De betreffende advocaat werd in januari 2017 voor vier maanden geschorst, een uitspraak die in juli dat jaar werd bevestigd door het Hof van Discipline. Daarop heeft de NOvA de naam van de advocaat opgenomen in een openbare online lijst van geschorste en geschrapte advocaten. Per 1 juni 2018 heeft de advocaat zich op eigen verzoek laten schrappen van het tableau. Hij verzocht de NOvA om de zichtbare vermelding van zijn schorsing ongedaan te maken, omdat hij bang was er last van te krijgen bij het solliciteren naar werk. Dit verzoek werd afgewezen. Deze afwijzing werd in september 2019 bekrachtigd in een vonnis van rechtbank Amsterdam.
In hoger beroep besloot de Raad van State begin vorig jaar anders. De NOvA moest de naam van de advocaat verwijderen van een openbare online lijst en een nieuw besluit nemen. De algemene raad moest daarbij ingaan op de vraag of het geplaatst houden van de advocaat op de lijst nog nodig is nadat hij zichzelf vrijwillig van het tableau heeft laten schrappen. De NOvA stelde zich eind maart op het standpunt dat het feit dat de advocaat zich vrijwillig heeft laten schrappen van het tableau niet betekent dat vermelding op de lijst vanaf dat moment niet meer nodig is. ‘Dat de persoonsgegevens van de advocaat op de lijst zijn geplaatst om te voldoen aan een wettelijke verplichting, betekent niet dat ze niet op de lijst gepubliceerd mogen blijven met het oog op een ander gerechtvaardigd verwerkingsdoel, namelijk het vervullen van een taak van algemeen belang.’ De algemene raad van de NOvA is wel tegemoetgekomen aan het verzoek van de advocaat om de lijst te ontkoppelen met zoekmachines op internet.
Taak van algemeen belang
De Afdeling geeft de NOvA nu gelijk. ‘De algemene raad heeft op goede gronden beslist dat het doel niet op een andere, voor de bij de verwerking van persoonsgegevens betrokken persoon minder nadelige wijze kan worden verwezenlijkt. Dat betekent dat de algemene raad ook op goede gronden heeft beslist dat het gepubliceerd houden van de naam van de advocaat op de lijst voor de duur van vijf jaar nodig is voor het vervullen van een taak van algemeen belang.’ Op grond van de AVG heeft de advocaat geen recht op wissing van zijn gegevens, oordeelt de Afdeling. ‘De algemene raad heeft dit verzoek dan ook mogen afwijzen.’
Volgens de Afdeling heeft de algemene raad aannemelijk gemaakt dat met het alternatief dat de advocaat heeft aangedragen, namelijk het anonimiseren of pseudonimiseren van zijn gegevens, de doelen niet op dezelfde wijze bereikt kunnen worden. ‘Dit doet afbreuk aan de transparantie van de tuchtrechtspraak, terwijl transparantie belangrijk is voor het maatschappelijk vertrouwen in de advocatuur. Daarbij staat in de nota van wijziging dat persoonsinformatie over de advocaat in beginsel openbaar is. De wetenschap voor een advocaat dat voor een bepaalde tijd zijn naam wordt gepubliceerd als hij de beroepsnormen overtreedt en daarvoor een maatregel krijgt opgelegd, draagt bij aan de zuiverende werking binnen de beroepsgroep.’
Overigens is de periode van vijf jaar deze zomer verstreken. Vanaf 11 juli 2022 mag de naam van de oud-advocaat niet meer zichtbaar zijn op de lijst. Het eerdere verzoek van de oud-advocaat om schadevergoeding heeft hij tijdens de zitting bij de Afdeling ingetrokken.