L4L klein
Sophie de Graaf en Jeroen Brouwer Image credit: Jean-Pierre Jans

De Filipijnen, Indonesië, Algerije, Polen, India en Nederland – welk land hoort niet in dit rijtje thuis als het gaat om gebreken in de rechtsstaat? Je zou zeggen Nederland, maar toch heeft Lawyers for Lawyers óók over ons land een rapport uitgebracht bij de Mensenrechtenraad van de VN. Lawyers for Lawyers (kortweg: L4L) vraagt daarmee aandacht voor de veiligheid van advocaten in het kader van de periodieke review die Nederland in november bij de Mensenrechtenraad van de VN ondergaat.

Het rapport is uniek in zijn soort, zegt Sophie de Graaf, directeur van Lawyers for Lawyers. ‘Wij hebben sinds de oprichting van de Mensenrechtenraad in 2006 zo’n vijftig rapporten uitgebracht, maar nooit eerder over Nederland,’ zegt Sophie de Graaf.

De advocatuur zakt weg in onveiligheid, waarschuwt L4L-bestuurslid Jeroen Brouwer, advocaat en oud-deken: ‘Er zijn de laatste drie jaar veel heftige dingen gebeurd, dat heeft ons aangespoord om ook naar Nederland te kijken. Daarbij gaat het om de advocaat, maar vooral ook om de burger: kan die een advocaat vinden die vrij en onbevreesd zijn belangen behartigt?’

Heftige dingen

De ‘heftige dingen’ waar Brouwer op doelt staan in het rapport: de moord op Derk Wiersum op 18 september 2019, de aanslag op Philippe Schol op 6 november 2019, de beschieting van het kantoor van Jan-Hein Kuijpers in augustus 2020, de moord in juli 2021 op Peter R. de Vries – weliswaar geen advocaat, maar verbonden aan een advocatenkantoor en adviseur van kroongetuige Nabil B.

Ook het volgen door het OM van twee advocaten naar Dubai in augustus 2020, in een poging om Ridouan Taghi te vinden, wordt genoemd als gebeurtenis die de veiligheid van advocaten in gevaar bracht.

De Graaf: ‘Wat ook een rol speelde bij de beslissing de situatie in Nederland te onderzoeken waren de ontwikkelingen in landen om ons heen waar het met de rechtsstaat snel bergafwaarts is gegaan, zoals in Polen en Hongarije. Maar ook in het Verenigd Koninkrijk, waar advocaten gemolesteerd zijn omdat ze deel uit zouden maken van de zogenoemde asielindustrie. Diezelfde retoriek is in Nederland te horen. Het is een glijdende schaal.’

Relativisme

Lawyers for Lawyers léék een organisatie van Nederlandse advocaten die zich inzetten voor collega’s in andere landen, waar advocaten verschrikkelijk in het nauw zitten. Hadden ze ooit gedacht een rapport als dit uit te brengen over het eigen land?

Brouwer: ‘Ik denk het niet, maar enig relativisme is op zijn plaats. Nederland stond in 2020 op nummer 5 van de Rule of Law Index – hoe hoog wil je het hebben? De positie van advocaten is in sommige landen veel beroerder dan hier, er gaat veel goed.’

De Graaf: ‘Zoals de reactie van de autoriteiten na de moord op Derk Wiersum: het in het openbaar, op televisie, veroordelen, dat was heel goed. Er is in de verschillende geweldszaken ook meteen onderzoek ingesteld, en de daders zijn veroordeeld, dat zie je in landen als Colombia of de Filipijnen wel anders. Door de straffeloosheid gaat het daar van kwaad tot erger.’

Brouwer: ‘Ook de NOvA heeft veel initiatieven genomen om de onveiligheid van advocaten tegen te gaan. Veiligheidsscans, weerbaarheidstrainingen, een Taskforce bescherming tegen ondermijning: allemaal prima initiatieven, vooral gericht op preventie. Als het aankomt op het concreet beveiligen van het kantoor of huis van de advocaat, dan is nog niet geregeld wie opdraait voor de daaraan verbonden kosten. Dat zou de overheid moeten zijn.’

Verbaasd

L4L-vrijwilligers en -medewerkers voerden gesprekken met vertegenwoordigers van vijf verschillende specialisatieverenigingen. De Graaf: ‘Veel meer mensen dan wij hadden gedacht, uit verschillende hoeken, hadden zorgen over hun veiligheid. We waren zelf verbaasd over onze bevindingen. Dat heeft ons doen besluiten daadwerkelijk een rapport in te dienen.’

Brouwer vult aan: ‘Dat het speelde bij strafrechtadvocaten lag voor de hand. Maar ook advocaten van slachtoffers van misdrijven, familierechtadvocaten en curatoren ervaren steeds meer intimidatie en geweld. Uit een enquête van INSOLAD bleek dat 45 procent van de respondenten zich de afgelopen twee jaar als curator bedreigd of geïntimideerd heeft gevoeld.’

Bij de curatoren ziet Brouwer een verklaring in het groeiende eisenpakket. ‘De curator moet soms bestuurders aansprakelijk stellen, hij moet aangifte doen als er een vermoeden is van fraude – en daarvan is steeds vaker sprake. Als de politie vervolgens met die aangifte niets doet, dan keert het zich tegen de curator.’ Ook de witwasregelgeving zou een oorzaak kunnen zijn van toenemende agressie. Bij het ontwikkelen van nieuwe regelgeving die functionarissen meer taken oplegt, is het zaak ook over het effect op die functionarissen na te denken en hen erbij te betrekken,’ aldus Brouwer.

Onder de loep van de VN-Mensenrechtenraad

De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties in Genève onderzoekt periodiek de mensenrechtensituatie in alle 193 VN-lidstaten. Deze Universal Periodic Review (UPR) werd ingesteld bij de totstandkoming van de Mensenrechtenraad in 2006 en is bedoeld om de bevordering en bescherming van mensenrechten in de landen aan te moedigen, te ondersteunen en uit te breiden.

Landen zijn eens per vier à vijf jaar aan de beurt voor een review. In november 2022 ligt Nederland onder het vergrootglas.

Het onderzoek wordt gedaan op basis van informatie die de betrokken staat aanlevert, rapporten van onafhankelijke mensenrechtenrapporteurs en VN-organen, en inbreng van derden zoals nationale mensenrechtenorganisaties en ngo’s.

De verzamelde informatie wordt met de onderzochte staat besproken tijdens een bijeenkomst van de UPR Werkgroep. TIjdens deze bijeenkomst kan elk land vragen stellen en doen alle landen aanbevelingen aan de staat in kwestie. Ngo’s kunnen de bijeenkomst bijwonen.

Vervolgens stelt een groep van drie bij loting aangewezen landen (de zogenaamde trojka) een rapport samen met de finale aanbevelingen voor de staat in kwestie. De staat kan daarop nog commentaar leveren. Uiteindelijk wordt het rapport tijdens een plenaire bijeenkomst van de Mensenrechtenraad besproken en aangenomen.

Landen kunnen aanbevelingen accepteren of ter kennisgeving aannemen. Ze worden geacht de geaccepteerde aanbevelingen op te volgen en vijf jaar later bij de volgende review verslag te doen van hun vorderingen. Sancties op niet-naleving zijn er niet.

Landen die helemaal niet meewerken aan een review kunnen te maken krijgen met ‘stappen en maatregelen’ – maar wat die zouden moeten inhouden is nogal ongewis. In de praktijk is het tot nu toe zover niet gekomen.

Bron: https://www.ohchr.org/en/hr-bodies/upr/basic-facts

Handige Harry’s

Daarnaast speelt het algemene beeld van advocaten een rol, denkt Brouwer, die zelf sinds 1983 advocaat is. ‘We staan al lang niet meer als notabelen te boek, maar als handige Harry’s. De motie-De Vries in 2004 en het rapport Van Wijmen vormden het kantelpunt. Zo van: If you act like a businessman, you will be treated as a businessman.’

Heeft de advocatuur dat niet aan de eigen verzakelijking te danken? Brouwer: ‘Het is een wisselwerking. Ontsokkeling is overigens niet verkeerd, maar de overheid moet wel aan het publiek blijven uitleggen wat voor bijzondere positie de beroepsgroep heeft. Niet omdat we zielig zijn, of respect willen, maar omwille van de toegang tot het recht. Als je een rechtsstaat wilt zijn, moet je zorgen dat de spelers in dat veld hun werk kunnen doen.’

De Graaf: ‘Die taak van de overheid staat ook in de ‘Basic Principles on the Role of Lawyers’ van de VN, waar we in het rapport steeds naar verwijzen.’

Brouwer: ‘Advocaten die wij spraken vertelden dat er ook sprake was is zelfrestrictie; een slachtofferadvocaat vertelde zelfs een flink aantal hoogrisicozaken te hebben geweigerd. Men durft de vingers er niet meer aan te branden, waardoor het rechtzoekenden soms echt niet meer lukt om een advocaat te vinden.’

Overheidstaak

Concreet pleit L4L ervoor dat de overheid advocaten betere steun biedt in hun beveiliging. Want, zo is in het rapport te lezen, die steekt heel mager af tegen de beveiliging van rechters en officieren. De Graaf: ‘Het is een overheidstaak om advocaten te beschermen als zij hun beroep niet veilig kunnen uitoefenen. Toch werden rechters en officieren in een hoogrisicozaak in gepantserde auto’s de rechtbank ingebracht, terwijl de advocaat om de hoek moest parkeren.’

Brouwer: ‘En Philippe Schol kreeg van de politie te horen: er is een dreiging maar je hoeft je geen zorgen te maken. Dat bleek heel anders uit te pakken. Hij, maar ook anderen, hebben er ontzettende behoefte aan dat ze gehoor vinden bij de politie: deel met ons wat je weet, wat je afwegingen zijn, of wat we zouden moeten doen. Het lijkt alsof advocaten anders worden gezien: je bent een zelfstandig beroepsbeoefenaar, regel het zelf maar. Wij zien dat anders, vanwege de rol die advocaten in de rechtsstaat hebben.’

Retoriek

Naast gebreken in de beveiliging kent het rapport twee andere punten van kritiek. De Graaf: ‘Wij hebben ook aanbevelingen opgenomen over de retoriek. De internationale standaarden schrijven voor dat de overheid het publiek goed moet uitleggen wat de rol van de advocaat is.’

Brouwer: ‘In het politieke debat wordt dat niet altijd tot insteek genomen. Nee, advocaten spelen een verwerpelijke, verderfelijke rol. Bepaalde termen leiden tot demonisering. “Asielindustrie” geeft een negatief beeld van hoe deze advocaten zich gedragen. En strafadvocaat Knoester vertelde onlangs in het AD hoeveel bagger hij over zich heen krijgt in een zedenzaak. De overheid is niet almachtig, maar zou dat waar mogelijk moeten tegengaan.’

En als het wél gaat over een rotte appel? Dat moet toch gezegd kunnen worden?

De Graaf: ‘Zeker, maar het is belangrijk dat het niet veralgemeniseerd wordt.’

Brouwer: ‘Er zijn de afgelopen twintig jaar ontzettend veel instrumenten en eisen bijgekomen om kwaliteit te waarborgen en ethisch handelen van advocaten te bevorderen. Er gebeurt van alles om dat op peil te houden, in de beroepsopleiding, en door intervisie. Er is geen twijfel over mogelijk dat misstappen via het tuchtrecht en ook strafrechtelijk moeten worden aangepakt. Maar de overheid moet bij een incident niet de denkfout maken dat het aan het zelftoezicht ligt, of in een kramp schieten door bijvoorbeeld de rechten van alle advocaten in de EBI te beperken. Het beperken van advocatenrechten werd ook in Italië met al zijn kennis van georganiseerde criminaliteit niet als oplossing gezien, bleek toen voormalig minister Dekker daar een bezoek bracht.’

Schending vertrouwelijkheid

En dan het derde en laatste punt van kritiek in het rapport: de overheid schendt veelvuldig de vertrouwelijke advocaat-cliëntrelatie. Je zou zeggen: dat raakt de advocatuur in zijn hart, maar het rapport is er, afgezien van een verwijzing naar de uitspraak in de Stibbe-zaak van 22 maart 2022, betrekkelijk kort over. De Graaf: ‘We wilden het signaleren, maar het is iets waar we verder onderzoek naar willen doen.’ Brouwer: ‘Het is razend ingewikkelde problematiek.’

Zijn er nou ook nog dingen die advocaten zelf zouden moeten doen voor hun veiligheid? Brouwer: ‘Dan heb je het vooral over integriteit. Je moet je bewust zijn van de risico’s die je bij bepaalde cliënten loopt: ik zit in Apeldoorn, waarom wil die klant uit Azerbeidzjan mij? Hoe blijf je integer? Daar moet je over praten met collega’s. En cliëntenonderzoek doen. Je bent gewoon aan het werk, maar als het erop aankomt heb je een heel bijzondere positie. Het is nogal wat dat als er getapt wordt gesprekken met jou niet mogen worden afgeluisterd.’  

De aanbevelingen die L4L aan de overheid doet [zie kader] zijn niet allemaal even concreet, maar dat kan ook niet, zegt De Graaf. ‘Wat wel altijd kan, is het concrete gedrag van de overheid toetsen aan de door hen aangenomen aanbevelingen.’  

Omslachtig

Wat is nu de verdere gang van zaken bij de review van Nederland? Een omslachtig, wat curieus proces, beschrijft De Graaf: ‘Nederland gaat zelf een rapport indienen, waarin het desgewenst al kan ingaan op de door ons en andere organisaties ingediende stukken. Omdat ngo’s niet zelf rechtstreeks aanbevelingen kunnen doen, gaan organisaties zoals wij lobbyen bij landendelegaties: willen jullie onze aanbeveling overnemen? Zo heeft Noorwegen een poosje geleden een aanbeveling van ons aan Tadzjikistan overgenomen. Het liefst wil je als ngo natuurlijk een land kiezen dat zelf op jouw onderwerp goed scoort. Een land dat kritiek heeft op een punt waar ze zelf niet goed in zijn, komt minder sterk over.’ Met een lachje: ‘Maar het komt wel voor.’

En wat zal de overheid hier dan wel van vinden? Vijfde in de Rule of Law Index en toch op het matje? Brouwer: ‘Ik hoop dat er begrip is voor onze boodschap, met enerzijds de relativering dat Nederland het goed doet in veel opzichten, en anderzijds het chilling effect dat uitgaat van de recente ontwikkelingen.’ De Graaf: ‘Het mooie van het UPR-systeem is dat het universeel is. Elk land moet zich toetsbaar opstellen, voor elk land zijn er verbeteringen mogelijk.’

Aanbevelingen Lawyers for Lawyers  

In het rapport voor de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties doet Lawyers for Lawyers de volgende aanbevelingen aan de Nederlandse regering:  

  • Waarborg en garandeer volledige en effectieve onafhankelijkheid van advocaten door ervoor te zorgen dat zij hun werk kunnen doen zonder intimidates en bedreigingen en zonder dat zij hoeven te vrezen voor vergeldingsmaatregelen voor de uitoefening van hun beroep.  
  • Als de veiligheid van advocaten wordt bedreigd, neem dan onmiddellijk maatregelen om hun veiligheid en die van alle medewerkers van advocatenkantoren te garanderen, ondersteun effectief de initiatieven die zijn voorgesteld door de Nederlandse orde van advocaten en zorg ervoor dat alle incidenten goed worden afgehandeld en onderzocht.  
  • Onthoud u van handelingen die kunnen leiden tot intimidatie, vervolging of ongepaste inmenging in het werk van advocaten.  
  • Bescherm het recht van mensen op toegang tot de rechter, en bescherm vervolgens de opdracht van advocaten om dat recht te garanderen.  
  • Bestrijd en weerleg valse retoriek die advocaten demoniseert, tot intimidatie kan leiden en kan aanzetten tot geweld.  
  • Respecteer volledig en vergroot het bewustzijn van de kernwaarden die ten grondslag liggen aan de advocatuur, inclusief de vertrouwelijkheid tussen advocaat en cliënt, onder andere door het onder de aandacht brengen van de UN Basic Principles on the Role Lawyers bij de stakeholders, met name leden van de uitvoerende macht, het parket, de politie en het publiek.  

Bron: Individual submission to the United Nations Universal Periodic Review LAWYERS FOR LAWYERS: The Netherlands, 41st session of the Working Group on the UPR, Human Rights Council, November 2022.

Trudeke

Trudeke Sillevis Smitt

Freelance redacteur

Profile page
Advertentie