cover_illustratie_website
Image credit: Nick van Silfhout

Donderdag 24 februari 2022. De wereld wordt opgeschrikt door de Russische invasie in Oekraïne. Het begin van een oorlog waarvan de wereldwijde gevolgen niet te overzien zijn. Ook de advocatuur is letterlijk wakker geschud. Het is algemeen bekend dat verschillende (internationale) advocatenkantoren op de Zuidas al jarenlang nauwe banden onderhouden met de Russische Federatie en Russische (staats)bedrijven, zoals gasbedrijf Gazprom en oliebedrijf Yukos.  

Daags na de inval worden de eerste zorgen geuit over de reputatie van de advocatuur en de banden met Rusland. Is dienstverlening aan de Russische Federatie en daaraan gelieerde bedrijven en personen nog wel te verantwoorden? Een ethische vraag die de gemoederen flink bezighoudt. De discussie wordt gevoed door de toenemende druk van buitenaf en van binnenuit om afstand te nemen van Russische cliënten.  

Wanneer kort na de inval de eerste (economische) sancties tegen Rusland worden ingesteld, roept de Amsterdamse deken Evert-Jan Henrichs advocaten op extra waakzaam te zijn. Hij doelt daarmee op verzoeken uit Russische hoek die bedoeld kunnen zijn om sancties opgelegd aan Rusland te ontwijken. De sancties vragen volgens Henrichs om een ‘sterk verhoogde waakzaamheid van alle advocaten’. De sancties raken immers niet alleen de Russische Federatie, maar ook ‘gelieerde partijen’, zoals ‘een aantal Russische personen, banken en andere organisaties’.  

Niet alleen de verschillende orden van advocaten laten van zich horen. Op sociale media roepen advocaten op de oorlog te veroordelen en de dienstverlening aan Russische cliënten te stoppen. Jan Padberg (managing partner bij HVG Law) schrijft op LinkedIn dat het ‘een gegeven is’ dat de Zuidas ‘een dikke boterham verdient’ aan het adviseren van de Russische staat. ‘Ik doe een dringende oproep aan de advocatuur, notariaat en overige zakelijk dienstverleners om per direct hun werkzaamheden te staken voor die cliënten die direct dan wel indirect zijn verbonden met de Russische staat. De tijd voor de opportunistische insteek is echt voorbij! Wat doe jij?’

Een collectief van twintig grote Nederlandse advocatenkantoren stelt begin maart gezamenlijk een verklaring op waarin ze zeggen dat het tijd is om kleur te bekennen en gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen, onder het motto ‘stand firm’. Het collectief roept vakgenoten op dienstverlening aan Russische partijen te weigeren. De kantoren willen daarmee voorkomen dat de belangen worden behartigd van degenen die de oorlog tegen Oekraïne faciliteren. De twintig kantoren zijn: BarentsKrans, Bird & Bird Nederland, Boels Zanders, Brinkhof, Cleerdin & Hamer, CMS Nederland, Dirkzwager, DVDW, Florent, Kennedy Van der Laan, KienhuisHoving, La Gro Geelkerken, LXA Advocaten, Nysingh, Ploum, Stek, Trip, Van Benthem & Keulen, Van Diepen Van der Kroef en Wijn & Stael.

De grotere Nederlandse kantoren volgen in ganzenpas: Loyens & Loeff, Stibbe, De Brauw, NautaDutilh nemen allemaal afstand van Russische cliënten, voor zover ze die hadden. Een van de laatste is Houthoff, dat geldt als de huisadvocaat van de Russische Federatie in Nederland. Het kantoor tekent daarbij wel aan niet zonder meer alle Russische cliënten buiten te zetten. Volgens Houthoff stellen de beroepsregels voor advocaten strenge eisen aan het nemen van hun besluit, ook als de omstandigheden zo ernstig zijn als nu in Oekraïne. ‘Houthoff zal ook bij de uitvoering van dit besluit de zorgvuldigheid in acht moeten nemen die van een advocaat wordt geëist. Aan deze zorgplicht wordt in overleg met de Amsterdamse deken van de orde van advocaten invulling gegeven.’ Nieuwe zaken van Russische cliënten worden echter niet meer aangenomen.

Tezelfdertijd laten ook veel internationale kantoren weten afstand te nemen van hun Russische klandizie. Norton Rose Fulbright meldt als eerste dat het kantoor in Moskou wordt gesloten. De winst van huidige zaken die niet kunnen worden beëindigd, wordt gedoneerd aan ‘geschikte humanitaire en liefdadige doelen’. Allen & Overy, Linklaters, Freshfields en Clifford Chance volgen. Als laatsten in de rij van Angelsaksische law firms besluiten Dentons en Baker McKenzie de banden met Rusland door te snijden. Baker McKenzie was 33 jaar geleden het eerste westerse advocatenkantoor dat vestigingen opende in Rusland. De kantoren in Sint-Petersburg en Moskou, waar 130 advocaten werken, gaan nu verder als zelfstandige firma.

Beneluxkantoor AKD laat als laatste weten afscheid te hebben genomen ‘van alle Russische staatsbedrijven en ook een aantal niet-staatsbedrijven’. Drie criteria zijn daarin bepalend geweest: ‘de sanctielijst, ons eigen morele kompas en de gedragsregels voor de advocatuur’.

Ethisch besluit

Het besluit afstand te nemen van Rusland kan alleen door de kantoren zelf worden genomen. Weliswaar stelt de Europese Unie economische sancties in, maar juridische dienstverlening valt daar niet onder. Het is daarmee vooral een morele kwestie, met eventuele economische gevolgen door reputatieschade. De Amsterdamse deken Henrichs stelt niet te willen oordelen over de ethische vraag, maar zegt het wel belangrijk te vinden het gesprek erover aan te gaan. Zo sprak hij half maart in een ‘open en vertrouwelijk’ gesprek samen met Femke Halsema, burgemeester van Amsterdam, met de voorzitters van elf Zuidaskantoren. Halsema maakte zich zorgen over de reputatie van de stad en de Zuidas als handelscentrum naar aanleiding van de berichtgeving over de banden die kantoren hebben met Russische cliënten.  

‘Het is meer dan voorheen nodig dat we nadenken over de ethische vraag voor wie we werken,’ vindt Henrichs. ‘In die zin is de oorlog een soort wake-upcall om breder na te denken over wanneer het ophoudt. Dat gaat verder dan alleen Russische cliënten. Ik beschouw het als mijn taak het gesprek op gang te brengen, maar het is uiteindelijk de advocaat die of het kantoor dat de beslissing neemt.’  

Henrichs ziet dat de morele vraag in hoeverre een kantoor voor bepaalde Russische cliënten kan optreden van verschillende kanten aan de orde wordt gesteld. ‘Zo is er enorme publicitaire aandacht. Tegelijk zie je dat er intern vragen worden gesteld of dit nog wel kan en ook cliënten vragen zich af of het wel de bedoeling is dat “hun” advocatenkantoor voor dit soort partijen optreedt. Als een groot aantal ondernemingen, zoals bijvoorbeeld BP en Shell, grote belangen in Rusland overboord gooien, is het niet zo gek dat sommige ook aan hun advocaten vragen waarom ze nog met Russische cliënten werken.’  

Daarbij moet je volgens Henrichs wel nuance aanbrengen. ‘Die is tweeërlei. Een is dat er een verschil is tussen optreden voor de Russische Federatie, staatsondernemingen of mensen die op de sanctielijst staan. Daar ligt de ethische vraag pregnanter dan bij andere Russische cliënten. Ik vind het wel ver gaan als je in algemene zin zegt niet meer op te treden voor Russische partijen. De tweede nuance is dat je onderscheid moet maken in het type werk dat je doet. Met name voor proceswerk in zaken waar verplichte procesvertegenwoordiging is, kan de vraag opdoemen of het rechtsstatelijk verantwoord is een nieuwe zaak te weigeren of een lopende zaak neer te leggen.’  

Henrichs doelt hiermee op artikel 13 Advocatenwet. Op grond van dat artikel kan de deken gevraagd worden een advocaat aan te wijzen. ‘Rechtsstaatsrechtelijk heeft iedereen recht op verdediging en een eerlijk proces. In het strafrecht eindigt zo’n discussie altijd in dat zelfs de grootste amorele boef verdedigd moet worden, terwijl velen vinden dat dat in een civiele procedure niet aan de orde is. Maar ook in die zaken moet iemand zich kunnen verdedigen. Artikel 13 is de wettelijke verankering van het recht op juridische bijstand, ongeacht je achtergrond. Daar kun je niet zomaar aan voorbijgaan.’  

Bijzonder hoogleraar Advocatuur aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) Diana de Wolff noemt het logisch dat het systeem zo in elkaar zit. De vraag is volgens haar waarom Nederland dit soort aan Rusland gelieerde zaken heeft aangetrokken. ‘Dat heeft natuurlijk alles te maken met het feit dat wij Russische firma’s hier welkom hebben geheten. Wij zijn een liberale samenleving die jarenlang ook heeft gefaciliteerd dat dit soort bedrijven zich hier vestigen. Dat betekent dat je op de koop toeneemt dat Nederland de rechtsmacht kan hebben in geschillen waarvan we ons nu afvragen waarom we dit doen en of we hiermee gezien willen worden.’  

De hoogleraar is daarnaast van mening dat advocaten ‘zo stoer’ moeten zijn om cliënten bij te staan tegen de publieke opinie in. ‘Dat geldt ook in het strafrecht. Als je een tbs’er bijstaat die tijdens zijn verlof een meisje verkracht en in stukjes snijdt, dan krijg je ook de hele publieke opinie over je heen. Wat Poetin doet in Oekraïne is in mijn ogen nog veel erger. Maar als je er eenmaal voor gekozen hebt, of je bent aangewezen om een zaak te doen, dan moet je je daar als advocaat niet te veel van aantrekken. Rotzakken verdedigen op een kritische manier is ook onafhankelijk zijn. Je zou je dan niet zoveel van de publieke opinie aan moeten trekken. Daar moet je weerstand tegen bieden. Dat moet natuurlijk niet verder gaan dan het procesmonopolie.’  

De adviescommissie Rechtsstatelijkheid van de NOvA werkt aan een memo dat ingaat op de ethische en juridische vraagstukken die spelen voor advocaten. De algemene raad wil aan de hand daarvan in gesprek met de balie.  

Intern beleid

Wat betekent het afstand nemen van Russische cliënten nu concreet voor de kantoren? Bijna geen enkel kantoor wil inkijk geven. De een na de ander verwijst naar de verklaringen van begin maart. Naar verluidt op een advies van een ‘deskundige in de crisiscommunicatie’, volgens het adagium dat je stil moet zitten als je geschoren wordt.  

Kennedy Van der Laan is minder huiverig. Het Amsterdamse kantoor laat weten onlangs intern uitgebreid beleid te hebben gedeeld over de omgang met aan Rusland gelinkte cliënten. Daarin staat dat ‘iedere transactie die mogelijk het oogmerk heeft de belangen veilig te stellen van de Russische president, de Russische staat, Russische (staats)bedrijven of de Russische elite voor zover zij niet openlijk stelling nemen tegen de inval in Oekraïne, wordt geweigerd. In aanvulling hierop zijn wij uiterst terughoudend bij het bedienen van Russische cliënten,’ zegt CEO Joost Linnemann. ‘Dat zullen wij uitsluitend doen als deze cliënten aantoonbaar ondersteuning nodig hebben tegen het Russische regime (denk aan media anders dan de staatsmedia) of anderszins actief zijn voor de goede zaak (denk aan Russische mensenrechtenorganisaties).’  

Ten aanzien van niet-Russische cliënten met activiteiten of belangen in Rusland verricht het kantoor geen juridische werkzaamheden ‘die direct betrekking hebben op die belangen of activiteiten, behalve als ondersteuning wordt gevraagd bij het beëindigen of afstoten daarvan’. Het kantoor heeft een ethische commissie die mee kan kijken als het gaat om bestaande dossiers. ‘De betrokken advocaat kan overleggen met deze ethische commissie over het staken of voortzetten van werkzaamheden, gelet op de gedragsregels.’ Het staat individuele Kennedy Van der Laan-advocaten niet vrij om cliënten of dossiers aan te nemen in strijd met dit beleid. ‘Individuele advocaten mogen, zo volgt uit de individueel afgelegde eed of belofte, wel strenger zijn en bijvoorbeeld besluiten in het geheel niet te werken voor Russische cliënten.’  

Tot nu toe is de praktische betekenis van het vastgestelde beleid volgens Linnemann nog beperkt. ‘Wij bedienen op het moment geen Russische cliënten. Wel bedienen we niet-Russische cliënten met activiteiten of belangen in Rusland. Ook ten aanzien van deze categorie is de impact van het vastgestelde beleid gering.’  

Verder heeft het kantoor te maken met cliënten die ondersteuning nodig hebben bij het beëindigen van hun activiteiten of het afstoten van hun belangen in Rusland vanwege de oorlog. Linnemann: ‘De commerciële impact daarvan is vooralsnog klein en wij verwachten ook niet dat die heel groot zal worden. Intussen zijn wij wel in contact met bevriende Oekraïense kantoren om te zien hoe we hen kunnen ondersteunen.’  

De hele kwestie doet de advocatuur en in het bijzonder de Zuidas volgens Linnemann geen goed. ‘Dat komt deels door de (te) ongenuanceerde berichtgeving. Maar de advocatuur heeft dit voor een deel over zichzelf afgeroepen door zich te lang niet uit te spreken over ethische kwesties. Daarbij wordt steevast een beroep gedaan op de rechtsstatelijke rol, de geheimhoudingsplicht en de complexiteit van dit soort vraagstukken. Ook zonder afbreuk te doen aan die aspecten kun je als advocaat en als kantoor stelling nemen. Ik vind dat de advocatuur dat ook moet doen. Het gaat dan niet alleen om deze kwestie, maar ook om vraagstukken als klimaat en mensenrechten.’  

‘We worden dagelijks benaderd met vragen over de tijdelijke verblijfsstatus’  

De oorlog in Oekraïne zorgt voor een grote vluchtelingenstroom. Ook in Nederland zijn inmiddels duizenden vluchtelingen aangekomen. Drukkere tijden voor vreemdelingenrechtadvocaten dus.  

Wil Eikelboom, voorzitter van de Vereniging Asieladvocaten & -Juristen Nederland (VAJN) en advocaat bij Prakken d’Oliveira, ervaart en hoort van collega’s dat de telefoon vaker gaat sinds de dag dat de oorlog uitbrak. ‘We worden dagelijks benaderd met vragen. Door Oekraïners hier of door Oekraïners daar, maar ook door Nederlandse werkgevers van Oekraïners en door Russen die hier verblijven en niet meer terug willen. Of mensen die vragen of ze een Oekraïner in huis kunnen nemen.’  

De telefoontjes gaan veelal om het verkrijgen van informatie over de verblijfssituatie in Nederland. Goed advies geven is lastig voor advocaten, omdat de details van de tijdelijke verblijfsstatus nog niet bekend zijn. De ministers van de EU-lidstaten besloten begin maart om de zogeheten Tijdelijke beschermingsrichtlijn te activeren. Vluchtelingen uit Oekraïne mogen daardoor werken of opleidingen volgen in de EU-landen waar ze naar zijn uitgeweken. Ze hebben recht op onderkomen, op sociale bijstand, financiële ondersteuning en medische zorg. Kinderen mogen in het opvangland naar school. De specifieke uitwerking is ten tijde van het schrijven van dit artikel nog ongewis. Eikelboom: ‘Daar horen we op korte termijn meer over. Ik adviseer mensen die asiel willen aanvragen dan ook meestal om nog even af te wachten.’  

Eikelboom verwacht wel dat het aantal procedures toe zal nemen. ‘Het zou een tijdelijke piek kunnen zijn als de implementatie van de regels heel duidelijk en gunstig is. In dat geval heeft het meestal geen meerwaarde om een advocaat in te schakelen. Maar ik gok dat er wel haken en ogen aan de regeling zullen zitten en dat er meerdere opties voor vluchtelingen zijn. Vragen ze asiel aan, of verblijven ze hier als kennismigrant of bij hun partner? Om hierin een weloverwogen afweging te maken, is rechtsbijstand van belang.’ Eikelboom hoopt dan ook dat de Raad voor Rechtsbijstand hiervoor toevoegingen zal verlenen. ‘Hierover worden nu gesprekken gevoerd met de NOvA.’  

De algemene raad van de NOvA wil daarnaast in gesprek met advocaten over wat zij voor vluchtelingen uit Oekraïne en mogelijk ook Rusland kunnen betekenen.

‘Wij moeten ons kapot schamen’  

‘De private partijen (vaak generaliserend aangeduid met de ‘Zuidas’) die decennia hebben verdiend met het bedienen van de Russische oligarchie moeten nu laten zien dat zij onze rechtsstaat waardig zijn. Zij moeten stoppen met het verstoppen van oligarchenrijkdom, zij moeten zich losmaken van die clientèle en ze moeten de overheid helpen de sancties effectief te maken. Want zij weten hoe en waar het geld wereldwijd is verstopt (met dank aan onze belastingwetgeving).’ Dat schrijft de Amsterdamse advocaat Phon van den Biesen eind maart in een brief aan NRC. ‘De overheid heeft de afgelopen tien jaar wel haast gemaakt met het ondermijnen van de rechtsstaat door kosteloze rechtshulp voor mensen met weinig geld te beperken. Het vorige kabinet bedacht dat de Zuidas-advocatuur de sociale advocatuur financieel uit het slop moest trekken. Hoezo wordt de sociale advocatuur in Nederland nu geacht ondersteuning door deze Zuidas te aanvaarden, terwijl die de financiering van de top van het Poetin-rijk mede mogelijk maakt. Wij moeten ons kapot schamen.’  

FRANCISCA MEBIUS, Advocatenblad

Francisca Huijting-Mebius

Redacteur

Profile page
Advertentie