In een zaaltje van de ‘tijdelijke keet’ van de Tweede Kamer zit op een vrijdagmiddag eind april een twintigtal genodigden: experts uit het werkveld en Kamerleden. De toekomst van mediation staat centraal, en hoe de verschillende aanwezigen deze voor zich zien. VVD-Kamerlid Ulysse Ellian heeft deze informele bijeenkomst belegd.
De voormalig advocaat draagt mediation een warm hart toe. Vanuit zijn proceservaring weet hij dat na een gerechtelijke procedure regelmatig in ieder geval één van de partijen teleurgesteld is. Soms blijkt er iets anders te spelen dan waarover wordt geprocedeerd. Partijen hebben dan iets anders nodig om tot overeenstemming te komen. Mediation kan een oplossing bieden, denkt hij. Daarbij, als je een rechtsgang kunt voorkomen, scheelt dat kosten voor iedereen. Bovendien zet je met mediation in op duurzame relaties, zegt Ellian.
Het wetgevingstraject van het wetsvoorstel voor het bevorderen van mediation in het bestuurs- en civiele recht strandde in 2017. De indiener ervan, toenmalig minister van Veiligheid en Justitie Ard van der Steur trad af vanwege de ‘bonnetjesaffaire’. Partijgenoot Ellian pakt de draad weer op.
Bij de consultatierondes van het mediationvoorstel van Van der Steur, in juni 2016, was gebleken dat de verschillende stakeholders uit het werkveld heel verschillend dachten over de wettelijke verankering van mediation. Ellian heeft vertegenwoordigers van verenigingen en andere experts die veel betrokken zijn bij mediation uitgenodigd voor een goed gesprek. De aanwezigen vormen overigens geen volledige afspiegeling van de professionals in het mediationveld. Met de bijeenkomst hoopt Ellian een midden te vinden tussen de verschillende standpunten waar hij op voort kan borduren bij het ontwerp van zijn wetsvoorstel. Ellian: ‘Om wetgeving van de grond te krijgen, moeten de vertegenwoordigers uit het veld enigszins een verenigd geluid laten horen.’
Eieren
Neem bijvoorbeeld het idee van een centraal wettelijk register voor mediators. Moet dat er komen, en zo ja, wie komen erin en aan welke toelatingsvereisten moeten geregistreerde mediators voldoen? De variëteit aan mediators is immers groot.
Advocaat en MfN-registermediator Antonietta Pinkster is ervoor dat er één centraal register voor mediators komt dat aan alle mediators dezelfde kwaliteitseisen stelt. Het is volgens haar voor zowel de burgers als voor de verwijzers belangrijk dat zij over mediators met dezelfde kwaliteitswaarborg kunnen beschikken. ‘Je moet niet allerlei verschillende keurmerken voor mediators willen, zoals dat bijvoorbeeld wèl het geval is met alle verschillende eko-keurmerken voor eieren. Er zijn zoveel verschillende eko-eieren: scharreleieren, biologische eieren, maiseieren, vrije uitloopeieren dat je als consument niet meer weet of je het lekkerste ei voor de beste prijs hebt. En dat gaat dan nog alleen over boodschappen.’
Robert Tettelaar, managing director van stichting ADR Register, ziet geen reden om iedereen die iets met mediation doet te registreren. Hij maakt een vergelijking met voetbal. ‘Er wordt op allerlei verschillende niveaus gespeeld. Je hebt voetballers die in de Champions League spelen, andere professionals, zaterdagamateurs en pupillen. Zo is het met mediation ook. Mediation verankert zich door alle lagen van de samenleving en wordt op alle niveaus toegepast. Alleen voor de professionals heb je een register nodig.’
MfN-registermediator Eva Schutte vergelijkt mediators niet met voetbal of met eieren, maar met advocaten. ‘Je weet wat je krijgt als iemand advocaat is. Diegene voldoet aan basisvereisten. Als een mediator geregistreerd en gecertificeerd is, weet je waar je voor kiest. Een wettelijke verankering helpt daarbij. Dat vind ik belangrijk voor de kwaliteit, maar ook voor de transparantie voor de markt, zeker omdat mediator geen beschermd beroep is.’
Een basisregister met een soort ‘gouden gids-functie’ lijkt de aanwezigen handig. Daarbij zijn ze het erover eens dat deze mediators aan basisvereisten moeten voldoen. Mediator en mediation advocate Fred Schonewille, die Ard van der Steur destijds als deskundige assisteerde bij het maken van zijn wetsvoorstel, brengt in dat mediators zich daarnaast kunnen aansluiten bij aanvullende registers voor specialisaties, zoals het register voor nalatenschapmediators. Maar over de vraag aan welke basisnormen de mediators in het register moeten voldoen, ontstaat geen overeenstemming. Ook de vraag of er één of meerdere instanties certificeringen voor het centrale register mogen afgeven, blijft onbeantwoord.
Eerste Kamerlid Boris Dittrich (D66) spoort de mediators aan overeenstemming te bereiken. ‘Eenduidigheid is erg belangrijk voor een Kamermeerderheid van het wetsvoorstel, en ook voor het vertrouwen van de burger in de mediator.’
MfN-registermediator Eva Schutte wijst op het overkoepelende belang van alle aanwezigen; mediation verder helpen. Het idee ontstaat om een mediationbijeenkomst te beleggen met als doel te onderzoeken of en hoe de sector op één lijn kan komen. Afgesproken wordt daarbij rekening te houden met de belangen van de verschillende verenigingen.
Vrijwilligheid
De vraag of inverbindingstelling in de wet verankerd moet worden, komt op tafel. Daarbij moeten partijen met een geschil onderzoeken of mediation een mogelijkheid is. Als dat niet het geval is, moeten ze dat aan de rechter uitleggen. Bart de Man, advocaat bij Kennedy Van der Laan en mediator, twijfelt of het wenselijk is deze regeling wettelijk te verankeren. ‘Ik vind het een lastige, vooral omdat vrijwilligheid één van de kernelementen van mediation is.’
Schonewille kijkt hier anders tegenaan. Hij benadrukt dat inverbindingstelling geen verplichting tot mediation is, maar een verplichting tot onderzoek van mediation. ‘Gewoon een goed gesprek onder begeleiding van een deskundige die de-escaleert. Eigenlijk is het niets anders dan gedragsregel 5.’ (Deze regel zegt dat een advocaat voor ogen moet houden dat een minnelijke schikking de voorkeur verdient boven een proces (red.)). Daarbij vindt hij dat er te veel gewicht aan vrijwilligheid van mediation wordt toegekend. ‘De vraag is: wat is vrijwilligheid überhaupt? Mijn leermeester professor Hoefnagels zei altijd: Als je een blindedarmontsteking hebt, ga je dan verplicht of vrijwillig naar het ziekenhuis? Hij gaf daarmee aan dat het er niet zozeer over gaat of je nu heel graag mediation wilt doen, maar dat het een noodzaak is. Er is een geschil dat opgelost moet worden. Dat kan bij de rechter zijn, of bij de therapeut, heel vaak is dat bij de mediator, denken wij. Dat legitimeert ook dat je meer dwang gaat stoppen in het systeem, om mensen de ruimte te bieden te kunnen kiezen voor een ander traject dan het rechterlijke.’
Haast
Op andere punten zijn de aanwezigen het wel eens. Te denken valt aan thema’s als toezicht en onafhankelijk tuchtrecht, executoriale titel, verschoningsrecht, kwaliteitswaarborging, deelgeschillenregeling en verjaring.
Michiel Hordijk, directeur Instituut voor Ondernemers bij het Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (IMK) verwacht dat er in het post-coronatijdperk veel zaken aan komen waarbij mediation de geijkte oplossing is. ‘Denk aan conflicten tussen ondernemers en hun huisbazen, of andere schuldeisers.’ Er is volgens hem dan ook haast geboden bij de ontwikkeling van het wetsontwerp.
Ulysse Ellian is achteraf tevreden met de uitkomst van de bijeenkomst. ‘Het was prettig te zien dat alle aanwezigen mediation echt verder willen brengen.’ Het VVD-Kamerlid gaat nog in gesprek met andere vertegenwoordigers uit de branche, die niet bij de bijeenkomst aanwezig waren. Vervolgens wil hij bezien welke punten wettelijk verankerd moeten worden en of daar draagvlak voor is in de Kamer. ‘Wat mij betreft is een wettelijk verankerde positie van mediation onlosmakelijk verbonden met een wettelijke normering van de kwaliteit van mediators.’
En wat is voor Mediatorsfederatie Nederland (MfN) en mediators de stip aan de horizon? Directeur van de MfN Judith Simon-Emaus: ‘Het is het streven dat mediation in Nederland voor iedereen bereikbaar is en het eerste middel dat bij rechtzoekenden opkomt bij een dreigend conflict. Een deskundige conflictdiagnose en voorlichting in een vroeg stadium is ook winst aan de voorkant.’
Eva Schutte: ‘Mijn streven is dat partijen die niet gezamenlijk tot een oplossing van hun conflict kunnen komen, mediation als mogelijke wijze van conflictoplossing onderzoeken voordat ze een juridische procedure starten.’ Concreet betekent dat volgens haar dat de rechter niet verwijst naar mediation, maar in het voorstadium al is onderzocht of mediaton in de betreffende zaak geïndiceerd is. ‘De advocaten zijn daarmee in de regel de verwijzers naar mediation. Zij doen immers de conflictdiagnose.’
Bart de Man: ‘Het zou ontzettend mooi zijn als mediation gemeengoed werd en advocaten en partijen wanneer er een geschil is zich altijd hardop afvragen of mediation niet de beste oplossing is.’ Want vaak is dat volgens hem een duurzamere oplossing dan een gang naar de rechter. ‘Het leidt tot minder polarisatie. Dat komt niet door de rechters, want die doen heel goed werk en blijven uiteraard hard nodig, maar door het wettelijk systeem waarbinnen de rechters moeten opereren.’
Schonewille gelooft in een hybride systeem waarbij mediators en rechters samenwerken. ‘Forensische mediation is daar een voorbeeld van. Ik denk dat het ook niet het andere uiterste moet zijn: dat alles via mediation opgelost moet worden. Rechtspraak en mediation hebben beide een plek. Alleen moeten ze de goede plek krijgen en evenwicht vinden. De rechtspraak is nu zwaar overbelast. Dat is ook een zwaarwegend motief voor de hybride route. Het beste van beide werelden.’