Om maar meteen met de deur in huis te vallen: in Nederland sterven jaarlijks ruim 1.800 mensen door zelfmoord. Dat zijn vijf personen per dag. Bij mannen komt zelfmoord twee keer zo vaak voor als bij vrouwen. De grootste risicogroep zijn mannen tussen de veertig en zeventig jaar oud. En dan met name mannen rond de vijftig die hun baan of onderneming kwijtraken. Een verlieservaring – dat kan het verliezen van werk zijn, bedrijf, status of inkomen, maar ook het verlies van kinderen door een vechtscheiding – vormt altijd een risico.
Daar is volgens Jacqueline Regeling, voormalig advocaat insolventierecht en nu Kwartiermaker Sociaal Economisch Domein bij 113 Zelfmoordpreventie, een rol weggelegd voor advocaten. ‘Schaamte en een gevoel van falen weerhouden mensen met zelfmoordgedachten er doorgaans van om hulp te vragen,’ zegt ze. ‘Signalen opvangen bij je cliënt en actief vragen naar de gemoedstoestand kan een wereld van verschil maken. Suïcidegedachten zijn niet één op één te zien. Alertheid is daarom geboden, zeker op het gebied van arbeids-, insolventie- en familierecht. In die vakgebieden spelen verlieservaringen een grote rol. Daarom biedt 113 Zelfmoordpreventie een gratis workshop aan professionals aan om handvatten te krijgen voor een helpende, effectieve gespreksvoering.’
Gemoedstoestand
Die gespreksvoering is essentieel, beaamt ook Martin Steendam, klinisch psycholoog en programmamanager suïcidepreventie bij Lentis. ‘Soms zijn de signalen duidelijk,’ zegt hij. ‘Als je cliënt een terneergeslagen indruk maakt en tegenover je zit als een dood vogeltje dan is het vanzelfsprekend dat je doorvraagt. Hoe gaat met hem of haar? Heeft je cliënt genoeg steun vanuit de omgeving? Slaapt hij of zij nog goed? Ingewikkelder wordt het als je cliënt op het eerste gezicht niets mankeert. Hij of zij is goed aanspreekbaar. Komt energiek over. Maar ook juist dán kan het heel belangrijk zijn om door te vragen.’
Volgens de psycholoog is het goed te bedenken dat als iemand bijvoorbeeld werkloos wordt er meerdere factoren een rol spelen. ‘Er is verlies van baan en inkomen, maar de cliënt heeft óók te maken met een reactie vanuit de maatschappij. Opeens draait hij – ik ga even uit van een mannelijke cliënt – niet meer mee. Hij kan zich daardoor een loser voelen. Schaamt zich. En durft om die reden zijn gevoelens niet te delen met bijvoorbeeld zijn partner. Het alleen dragen, gevoelens van “wie zit er nog op mij te wachten” en “het komt nooit meer goed” kunnen heel tricky zijn. Als je in zo’n neerwaartste spiraal zit dan kun je zaken ook niet meer in perspectief plaatsen.’
Steendam noemt als voorbeeld een faillissement. ‘Ondernemers die failliet gaan raken de controle kwijt. Ze moeten het zeggenschap over hun bedrijf overdragen aan een curator. Dat is ontzettend ingrijpend en spannend. Er komt veel op hen af. Niet iedereen kan daar goed mee omgaan. Als advocaat is het daarom áltijd goed om door te vragen. Hoe ervaart iemand het ontslag of faillissement? Kan de cliënt een en ander in de context plaatsen? Vindt hij zichzelf nog de moeite waard? Met dit soort vragen word je als advocaat niet ineens een sociaal hulpverlener. En, ook zo’n mythe: je brengt je cliënt ook niet op ideeën.’
Daar is arbeidsrechtadvocaat Hian Li Ko zich al jaren van bewust. Tijdens een cliëntgesprek vraagt ze altijd door. ‘Ik vind dat mijn taak,’ zegt ze. ‘Voor de cliënt, maar ik heb er zelf ook belang bij. De gemoedstoestand van mijn cliënt is namelijk bepalend voor de richting die ik aan de zaak geef. Als ik iemand bijsta tijdens bijvoorbeeld een ontslag vraag ik altijd hoe hij of zij zich voelt. Zeker als er sprake is van ziekte, zoals een burn-out. Heeft mijn cliënt nog energie? Slaapt hij of zij goed? Heeft hij een vangnet? Niet alleen krijg je met deze vragen inzicht of iemand in geestelijke nood zit, maar het is ook van belang om zijn of haar zaak goed te behartigen. Als ik zie dat mijn cliënt niet goed in zijn vel zit dan zet ik de zaak onhold. Er wordt bij arbeidszaken van de cliënt verwacht dat hij bereikbaar is en stukken levert. Als iemand niet goed in zijn vel zit dan heeft hij de energie niet om alle stappen van het proces door te maken. Dat weet ik dan liever aan het begin.’
Enkele keren heeft Ko te maken gehad met een cliënt die suïcidegedachten had. In een geval drukte ze de partner van haar cliënt op het hart extra waakzaam te zijn. In een ander geval attendeerde ze de politie. ‘Ik vond dat heel lastig. Wat doe je dan? Moet je je geheimhoudingsplicht schenden in zo’n geval? Ik heb het er met collega’s over gehad en uiteindelijk de politie gebeld.’
Gratis workshop
Stichting 113 is een samenwerking aangegaan met de KvK. Als onderdeel van het programma ‘Emotie en Perspectief’ – dat zich richt op ondernemers in (emotionele) problemen – kunnen professionals, zoals advocaten, een gratis workshop volgen om handvatten te krijgen voor een helpende, effectieve gespreksvoering. Meer info: www.113.nl/actueel/ondernemers-zwaar-weer-gratis-workshop-omgaan-met-emoties.
Juiste hulp
Want inderdaad: wat kun je doen? Volgens Steendam is de allereerste stap dat je de cliënt laat merken dat je hem of haar zíét. Als mens. En dat je recht doet aan het stuk dat voorafging aan het juridische geschil. ‘Daarmee normaliseer je de situatie. Als de cliënt niet in staat is om bijvoorbeeld met een ontslag om te gaan, kan hij het gevoel hebben wederom te falen. Hij kan denken: ik ben iedereen tot last. Door begrip te hebben voor de situatie en door te vragen, voelt hij zich serieus genomen. Bedenk: spanning vernauwt je blikveld. De wanhoop die daaruit kan ontstaan wil je doorbreken. Door oog te hebben voor de gevoelens van je cliënt – vaak kost dat maar een kwartiertje extra – kun je al een hoop leed voorkomen.’
Zijn de signalen alarmerend dan is het volgens de psycholoog belangrijk om een duwtje te geven naar de juiste hulp. ‘Dat kan de huisarts zijn of Stichting 113. Het kan ook helpen om iemand aan te moedigen er met het thuisfront over te praten.’
Jacqueline Regeling benadrukt dat het ook belangrijk is om op kantoor oog te hebben voor elkaar. ‘Dan denk ik vooral aan jonge advocaten. Door corona zien we een toename van mentale problemen onder de groep van 20-30-jarigen. Deze groep heeft lange tijd geen mogelijkheden gehad om stoom af te blazen. Dit heeft geleid tot depressieve klachten en het ontwikkelen van eenzaamheidsgevoelens. Het is niet zo dat deze klachten direct verdwijnen nu de samenleving weer open is. Sterker nog: het overgangsmoment kent een eigen dynamiek. De wereld gaat open, maar je voelt je niet direct veel beter, waardoor je je juist nog eenzamer en verloren kunt voelen. Daarom wil ik graag de hulplijn van de NOvA noemen. Zit je door wat voor omstandigheden dan ook klem en voel je je niet vrij om dit met de vertrouwenspersoon van kantoor te delen, dan kun je je altijd tot deze telefonische hulplijn wenden.’
Hulplijnen
113 Zelfmoordpreventie is de nationale organisatie voor suïcidepreventie. De hulplijn is telefonisch bereikbaar via 113 of 0800-1133. Voor advocaten die vertrouwelijk willen praten met een vakgenoot is er de telefonische hulplijn LawCare, bereikbaar op 085-06 40 182.