Een Nederlandse vrouw zit al drie jaar vermoedelijk onschuldig vast in het instabiele Haïti. Het lijkt erop dat ze op zoek was naar het Nederlandse consulaat om daar een visum voor haar zoon te regelen, vertelt advocaat Veerle Goudswaard (1984) van stichting Dutch&Detained (D&D). ‘Cliënt heeft psychische problematiek, zo weten we van haar familie. Waarschijnlijk heeft ze verward gedrag vertoond op een plein in de hoofdstad Port-au-Prince. Ze zit vast op verdenking van terrorisme, zonder enige onderbouwing. Toen wij – een jaar na haar aanhouding – over de zaak geïnformeerd werden, had zij nog geen rechter of advocaat gezien.’
Er is weinig progressie, want de Haïtiaanse rechtsstaat heeft andere zorgen. Naast de moord op de president en de moordaanslag op de premier, is ook de deken van de orde van advocaten vermoord en was er in 2021 weer een zware aardbeving. ‘Uit veiligheidsoverwegingen kan de cliënt nu niet worden bezocht en vinden er geen zittingen plaats. De wijk rond het gerechtsgebouw is namelijk in handen van gewapende bendes. Gelukkig hebben we een goed netwerk in buurland de Dominicaanse Republiek, waar ook veel Nederlanders vastzitten,’ vertelt D&D jurist Sofie Bollen. ‘Via een bevriende advocaat in het buurland hebben we een pro-Bonoadvocaat in Haïti kunnen regelen, waarmee we haar vrij en het land uit proberen te krijgen.’
Gemiddeld zitten er zo’n tweeduizend Nederlanders vast in het buitenland. Ook net over de grens krijgen Nederlandse gedetineerden te maken met totaal andere ideeën over drugsbeleid, bewijslast, strafmaat, fair trial en humane detentie. ‘In Duitsland kunnen onze cliënten vaak maandenlang niet naar huis bellen,’ vertelt advocaat Sophie Hof van Lawyers across Borders (LAB), een tweede stichting die met subsidie van het ministerie van Buitenlandse Zaken Nederlanders bijstaat die in den vreemde gevangen zitten. ‘De helft van onze cliënten zit vast in Duitsland, vaak onder verdenking van drugssmokkel. Ze mogen in voorarrest alleen communiceren in het Duits. Als zij of het thuisfront dat niet beheersen, mag er niet naar huis gebeld worden. En de verdachte mag niets inhoudelijks over zijn zaak vertellen, dus ook niet wat er gebeurd is. Dat zorgt voor veel verwarring.’
Lokale advocaat
Achter stichting LAB zit advocatenkantoor Cleerdin & Hamer. Hof staat samen met zeven kantoorgenoten momenteel tweehonderd gedetineerden bij in de zogenaamde ‘niet-zorglanden’ (Europa minus Balkan en Rusland, en verder Japan, Singapore, Australië, Nieuw-Zeeland en Canada). Met de subsidie van Buitenlandse Zaken onderhouden ze een piketdienst. Gedetineerden en hun familie in Nederland kunnen altijd bellen of mailen voor informatie en advies.
LAB legt desgewenst contact met de lokale advocaat van de gedetineerde, met het consulaat, de reclassering of andere instanties. ‘Zo kunnen we op afstand de rechtsgang monitoren en mensen helpen bij hun terugkeer,’ vertelt Hof. ‘Zittingen bijwonen of gedetineerden bezoeken hebben we nog niet gedaan. Het is lastig in verband met corona en de subsidie is ook beperkt. We proberen met de subsidie zo veel mogelijk mensen in het buitenland te helpen. De lokale advocaat kent het lokale recht en spreekt de taal. Wij zijn aanvullend en ondersteunend. Wel zouden we graag naar bijvoorbeeld Japan en Singapore reizen. Daar zijn de detentieomstandigheden zwaar en het lukt niet om telefonisch contact te krijgen met onze cliënten daar.’
D&D staat met een team van juristen en advocaten van verschillende kantoren nu ruim honderd cliënten bij in de rest van de wereld, de zogenaamde ‘zorglanden’, met veel cliënten in de VS, Turkije, Egypte, Thailand, de VAE en de Dominicaanse Republiek. Bart Stapert, nu raadsheer in Den Bosch, is voorzitter van de stichting en zette zich als advocaat in voor Nederlandse ter dood veroordeelden. ‘Die taak hebben we erbij,’ zegt advocaat Bart Krämer van D&D, ‘het gaat momenteel om één ter dood veroordeelde Nederlander en vijf waartegen de procedure nog loopt en een risico bestaat op een doodstraf.’
In sommige zorglanden worden gedetineerden mishandeld of gemarteld. Goudswaard reisde samen met collega Talha Yilmaz in december naar Noord-Irak om een cliënt bij te staan in een drugszaak. ‘De zitting werd kort voor aanvang afgelast vanwege onlusten. Door onze aanwezigheid samen met de consul-generaal konden we doorgang van de zitting afdwingen. Ook durfde cliënt hierdoor te verklaren over mishandeling tijdens het politieverhoor, wat hij eerder niet deed uit angst voor herhaling,’ zo vertelt Goudswaard, ‘met die internationale ogen op zich gericht, voelde cliënt zich beschermd.’
D&D selecteert haar reizen zorgvuldig. ‘Er moet een juridische noodzaak zijn, of een breder strategisch belang,’ zegt Bollen die een bezoek aan Midden-Amerika voorbereidt om cliënten, advocaten, lokale partners en autoriteiten te ontmoeten. ‘Je moet kijken waar je het verschil kunt maken en investeren in een goed netwerk ter plekke.’
PrisonLAW
Nederlandse gedetineerden in het buitenland krijgen consulaire bijstand, waar mogelijk bezoek van de vrijwilligers van Bureau Buitenland van Reclassering Nederland of van een geestelijk verzorger van stichting Epafras. ‘Gedetineerden klagen vaak over hun rechtspositie,’ zegt Epafras-directeur Nienke van Dijk. ‘Ze moeten het vaak doen met een lokale pro-Deoadvocaat, die ze soms nooit zien en die een andere taal spreekt.’
Wie het zich kan veroorloven, huurt daarom zelf ook een Nederlandse advocaat in. Zoals piloot Julio Poch, die via een andere stichting in Argentinië werd bijgestaan door Knoops’ advocaten. Maar de meeste gedetineerden in het buitenland hebben geen geld en ook geen recht op toevoeging. ‘Ik vraag ze wel om het toevoegingsbedrag,’ zegt advocaat Rachel Imamkhan, ‘als ze dat niet hebben, dan proberen we toch pro Deo te helpen.’ Haar stichting PrisonLAW staat wereldwijd nu nog zo’n dertig cliënten bij. PrisonLAW is bij geruchtmakende zaken als Romano van der Dussen (die twaalf jaar onschuldig vastzat in Spanje) meer inhoudelijk betrokken dan de anderen, wat in het verleden leidde tot frictie met Buitenlandse Zaken. ‘PrisonLAW bezoekt de gedetineerden in de gevangenis en komt ook op zittingen,’ vertelt Imamkhan. ‘We laten het dossier vertalen en verdiepen ons in het lokale recht. Zo bereik je meer. De lokale advocaat werkt doorgaans goed met ons samen. Voor hem krijgt zo’n zaak ook meer cachet.’ Recent verdedigde PrisonLAW atleet Roelf B., die op een festival in Hongarije werd betrapt met kilo’s drugs.
Imamkhan zette de rechtshulp aan gedetineerden in het buitenland twintig jaar geleden eigenhandig op de kaart. Tijdens haar rechtenstudie deed ze vrijwilligerswerk in gevangenissen in Azië. Zo ontmoette ze bij toeval ook Nederlanders. ‘Ik zal die eerste keren nooit vergeten, zo’n lange rij aan elkaar geketende mannen, schreeuwend achter de tralies. En daar zat dan soms ook een Nederlander tussen.’ Ze richtte de stichting op en ging zich samen met andere advocaten en rechtenstudenten inzetten voor deze vergeten gevangenen. Vanaf 2012 kreeg PrisonLAW subsidie van Buitenlandse Zaken, maar in 2019 zette Imamkhan met spijt in het hart zelf de subsidierelatie stop. ‘Ik worstelde steeds meer met twee petten,’ zegt ze, ‘ik werd onder druk gezet om Kamervragen te beantwoorden of Wob-verzoeken van cliënten in te trekken. Werkte ik nu voor mijn cliënt of voor het ministerie? Ik koos voor de cliënt, maar we kunnen nu lang niet meer zoveel zaken aannemen. Terwijl we nog wel veel aanvragen krijgen.’
Diplomatieke druk
De twee stichtingen die de subsidie hebben overgenomen, hebben tot nu toe geen last gehad van diplomatieke of politieke gevoeligheden. ‘Wij ervaren geen belangenverstrengeling,’ zegt Hof, ‘we hebben geheimhoudingsplicht en Buitenlandse Zaken vraagt ook geen details. Ik deel alleen info als mijn cliënt dat wil. De cliënt staat voorop. Bij de zorglanden kan het anders liggen, maar dat kan ik niet inschatten.’
Ook D&D benadrukt onafhankelijkheid, maar ook goede samenwerking met de diplomatieke vertegenwoordiging. ‘Ervaring uit het verleden – zeker in doodstrafzaken – leert dat de beste resultaten voor cliënten vaak komen door de inzet van juridische middelen samen met diplomatieke druk, al dan niet achter de schermen,’ vertelt Goudswaard. ‘Wij bieden onze ondersteuning wereldwijd aan en zijn dus ook actief in onveilige gebieden en landen met een disfunctionerende rechtsstaat. Dat zijn heel bewerkelijke zaken, waarin zelfs contact met de cliënt of zijn advocaat niet goed mogelijk is. Goede samenwerking met de andere subsidiepartners en Buitenlandse Zaken is dan cruciaal. Het is zoeken naar mogelijkheden om te ondersteunen, wat veel creativiteit en doorzettingsvermogen vergt. Het is lastig, en soms frustrerend, maar dit zijn de meest kwetsbare gedetineerden ter wereld, dus die laten we niet in de steek.’
Ook binnen Europa is communicatie met een cliënt nog vaak een probleem. ‘Post over en weer komt vaak niet aan,’ is de ervaring van Hof, ‘de gevangenisdirectie vertrouwt het niet, kent ons niet en het blijft ergens liggen. Ook op die momenten zoeken wij de hulp van Buitenlandse Zaken of de Reclassering’.
Procedures voor het omzetten en deels uitzitten van de straf in Nederland (WETS en WOTS) duren vaak maanden of zelfs een jaar of langer. Om die reden is het niet altijd zinvol om aan te vragen. In sommige landen komen gedetineerden bij goed gedrag in aanmerking voor strafkorting, of kunnen ze een gratieverzoek indienen. Daarover kunnen hun Nederlandse raadslieden hen adviseren. Ook spelen er vaak immigratiekwesties. ‘In de VS word je na je straf vaak uitgezet en ongewenst verklaard,’ vertelt Krämer, ‘terwijl sommige cliënten daar werken of een gezin hebben. Dat zijn belangrijke overwegingen, waar een lokale strafadvocaat niet altijd zicht op heeft.’
De omstandigheden in buitenlandse gevangenissen verschillen erg per land en regime. Overbevolking, geweldsincidenten, gebrek aan medische zorg, op de grond slapen, het komt allemaal voor. In vrijwel alle gevangenissen in de zorglanden is het slechter dan hier in Nederland. ‘Helaas krijgen we, net als in Nederland, de cellen meestal niet te zien,’ zegt Goudswaard. ‘Ons bezoek vindt vaak plaats in het mooiste kamertje van de gevangenis. In Irak kregen we wel een uitgebreide tour van het gehele detentiecentrum.’
‘Wij krijgen veel verzoeken van vrachtwagenchauffeurs die in Frankrijk vastzitten vanwege drugs in hun lading,’ vertelt Hof. ‘Deze zit dan verstopt in hun lading waarvan zij ons vertellen geen weet te hebben. Maar dat maakt voor de strafbaarheid in Frankrijk niet uit. Ze krijgen ook tonnen aan boete, maar de invordering daarvan is in Frankrijk wel veel soepeler en socialer geregeld dan bij ons CJIB.’
Drugssmokkel
Imamkhan wist onlangs een slachtoffer van de Toeslagenaffaire terug naar Nederland te krijgen. De vrouw werd achtervolgd door aanslagen en had als vermeend fraudeur geen recht op schuldsanering. Uit wanhoop deed ze een drugstransport en werd betrapt. ‘Mensen hebben snel een oordeel klaar over drugssmokkel. De schaamte is groot, ook bij haar familie. Maar ze moest eten kopen voor haar kind. Ze zag geen andere uitweg. Vaak zit er zo’n schrijnend verhaal achter drugskoeriers. Een lokale advocaat begrijpt dat niet, omdat die de context niet kent. Maar ik kan dat als Nederlandse advocaat wel bepleiten. Ik ben haar ook blijven bijstaan na haar terugkeer in Nederland. Ze is nu vrij, in de schuldsanering en herenigd met haar kind.’
Met haar twintig jaar ervaring in dit werk wereldwijd, doet Imamkhan nu promotieonderzoek over de werking van WETS en WOTS. Door het verschil in taakopvatting is de samenwerking met de subsidieopvolgers niet van de grond gekomen. ‘PrisonLAW wil op eigen wijze de moeilijke zaken blijven doen. We staan als stichting altijd open voor donaties om dat mogelijk te maken.’
‘Er is werk te over,’ zegt Goudswaard, ‘de subsidie geeft een heel mooie basis, maar is onvoldoende om alle gedetineerden die onze hulp vragen intensief bij te staan. Daarom zoeken we naar alternatieve financiering en manieren om de capaciteit uit te breiden.’ Naast subsidie ontvangt D&D jaarlijkse donaties van Fred Foundation, en is er een samenwerkingsproject met de UvA Law Clinics. ‘Het is heel hard werken met soms beperkt resultaat,’ zegt Goudswaard, ‘maar dat moment op Schiphol dat iemand wordt herenigd met familie en dierbaren, daar kun je een jaar op teren.’