nu niet meer goed bijsturen. Dat is vanuit het perspectief van de rechtsstaat zeer riskant.’

Als we niet oppassen, zitten wij straks met hetzelfde probleem, denkt Peters. ‘Omdat de politiek de wetgeving niet oppakt, zie je momenteel dat officieren van justitie, rechters en advocaten deze nieuwe strafprocedure zelf gaan verkennen. Dat is op zich positief: samenwerken levert tijdwinst op en de verdachte krijgt de gelegenheid boete te doen en mee te denken over een passende straf. Maar we moeten voorkomen dat er overal experimenten ontstaan en dat elke rechtbank, elk parket of iedere advocaat zelf het wiel gaat uitvinden.’
Bovendien kan het ook misgaan. ‘Als procesafspraken goed gaan en er daardoor meer lucht in ons rechtssysteem komt, is iedereen enthousiast. Maar stel dat een verdachte het gevoel heeft onder druk te zijn gezet of achteraf vindt dat hij niet goed is bijgestaan door een advocaat? Of dat hij vindt dat de procedure toch niet goed is verlopen, maar dat niet meer kan laten toetsen bij een hogere rechter? We hoeven niet bang te zijn voor Amerikaanse toestanden zoals de plea bargaining, een lagere straf door schuldbekentenis. Ons rechtssysteem is in de kern echt anders dan dat van de VS. Maar we moeten wel zorgen voor wettelijke kaders en een zekere mate van transparantie en openbaarheid in het proces waarborgen.’
Wondermiddel
Rechters zijn alert op de mogelijke risico’s die aan de huidige experimenten kleven.
In september 2019 schoof de rechtbank Overijssel een afdoeningsvoorstel terzijde omdat de afgesproken strafeis op geen enkele wijze recht deed aan de aard en de ernst van de feiten. Ook de rechtbank Rotterdam schrijft in haar vonnis dat procesafspraken geen wondermiddel in schaarste mogen zijn. Efficiency mag niet ten koste gaan van kwaliteit, juridisch waarborgen en openbaarheid van de rechtspraak.
Advocaat Gitte Stevens beaamt dat. ‘Liever zou ik zien dat strafzaken binnen een afzienbare termijn worden behandeld. Een inhoudelijke behandeling heeft dus altijd de voorkeur. Maar als een zaak om welke reden dan ook vastloopt of jaren op de plank blijft liggen, ben ik er voorstander van dat we naar andere mogelijkheden zoeken. Als iedereen openstaat voor procesafspraken zou ik zeker vaker een poging wagen om de verstopping in ons rechtssysteem praktisch op te lossen. Al blijft het natuurlijk een keuze geboren uit armoede.’