Broers die samen in zaken zitten, het blijft niet altijd gezellig. In dit geval kreeg broer 1 het aan de stok met de vriendin van broer 2, die via een uitzendbureau voor de zaak werkte. Toen broer 1 erachter kwam dat broer 2 die vriendin in 3,5 jaar ruim € 17.000 aan reiskostenvergoedingen had uitbetaald op kosten van de vof, schakelde broer 1 mr. X in om dat bedrag terug te vorderen.

Mr. X startte een procedure tegen de vriendin namens broer 1 én namens de vof. Tot woede van broer 2: in de vennootschapsakte stond dat voor optreden in rechte de medewerking van alle vennoten was vereist, en hij was er begrijpelijkerwijs niet vóór dat zijn vriendin de door hem namens de vof uitbetaalde bedragen moest terugbetalen.

Er kwam een zitting, waar behalve de vriendin en haar advocaat ook broer 2 zich aan de deur meldde. Toen de kantonrechter vroeg of dit oké was maakte mr. X namens broer 1 bezwaar. Broer 2 mocht er niet bij zijn, maar zijn vriendin kreeg wel gelijk. De kantonrechter oordeelde dat broer 2 indertijd bevoegd was namens de vennootschap reiskostenvergoedingen aan zijn vriendin te betalen, zodat de vennootschap daaraan gebonden was.

Broer 2 klaagde bij de raad van discipline in Den Bosch over mr. X: hij had niet namens de vof mogen optreden, wetende dat de vennootschapsakte toestemming van beide vennoten vereiste en dat een van de vennoten het er niet mee eens was. Ook had mr. X ten onrechte bezwaar gemaakt tegen zijn aanwezigheid, vond broer 2.

De tuchtrechter wijst de klachten af. Mr. X had namens zijn cliënt het standpunt ingenomen dat die eis in de vennootschapsakte (toestemming van beide broers om te procederen) in dit geval op grond van de redelijkheid en billijkheid buiten toepassing moest blijven, omdat de wederpartij in de procedure de levenspartner van broer 2 was. Dat standpunt mocht mr. X innemen. Broer 2 had civielrechtelijke wegen kunnen bewandelen om dit standpunt te bestrijden. Mr. X trad op namens broer 1, niet namens broer 2. Dat broer 2 mede-vennoot in de vof was, maakte dit niet anders.

In deze omstandigheden mocht mr. X op de vraag van de kantonrechter ook bezwaar maken tegen de aanwezigheid van broer 2 op de zitting. Broer 2 krijgt dus nul op het rekest, maar hoger beroep staat nog open.

Trudeke

Trudeke Sillevis Smitt

Freelance redacteur

Profile page
Advertentie