Hebben dekens te veel hooi op hun vork? Het stukje van vorige week eindigde met ‘Stel je voor dat een zo late schrapping niet doorgaat omdat het zo laat is geworden’, deze week gáát een serieuze zaak onderuit omdat er te lang is gedraald.

Je moet als klager je klacht indienen binnen drie jaar na de dag waarop je hebt kennisgenomen of redelijkerwijs hebt kunnen kennisnemen van het gedrag waarover je klaagt, en dat geldt ook voor het dekenbezwaar.

Een uitzondering geldt als je pas later met de gevolgen van het gedrag bekend raakt, dan krijg je vanaf dat moment nog een jaar de tijd (artikel 46g Advocatenwet). Alleen in (zeer) bijzondere omstandigheden is een overschrijding verschoonbaar (ECLI:NL:TAHVD:2020:256).

In deze tuchtzaak ging het om een advocaat die door het OM begin 2018 werd aangemerkt als verdachte van medeplichtigheid aan (schuld)witwassen en begunstiging. De advocaat had twee cliënten die van een liquidatie werden verdacht. Hij leek de ene cliënt, de vermoedelijke opdrachtgever van de liquidatie, te hebben geholpen met het doen van een contante betaling aan de andere, de vermoedelijke uitvoerder, terwijl die laatste in bewaring zat.

Het OM deed onderzoek naar de betrokkenheid van de advocaat en stuurde op 16 juli 2018 een eindproces-verbaal aan zijn raadsman. Op 6 augustus vroeg de raadsman van de verdachte advocaat per brief aan de deken om een gesprek, nu de deken, aldus de brief, inmiddels ook het proces-verbaal kende.

Nieuwsgierigheid

Op 13 september 2018 echter schreef de deken aan de verdachte advocaat dat hij graag van hem hoorde of het wenselijk was dat hij van de door het OM toegestuurde stukken kennis nam. Niet nodig, antwoordde de advocaat, hij was ervan overtuigd dat de zaak spoedig tot een goed einde zou komen.

Op 18 september 2018 ontving de deken bericht van het OM dat men overging tot vervolging.

Drie jaar min drie dagen later, op 15 september 2021, diende de deken zijn dekenbezwaar in. Volgens hem was dat op tijd, omdat hij redelijkerwijs pas na het bericht dat het OM ging vervolgen geacht kon worden een goed beeld te hebben van wat mr. X had gedaan. Daarvóór had hij immers in overleg met de verdachte advocaat het dossier nog niet bestudeerd. Tja…

De raad van discipline houdt voor het begin van de vervaltermijn de datum aan waarop mr. X in elk geval het dossier in huis had: 6 augustus 2018. Het dekenbezwaar wordt niet-ontvankelijk verklaard, maar er is hoger beroep ingesteld.

Opmerkelijk, dat niet bestuderen van een strafdossier. Zoiets zou je als deken toch willen weten – omdat het moet, en anders uit onbedwingbare nieuwsgierigheid. Of was (ook) dat tijdnood? Geruststellend: de Amsterdamse Orde krijgt in september twee dekens, in totaal 1,2 fte.

Trudeke

Trudeke Sillevis Smitt

Freelance redacteur

Profile page
Advertentie