Tijdens de coronacrisis handelde de Rechtspraak minder zaken af, maar kwamen er ook aanzienlijk minder zaken binnen. De totale werkvoorraad nam in 2021 af met ongeveer 45.000 zaken ten opzichte van de voorraad een jaar eerder.
Bij de rechtbanken daalde de werkvoorraden van alle rechtsgebieden, met uitzondering van het strafrecht. Daar lagen eind vorig jaar 47.680 zaken op de plank, een toename van vier procent.
De gerechtshoven laten een wisselend beeld zien. De totale werkvoorraad daalde met een procent tot ruim 38.000 zaken. Terwijl het aantal straf- en handelszaken daalde, steeg het aantal familie- en belastingzaken fors. De stijging in belastingzaken betrof met name onroerend goed (Woz) en auto’s (Bpm).
Bij de Centrale Raad van Beroep daalde de werkvoorraad met twaalf procent naar 6.760 zaken.
Doorlooptijden
De doorlooptijden bij de verschillende gerechtelijke instanties zijn nog niet op het gewenste niveau, blijkt uit het jaarverslag. Waar de Rechtspraak eerst rekende met gemiddelde doorlooptijden per zaakstype, wordt voortaan uitgegaan van standaard doorlooptijden. Zo geldt voor een bestuurszaak (eerste aanleg, EK) een standaard van 140 dagen. Vorig jaar werd die eigen norm in slechts acht procent van de zaken gerealiseerd. Voor een belastingzaak in eerste aanleg staat 294 dagen. Die termijn werd bij veertien procent gehaald.
In civiele zaken is het beeld rooskleuriger. Voor een verzoekschrift bij de kantonrechter geldt een doorlooptijd van 112 dagen. Die werd in 78 procent van de gevallen gehaald. Zodra een wederpartij zich verweert doet zich vertraging voor. Voor een dagvaarding met verweer (handel, eerste aanleg, EK) is de standaard doorlooptijd 252 dagen. Dat werd vorig jaar in slechts 38 procent gerealiseerd.
Om de doorlooptijden te verkorten, wordt het aantal rechters uitgebreid. De Rechtspraak wil de komende jaren elk jaar 120 tot 130 rechters en raadsheren opleiden. Zestig procent van de ruim 2.600 rechters is vrouw.
Digitaal
De Rechtspraak schrijft in zijn jaarverslag dat het digitaal toegankelijk wil zijn voor alle procespartijen. Het project Digitale Toegankelijkheid leverde vorig jaar de eerste resultaten op. Advocaten kunnen sinds november bij alle rechtbanken digitaal procederen in de zaakstroom beslagrekesten. Ruim de helft van de beslagreksten wordt inmiddels digitaal ingediend. Dit voorjaar zijn pilots gestart voor de zaakstromen rijksbelastingen en verplichte zorgtaken. Later dit jaar volgen geldvorderingen (kanton), vreemdelingenzaken, volksverzekeringszaken en gemeenschappelijke verzoeken om echtscheiding.
Voor het strafrecht is een apart plan gemaakt dat voorziet in stapsgewijze digitalisering, gekoppeld aan het nieuwe Wetboek voor Strafvordering.