Strafrechtadvocaat Richard Korver is voorzitter van de Stichting LANGZS, het advocatennetwerk gewelds- en zedenslachtoffers. Hij merkt dat door de recente onthullingen rondom The Voice en Ajax het aantal meldingen van seksueel overschrijdend gedrag toeneemt. ‘Ik hoor van Slachtofferhulp Nederland en het Centrum Seksueel Geweld dat er een piek is in telefoontjes. Dat gaat om het topje van de ijsberg. Twee miljoen slachtoffers in Nederland hebben ervaring met seksueel overschrijdend gedrag, maar het grootste gedeelte houdt de mond.’
#MeToo begon als beweging in 2017 nadat Hollywood-producent Harvey Weinstein door verschillende vrouwen was beschuldigd van seksueel misbruik. Ook in Nederland kwam er een reeks onthullingen rondom seksuele intimidatie: in de kunstwereld, het onderwijs, de theater- en filmwereld en in de politiek. Uit CNV-onderzoek in 2021 blijkt dat 61 procent van de vrouwen en achttien procent van de mannen te maken heeft gehad met seksueel getinte opmerkingen op de werkvloer. Dertig procent van de werkende vrouwen en vijf procent van de mannen zelfs met aanranding of een andere fysieke vorm van seksuele intimidatie (voor cijfers binnen de advocatuur, zie kader).
Pittig jarenlang traject
Slachtoffers van seksueel overschrijdend gedrag op de werkvloer kunnen twee paden bewandelen: het strafrechtelijke of het civielrechtelijke. Arbeidsrechtadvocaat Mirjam Decoz, gespecialiseerd in zaken waarin integriteit of ongewenste omgangsvormen een rol spelen, vindt het jammer dat de maatschappelijke discussie momenteel te strafrechtelijk wordt gevoerd. ‘Slachtoffers moeten vooral aangifte doen, roepen zowel politici als advocaten. Maar aangifte is in veel gevallen helemaal niet aan de orde en het strafrecht niet de aangewezen weg, zeker als het bewijs dun is. Bovendien is het een pittig en jarenlang traject.’ Richard Korver: ‘Van een groot deel van het seksueel overschrijdend gedrag kun je geen strafbaar feit maken. Je zou jezelf onsterfelijk belachelijk maken als je je cliënt adviseert aangifte te doen van een zedenmisdrijf voor de opmerking: “Wat een geil rokje”.’
Veel slachtoffers van seksueel wangedrag hebben volgens Mirjam Decoz meer baat bij een civiele procedure. ‘In een civiele procedure kun je als advocaat alle feiten en gebeurtenissen in een context meewegen. Neem het voorbeeld van een leidinggevende die een collega in de bil knijpt. Dat is niet zonder meer een strafbaar feit maar vaak wel grensoverschrijdend, zeker in een context van gebeurtenissen. Denk aan seksuele of suggestieve appjes sturen of grooming, vertrouwen winnen met als doel seksueel misbruik. Door ook die context te duiden, kun je langs de civiele weg een zaak met wat geluk in een paar maanden afronden, zijn er disciplinaire maatregelen getroffen en kan een slachtoffer weer veilig aan het werk of ligt er een goede schikking op tafel.’
Met een goede schikking bedoelt Decoz: ‘Excuses van de organisatie en van de pleger, een forse financiële compensatie en géén geheimhoudingsclausule waarbij je het slachtoffer voorgoed de mond snoert. In negentig procent van de gevallen lukt het en hoeft er geen rechter aan te pas te komen. Dat is uit menselijk oogpunt prettig voor het slachtoffer, want dan ligt de zaak niet op straat. Als er echt aantoonbare strafbare feiten zijn gepleegd, moet je natuurlijk je cliënt in overweging geven aangifte te doen,’ aldus Decoz.
Strafrecht- en civielrechtadvocaat Margreet de Boer, gespecialiseerd in seksueel geweld, sluit zich daarbij aan. ‘Ik vraag altijd aan slachtoffers wat hun doelen zijn. Als ze alleen tevreden zijn wanneer de pleger achter slot en grendel gaat, dan leg ik uit dat zedenzaken lastig te bewijzen zijn en emotioneel traumatiserend. De politie stelt in het belang van het onderzoek pijnlijke vragen. Als advocaat moet je je cliënt vertrouwen geven, goed informeren en bijstaan in de keuzes. Daarbij helpt ook om de doelen kleiner te maken: eigen grenzen aangeven en je verhaal kunnen doen, blijkt vaak wel haalbaar.’
Minstens zo belangrijk als advocaat: het slachtoffer waarschuwen voor de maatschappelijke discussie. ‘Die is vaak heftig,’ vertelt Richard Korver. ‘Het gaat van het ene uiterste van het strafbaar willen stellen van een opmerking over een geil rokje tot het andere uiterste van victim blaming “waarom had je dan ook dat rokje aan”. Het leeglopen op televisie wat je als slachtoffer kan overkomen, vind ik niet handig. Soms kun je een strafzaak er bovendien kapot mee maken. Hoe meer uitgebreide details er op straat liggen, hoe lastiger de waarheidsvinding. Je wilt voorkomen dat iedereen gaat papegaaien.’ Decoz: ‘Het kan nog jaren aan je kleven als je als slachtoffer de media opzoekt.’
Kennis ontbreekt
Zowel Richard Korver, Margreet de Boer als Mirjam Decoz meent dat slachtoffers beter een gespecialiseerde advocaat in de arm kunnen nemen die kennis heeft van zowel strafrecht als civiel recht. Er zitten meerdere juridisch kanten aan seksueel wangedrag en er kunnen meerdere trajecten naast elkaar lopen. Richard Korver: ‘Wat heeft een cliënt echt meegemaakt? Je moet als advocaat zaken die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben, kunnen verbinden.’
Decoz: ‘Neem bijvoorbeeld het uiten van valse beschuldigingen. Het komt weinig voor, maar je moet er altijd voor waken. Het gebeurt dat slachtoffers bang zijn niet te worden geloofd en daardoor de feiten groter maken. Het omgekeerde kan ook: dat slachtoffers het woord “verkrachting” niet in de mond durven nemen uit angst voor of loyaliteit naar de pleger. Als advocaat moet je daarom heel zorgvuldig te werk gaan. Ik wil mijn beroepsgroep niet afvallen, maar ik zie te vaak dat het misgaat. Veel kennis en ervaring over seksueel overschrijdend gedrag ontbreekt.’
Onthutsend voorbeeld is de uitspraak van 26 januari dit jaar van de Haagse Raad van Discipline (ECLI:NL:TADRSGR:2022:7). Een advocaat-stagiair had een feitenonderzoek verricht in een arbeidsrechtelijke kwestie terwijl sprake was van een zedenzaak: verkrachting tijdens een bedrijfsuitje. De werkgever schakelde na een formele klacht van het slachtoffer de huisadvocaat in. Het kantoor legde de zaak neer bij een onervaren advocaat-stagiair. Tijdens het onderzoek kwam het alcoholgebruik van het vrouwelijk slachtoffer ter sprake, haar flirtgedrag en haar kleding.
In het tendentieuze conceptrapport werd de vrouw min of meer de schuld gegeven van wat haar was overkomen. ‘Een opeenstapeling van opvolgende fouten en onzorgvuldigheden in een gevoelig zedenonderzoek… (Er is) ondeskundig en onvoldoende integer gehandeld en klaagsters belangen op meerdere momenten nodeloos en op ontoelaatbare wijze geschaad,’ zo luidde de conclusie. De raad legde de advocaat-stagiair een voorwaardelijke schorsing van twee weken op.
Ook klinkt er kritiek op de rol van advocatenkantoor Van Doorne. ITV Studios, producent van The Voice, heeft het kantoor aangesteld om onderzoek te doen naar de beschuldigingen van ongepast gedrag. Margreet de Boer, die ook lid is van de Eerste Kamer voor GroenLinks, vindt een advocatenkantoor geen onafhankelijk beoordelaar: ‘Als advocaat ben je partijdig, dat zit in je genen. Je kunt wel een andere rol aannemen als rechter-plaatsvervanger, als lid van een klachtencommissie of als juridisch adviseur in een gespecialiseerd onderzoeksbureau. Maar ik zet er twijfels bij of je als advocatenkantoor ingehuurd door een werkgever de aangewezen partij bent om onafhankelijk onderzoek te doen.’
Van Doorne laat weten in het belang van het onderzoek en de geheimhoudingsplicht geen bijdrage aan dit artikel te kunnen leveren en verwijst naar hun website. Daar valt onder andere te lezen: ‘Het Onderzoeksteam bekijkt de meldingen die (…) zijn ontvangen op individuele basis. Melders worden aangemoedigd om, in geval van een mogelijk strafbaar feit, aangifte te doen bij de politie (…). Van Doorne en het OM doen ieder zelfstandig onderzoek (…) en houden regelmatig constructief overleg met elkaar.’ Partner Jan Leliveld leidt het Onderzoeksteam. Van Doorne heeft ook een advocaat gespecialiseerd in seksuele intimidatie en een recherchepsycholoog aangetrokken. Wie dat zijn, is niet bekend. De Brauw Blackstone Westbroek is het kantoor dat ITV ‘algemeen juridisch advies’ geeft.
Politieke agenda
Inmiddels heeft het kabinet SER-voorzitter Mariëtte Hamer (PvdA) aangesteld als regeringscommissaris seksueel overschrijdend gedrag. Daarnaast is het wachten op een advies van de Raad van State over het wetsvoorstel seksuele misdrijven van voormalig minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus. Dat maakt seksuele intimidatie strafbaar. Verder zijn dwang, geweld en bedreiging straks niet langer een vereiste voor een veroordeling wegens verkrachting.
‘MeToo gaat over machtsverhoudingen. Je niet vrij kunnen voelen om avances af te houden. De nieuwe wet kan bijdragen tot een nieuwe norm,’ besluit Margreet de Boer. ‘Als in een bedrijf haantjesgedrag en seksistische machopraat algemeen is geaccepteerd, is de stap naar seksueel overschrijdend gedrag minder groot. Veel organisaties beschouwen de melding als problematischer dan het gedrag, maar slachtoffers worden gelukkig veel serieuzer genomen. Op de werkvloer is het een stuk beter geregeld dan vijftien jaar geleden. Steeds meer van de bedrijven hebben inmiddels een vertrouwenspersoon en een klachtencommissie en oog voor een veiligere werkomgeving. Over de volle breedte ben ik niet negatief.’
MeToo binnen de advocatuur
Grensoverschrijdend seksueel gedrag komt ook voor binnen de advocatuur. Hardnekkig zijn de verhalen over ‘hete hertjes’ op de Zuidas, een term die NRC enkele jaren geleden optekende. Geruchten over al dan niet getrouwde patroons die een affaire met hun stagiair hebben, of handtastelijke partners waar vanaf werkdag één voor wordt gewaarschuwd.
Twee jaar geleden heeft het Advocatenblad een enquête gehouden over seksueel wangedrag. Van de vrouwelijke advocaten zei 42 procent te maken te hebben gehad met seksuele intimidatie. Te denken valt aan seksistische opmerkingen, geluiden of gebaren. Ongepast bekeken worden, ongepast fysiek contact, al dan niet ‘toevallig’.
De International Bar Association (IBA) publiceerde in 2019 een rapport: ‘Us Too? Bullying and Sexual Harassment in the Legal Profession’. Daaruit bleek dat wereldwijd vooral vrouwelijke advocaten in de leeftijdsgroep 25-29 jaar te maken hebben met seksueel wangedrag: een op de drie vrouwen en een op de veertien mannen.
De meesten houden zich stil: driekwart heeft het uit angst voor de consequenties niet bij de werkgever gemeld. Volgens de IBA doen advocatenkantoren niet genoeg om het probleem aan te pakken: er worden onvoldoende maatregelen getroffen en overtreders worden niet gestraft. Slachtoffers zoeken hun heil elders en verlaten vaak het bedrijf. De IBA adviseert training van werknemers om seksuele intimidatie (en pesten) tegen te gaan.