Justitieminister Yeşilgöz heeft een commissie de opdracht gegeven uit te zoeken hoe de rijksoverheid haar eigen juridische dienstverlening het best kan organiseren. Aanleiding vormt de fraudezaak bij Pels Rijcken, het kantoor dat ook de landsadvocaat herbergt.
De Tweede Kamer vraagt zich af of de Staat nog langer gebruik moet maken van de diensten van Pels Rijcken of dat er betere alternatieven zijn. De Commissie advocatendiensten aan de Staat gaat dit onderzoeken. Zo wil Yeşilgöz weten of het verstandig is advocatendiensten aan de Staat geheel of gedeeltelijk door eigen advocaten te laten verrichten of dat het toch de voorkeur heeft externe partijen in te huren. Voor het kabinet is daarbij uitgangspunt dat de Staat, zeker in politiek-bestuurlijk gevoelige kwesties, onafhankelijk juridisch advies of een second opinion moet kunnen inwinnen, schrijft de minister aan de Kamer.
De commissie staat onder voorzitterschap van Jos Silvis, voormalig procureur-generaal bij de Hoge Raad en voormalig rechter bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De leden zijn Diana de Wolff (hoogleraar advocatuur), Diana van Everdingen (voormalig lid raad van toezicht AFM en voormalig partner bij Stibbe), Martijn Snoep (bestuursvoorzitter ACM en voormalig bestuursvoorzitter De Brauw) en Jan Veringa (voormalig directeur Wetgeving en Juridische zaken bij het ministerie van OCW).
Uiterlijk 1 december dient de commissie haar bevindingen te rapporteren.
Yeşilgöz meldde de Tweede Kamer ook dat de Staat het contract met landsadvocaat Reimer Veldhuis heeft aangepast. Het hernieuwde contract bevat afspraken over de eisen die de Staat stel aan (het kantoor van) de landsadvocaat op gebied van compliance, databeveiliging en werkomgeving. Ter controle is er daarover voortaan periodiek overleg tussen de Staat en Pels Rijcken.